Skip to content

Schoonheid is gevaarlijk en misdadig

Het geloof in schoonheid is, net zoals het geloof in moederliefde en in superioriteitsgevoelens, een gevaarlijke en misdadige overtuiging. Dat komt omdat het denken een netwerkstructuur heeft, waardoor het geloven in onbestaande dingen tot willekeurige conclusies leidt. Als je moreel wilt zijn, moet je je óf bewust worden van het niet bestaan van de schoonheid (en andere verzinselen) óf een niet-dodenfundamentalist worden.

Netwerkdenken

Het menselijke denken heeft een netwerkstructuur. Dat betekent dat er vrijwel geen redeneringen zijn die een rechte lijn volgen.

Wat is een rechtlijnige redenering?
Neem bijvoorbeeld 1 + 1 = 2. Op het eerste gezicht lijkt dit een rechtlijnige redenering. Je begint bij de eerste één, je gaat via het plusteken naar de tweede één, dan volgt het gelijkteken en je komt tot de conclusie: twee. Of neem bijvoorbeeld de redenering: “Als het regent, neem ik mijn paraplu mee.” Deze redeneringen lijken een rechte lijn te volgen. Waarom een rechte lijn? Omdat je opeenvolgende redeneerstappen doet. De ene stap volgt uit de andere.
Wat is een netwerkredenering?
Stel je voor dat je een baan zoekt en je moet tussen twee advertenties kiezen. De ene biedt meer salaris, de andere is spannender. De ene biedt groei, de andere de mogelijkheid tot verdere ontplooiing. De keuze die je gaat maken kan niet in een lijn beschreven worden. Je wilt geld hebben, maar tegelijkertijd ook een baan met variatie, spannende dingen, mogelijkheid tot groei in de functie, je wilt employable blijven op kosten van je werkgever, leuke collega’s hebben etc.

Maar waarom wil je bijvoorbeeld geld hebben? Ten eerste om te overleven. Je wilt vakanties, een leuk huisje, plasma-tv, een sportskar etc. Maar waarom wil je een sportskar? Je krijgt meer vrouwen, meer status, het geeft aan welke persoonlijkheid je hebt, geeft aan hoe je in het leven staat, het definieert jou, etc. Je wordt maatschappelijk geaccepteerd en dat leidt ook tot meer succes, tot het vinden van een betere baan.

We zien hier dat het vinden van een betere baan tot een duurdere auto leidt en een duurdere auto tot een betere baan. De beslissing die je neemt staat in een netwerk van waarden, van redeneringen, die elkaar versterken, bevestigen. De beslissing staat als een spin in het midden, maar is verbonden met allerlei redenen, die rond de beslissing zweven. Deze redenen zijn onderling ook verbonden. Je zou ook elke reden apart kunnen bekijken en in het midden kunnen plaatsen, verbonden met andere redenen als in een spinnenweb, in een netwerk. Uiteindelijk is de mens een cirkelredenerend ding.

Nu was mijn stelling dat er vrijwel geen rechtlijnig denken bestaat. De bovenste 1 + 1 = 2 redenering is ook in een netwerk verbonden met overtuigingen over wat “waarheid” is, met overtuigingen dat er “eenvoud” en “meervoud” bestaan, “eenheid”, “verscheidenheid” etc. Zelfs de meest eenvoudige en schijnrechtlijnige redenering berust op een heel universum aan overtuigingen, die elkaar versterken en bevestigen.

Nu heb ik een eenvoudig voorbeeld gegeven over een baan. Maar denk eens aan je fundamentele waarden. Je bent bijvoorbeeld religieus of juist atheïst vanwege een netwerk aan redenen, niet omdat je een eenvoudige redenering hebt gevolgd. Al je levenservaringen, je opvoeding, de maatschappij, je genen en alles wat je denkt, gelooft te zijn, resulteert in wat je bent.

Al je eerdere beslissingen en redeneringen worden niet meer in twijfel getrokken, maar gelden als geldig in je huidige zelfbeeld. Je hebt deze fundamentele overtuigingen omdat alles wat je weet en voelt tot de conclusie leidt dat je deze overtuigingen/waarden moet hebben. Het is de beste manier van zijn.

Omdat we een netwerkstructuur in het denken hebben, is het onmogelijk om iemand met rationele argumenten te overtuigen dat hij/zij zijn/haar fundamentele waarden op moet geven of veranderen. Je kunt geen communist in een islamitische fundamentalist omtoveren, noch een boeddhist in een consumentist.

Wat bestaat er?
Ik heb in een eerdere blog beweerd dat slechts wat meetbaar is, bestaat. Dit bedoel ik niet als sterke bewering. Misschien bestaan er ook dingen die niet meetbaar zijn. Ik bedoel het echter als veilige manier van denken. We kunnen weliswaar de onbestaande dingen voor hypothesen gebruiken, om verdere zoektochten te stimuleren, maar we kunnen onze huidige redeneringen niet op onbestaande dingen laten stoelen. Vooral niet als we veilig morele beslissingen willen nemen.

Het is bijna beangstigend in hoeveel onbestaande dingen de mens gelooft – dingen waarvan hij gelooft dat ze echt in de werkelijkheid bestaan. Mensen geloven dat er dingen bestaan zoals schoonheid, moederliefde, getallen, waarden, emerging properties, paardheid. Ik zal slechts de laatste twee kort toelichten.
Neem een voorbeeld van een emerging property: vloeibaarheid. Men denkt dat als je watermoleculen bij elkaar plaatst er een nieuwe eigenschap ontstaat, vloeibaarheid, een eigenschap die niet verklaard zou kunnen worden aan de hand van de eigenschappen van de watermoleculen. Er bestaat namelijk geen vloeibaarheid in een H2O molecule. Deze ontstane eigenschap, de vloeibaarheid, is iets dat echt zou bestaan, zoals tafels en stoelen echt bestaan.

