Skip to content

Vissen, ratten, omgeving, brein en vrije wil

fotoGooi een paar stenen in je aquarium en de hersenen van je vissen zullen zich heel anders ontwikkelen. Onderzoekers van UC Davis hebben in een onderzoek ontdekt dat een paar stenen in een aquarium tot een groei van bepaalde delen van de hersen van de forel leidt. Het brein van de nieuwe forel lijkt meer op het brein van de forel, die vrij in de natuur groeit. Het verschil is niet slechts in het brein zichtbaar, maar ook in gedrag. Beiden, de wilde en de forel met stenen, bewegen zich veel minder.

Uit een ander recent onderzoek blijkt dat het rattenbrein veel harder groeit als de rat onder stress is en als men zich in gezelschap van andere ratten bevindt. Als de ratten een rad krijgen, gaan ze elke nacht een paar kilometer lopen. De lopende ratten hebben ook een vergrote hoeveelheid streshormonen. Welnu, de ratten die hardlopen, hebben een groter brein dan de niet lopende ratten. En de ratten die in gezelschap lopen, hebben een nog veel groter brein.

Uit een ander nieuw onderzoek blijkt dat het hardlopen bij moeders tijdens zwangerschap tot babyratten leidt met een 40% grotere hersenen.
Commentaar voor de vrije wil fanaten:

Als de stenen in een aquarium een invloed hebben op de hersengroei en het gedrag van de vissen, neem ik het aan dat de omgeving ook een effect heeft op het menselijke brein en gedrag. De onderzoeken van Richard Nisbett suggereren dat de fysieke omgeving een groter effect op onze manier van denken kan hebben dan wat wij vermoeden. Bijvoorbeeld zou de architectuur van een Japanse stad tot mensen leiden met een holistischer manier van denken, waar tegenstellingen meer geaccepteerd worden, terwijl de typische westerse steden zouden tot een denkmanier leiden, die contradicties verbiedt.

Fysieke beweging van je moeder, je eigen fysieke beweging en het feit dat je het wel of niet in de aanwezigheid van anderen doet, kunnen tot een heel andere brein leiden. Zelfs als deze onderzoeken niet op het menselijke brein toepasbaar zijn, er zijn veel andere factoren die het menselijke brein, vanaf de zwangerschap tot het graf beïnvloeden. Maar als je hersenen zich door externe factoren anders ontwikken, kunnen we aannemen dat dat een invloed heeft op je gedrag en denkmanier (zoals bij de forel). Als je anders denkt, neem je andere beslissingen. Dus de gelovige in de vrije wil moet aantonnen dat deze verschillen in hersenen, gedrag en manier van denken, geen effect hebben op de vrije wil.


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inUncategorized

7 Comments

  1. Maarten Degema Maarten Degema

    Avatar van Maarten Degema
    Jij stelt dat de vrije wil alleen op een absolute manier absoluut vrij is. Het is hierom dat voorstander ben: omdat men zichzelf niet kan objectiveren (zoals men niet kan ondervinden wat niet leven is). Absolute vrijheid is onmogelijk voor een mens die door opvoeding en omgeving gevormd wordt.

    Ken je de experimenten van Kornhuber en Libet? Op de onderstaande link volgt een een ‘gevaarlijk idee’ geopperd door de de Nobelprijswinnaar Kandel (men moest aangeven wat gevaarlijke ideëen zijn): free will is exercised unconsciously, without awareness.

    Het gaat om een experiment waarbij proefpersonen gevraagd werd hun vinger op te tillen, wanneer zij dat wilden. Bij het observeren van de hersenactiviteiten zag Libet 200 milliseconde eerder dat de persoon zijn vinger ging bewegen dan de beweging zelf.

    Het idee is inderdaad gevaarlijk, vanwege de navolgende vraag: Is one to be held responsible for decisions that are made without conscious awareness?

    http://www.edge.org/q2006/q06_5.html#kandel

  2. alib alib

    Avatar van alib
    Wat wil je nu eigenlijk bewijzen?
    Dat de vrije wil niet bestaat?
    Of dat de vrije wil maar ten dele bestaat?
    Of dat hij bestaat maar geen invloed heeft?

    Schreef je dit stukje omdat je het niet wilde?
    Wilde je wel, maar was die wil niet van belang?
    Of heb je geen wil en doe je alles op de automatische piloot?

  3. Literatuuro Literatuuro

    Avatar van Literatuuro
    Pfoe! Zware kost! Maar ik begrijp dat iemand die in de stad woont, het onderzoek naar de mens doorgetrokken, grotere in intelligentere hersenen produceerd dan op het platte land en dat de mensen in bergachtiger streken dus weer slimmer worden dan in een polderlandschap, kunnen we dat zo stellen? Want steden in Japan of Europa vertonen toch veel overeenkomsten? Je moet voorbeelden extremer stellen, lijkt mij?

  4. Mihai Mihai

    Avatar van Mihai
    Nisbett en collega’s beweren juist dat de steden in het Westen anders zijn dan de steden in Azië en dat dit en verschil in het denken zou kunnen verklaren. De oosterse steden zijn complexer en bevatten meer voorwerpen dan de westerse. Nisbett en Masuda geloven dat dit een rol speel in de bovengenoemde verschillen in de waarneming van de wereld. Als gevolg daarvan legt de oosterse kunst de nadruk op “het veld” (achtergrond) en verwatert de individuele voorwerpen, mensen inbegrepen. De westerse kunst daarentegen benadrukt de individuele voorwerpen en mensen en acht de achtergrond minder belangrijk. Lees hun artikel want het is superinteressant:
    http://www.pnas.org/cgi/content/full/100/19/11163

    Ik weet niet of je aan de hand van die onderzoeken kan concluderen dat de mensen in de stad grotere en intelligentere hersenen ontwikkelen. De forel met stenen kreeg de hersenen van de forel in de natuur. De hersenen waren niet groter in totaal, maar bepaalde gebieden werden groter.

    Uit het eerste onderzoek met ratten, waar de ratten grotere hersenen krijgen door samen te sporten, zou misschien eerder op het platteland gelden, waar men samen fysieke werk uitoefent.

    Ook het tweede onderzoek, van zwangere ratten, leidt niet tot de conclusie dat in de stad grotere hersenen zouden ontstaan.

    Er zijn echter onderzoeken, die niet hier zijn genoemd, dat ratten in ingewikkelde omgevingen intelligenter worden en grotere hersenen groeien, en hun kinderen ook. Als de stad ingewikkelder is dan het platteland, dan zou je gelijk kunnen hebben.

Leave a Reply