In “De rationele oplossing voor terrorisme” beweer ik dat iedereen een fundamenteel feit over het hoofd heeft gezien, namelijk dat de onmachtigen geen enkele vreedzame manier hebben om de machtigen tot iets te dwingen. Dit op zich staat in de weg van een oplossing.
Ik vertrek van de volgende premissen:
- De relatie tussen de machtigen en de onmachtigen is een relatie van anarchie. Dat wil zeggen dat de machtigen alles doen wat hun willekeur dicteert.
- De onmachtigen geloven (en niet ongerechtvaardigd) dat de machtigen grote misdaden tegen hun plegen.
- De onmachtigen hebben geen manier om de machtigen tot iets te dwingen. Met dwingen bedoel ik hetzelfde als een gemiddelde slachtoffer in het Westen een dader tot iets kan dwingen met behulp van een rechtbank, mits het slachtoffer gelijk heeft. Er is geen rechtbank waar de onmachtigen naartoe kunnen stappen. De V.N. zijn ook niet in staat om de machtigen tot iets te dwingen.
- Om van een andere te kunnen eisen dat hij geen geweld tegen jou gebruikt, moet hij of zij van een bemiddelaar beschikken. De uitspraken van deze bemiddelaar dienen voor jou bindend te zijn.
Als gevolg van deze premissen kunnen we concluderen dat de machtigen het niet van de onmachtigen kunnen eisen om geen terroristische aanslagen te plegen. Deze eis heeft geen rationele of morele rechtvaardiging. Om dit op te lossen moeten we de anarchie oplossen. We moeten namelijk een instantie (rechtbank) hebben waar de onmachtigen de machtigen kunnen aanklagen. De uitspraken van deze rechtbank dienen ook voor de machtigen volstrekt bindend te zijn. Deze rechtbank lijkt me een essentieel onderdeel van de strijd tegen terrorisme.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment