Wat gezegd moet worden
© Günter Grass in de Süddeutsche Zeitung van 4 april 2012
(vertaling: Tom Ordelman, 7 april 2012)
Waarom zwijg, verzwijg ik te lang,
wat voor de hand ligt en in simulaties
geoefend werd, waarbij wij als overlevende
ten slotte op zijn best voetnoten zijn.
Het is het vermeende recht op de eerste aanval,
dat het door een schreeuwlelijk onderworpen
en tot georganiseerde jubel aangestichte
Iraanse volk zou kunnen wegvagen,
omdat in diens machtsbereik de bouw
van een atoombom vermoed wordt.
Maar waarom sta ik mijzelf niet toe
dat andere land bij naam te noemen,
waar al sinds jaren – hoewel geheimgehouden –
een groeiend nucleair arsenaal beschikbaar is,
maar uit de hand loopt omdat het voor
geen enkele controle toegankelijk is?
Het algemeen verzwijgen van deze feiten, waaraan
zich mijn zwijgen ondergeschikt gemaakt heeft,
ervaar ik als belastende leugen
en dwang die straf in het vooruitzicht stelt
zodra ze genegeerd wordt;
het verwijt “antisemitisme” ligt voor de hand.
Maar nu, omdat men vanuit mijn land,
dat door oereigen misdaden,
die huns gelijke niet kennen, keer op keer
wordt ingehaald en ter verantwoording geroepen,
wederom en op puur zakelijke gronden, zij het ook
met veel poeha tot restitutie bestempeld,
nòg een duikboot aan Israël
wil leveren, welks specialiteit
het is allesvernietigende kernkoppen
daarheen te kunnen sturen, waar het bestaan
van een enkele atoombom niet bewezen is,
maar waarvoor de angst als bewijskracht moet dienen,
zeg ik, wat gezegd moet worden.
Maar waarom heb ik tot nu toe gezwegen?
Omdat ik van mening was dat mijn afkomst,
waaraan nooit te verontschuldigen blaam kleeft,
het mij verbood, het land Israël, waarmee ik verbonden
ben en wil blijven, als uitgesproken waarheid
van dit feit te betichten.
Waarom zeg ik nu pas,
oud geworden en met laatste inkt:
De atoommacht Israël is een gevaar
voor de toch al wankele wereldvrede?
Omdat gezegd moet worden,
waarvoor het morgen al te laat zou kunnen zijn;
ook omdat wij – als Duitsers al genoeg belast –
toeleveranciers zouden kunnen worden van een misdaad,
die voorzien kan worden, zodat onze medeplichtigheid
door geen van de gebruikelijke uitvluchten
te verontschuldigen zou zijn.
En toegegeven: ik zwijg niet meer,
omdat ik de hypocrisie van het westen
zat ben; het is bovendien te hopen,
dat velen zich van het zwijgen bevrijden,
de veroorzakers van het herkenbare gevaar
oproepen om af te zien van geweld en
tevens eisen,
dat een ongehinderde en permanente controle
van het Israëlische nucleaire arsenaal
en van de Iraanse atoominrichtingen
door een internationale instantie
wordt toegestaan door de regeringen van beide landen.
Alleen zo kunnen Israëlieten en Palestijnen,
ja, alle mensen die in deze
door waanzin geregeerde regio
dicht bijeen in vijandschap leven,
en uiteindelijk ook wijzelf worden geholpen.
Be First to Comment