Of neem bijvoorbeeld “paardheid”. Men denkt niet dat er slechts moleculen bestaan, die volgens een bepaalde recept vermengd zijn en in een vorm gegoten. Men denkt echt dat er een “paard” bestaat, of een “paardheid”, iets dat anders is dan die moleculen bij elkaar. In werkelijkheid bestaan al deze dingen niet, noch paarden, noch vloeibaarheid, noch schoonheid. Ze zijn onderdeel van de manier waarop ons brein omgaat met de zintuiglijke informatie over de buitenwereld.

Waarom is schoonheid gevaarlijk?
Op het eerste gezicht lijken de meeste beslissingen uit rechtlijnige redeneringen voort te komen. Alles wat we weten, geloven, of waar we van overtuigd zijn, speelt echter een rol in onze beslissingen. Dat betekent dat het geloof in al de onbestaande dingen ook een grote invloed heeft op onze beslissingen. En deze beslissingen kunnen gevaarlijk of zelfs misdadig zijn.

Een voorbeeld: in 1999 was 78% van de Nederlanders het eens met de bombardementen op Joegoslavië. Maar als je hierover nadenkt, zie je dat men het eens is met het doden van andere mensen, wat in elke moraal als een misdaad geldt. Dit besluit om het met het doden van mensen eens te zijn, leek een lijnredenering. Het was zo dat men dacht dat Milosevic op het punt stond om de Albanezen uit te roeien en dat maakte het onvermijdelijk dat we Joegoslaviërs moesten doden om de Albanezen te redden. In werkelijkheid ging het om een netwerkdenken. Men dacht dat de verhalen in de media waar waren. Men dacht dat het democratische proces voor het nemen van de beslissing ook een garantie bood dat men de juiste beslissing nam. Deze beslissing zou niet op dromen, illusies, bedrog, leugens, etc. stoelen. Men geloofde dat we bepaalde morele waarden hebben, dat we niet aan de zijlijn konden blijven toekijken terwijl iemand in het hart van Europa de reïncarnatie van Hitler speelde. Men geloofde dat de mens, of tenminste WIJ, een edel wezen is, met idealistische overtuigingen, wat ons anders maakt dan dieren. Al deze overtuigingen en vele anderen hebben tot die beslissing geleid en tot het vertrouwen daarmee het juiste te doen. Zonder het geloof in al de onbestaande dingen zou men een heel andere eis hebben gesteld aan de informatie, voordat men het met het doden van andere mensen akkoord ging. Het geloof in onbestaande dingen kan dus het verschil tussen het doden en niet doden.

Maar hier ontstaat een probleem. Want het geloof in schoonheid, moraal en edelheid van de mens én in alle dingen die niet bestaan, speelt een grote rol in de beslissing om het eens te zijn met het doden van mensen. En dat is levensgevaarlijk. Het is precies hetzelfde als geloven dat je twaalf maagden in de hemel zou verkrijgen als je jezelf opblaast in een pizzeria. Jij vermoordt mensen omdat je in schoonheid gelooft en je doet het met een schoon geweten.

Het gevaar ontstaat omdat het geloof in onbestaande dingen het mogelijk maakt om tot elke willekeurige conclusie te komen. Bijvoorbeeld, sommigen willen zichzelf voor de gek houden en zijn het met de oorlog in Irak eens. Het geloof in de onbestaande dingen maakt het mogelijk dat zij hun argumenten zo kunnen aanpassen dat ze geloven dat Bush welzijn, democratie of andere goede doelen wil bereiken.

Anderen, die heel bewust misdadigers zijn, kunnen het geloof in de onbestaande dingen gebruiken om andere mensen over te halen mee te doen aan de misdaad. Als je onbestaande dingen in je redeneringen gebruikt, ben je vrij om elke conclusie te trekken die je maar wilt. Het is niet de meest ideale situatie, want als we morele beslissingen willen nemen, die negatieve gevolgen voor anderen hebben, willen we de beslissingen aan de hand van geldige redeneringen nemen en op juiste informatie berustend.

Wat doe je als je moreel wilt zijn?
Nu is het zo dat de mens raar functioneert. Men heeft een doel voor ogen en dat doel probeert men te rationaliseren. Dus men beslist eerst en rechtvaardigt later. Tegelijkertijd geloof je ook dat je in bepaalde gevallen gerechtvaardigd bent om de morele wetten te overtreden. Je vindt het bijvoorbeeld acceptabel om te liegen om een kind van verdrinking te redden. Of je vindt doden uit zelfverdediging acceptabel. Deze twee feiten, plus het feit dat we in onbestaande dingen geloven, leiden tot moreel gepruts. Realiseer je dat ondanks alle morele pretenties die we hebben, er in de twintigste eeuw 250 miljoen mensen in oorlogen gestorven zijn!

Misschien geef je geen reet om de moraliteit. Het Westen is nu eenmaal aan de macht en wat voor beslissingen er ook genomen worden, deze leiden altijd tot meer luxe voor jezelf. Als je echter moreel wilt zijn, heb je slechts twee mogelijke alternatieven:

(1) Je kunt je geloof in onbestaande dingen handhaven. Maar dan moet je een niet-dodenfundamentalist worden. Je moet weigeren om te doden – wat er ook gebeurt, zelfs niet uit zelfverdediging.

(2) Of je doet je best om de onbestaande dingen in je denken te leren herkennen en zoveel mogelijk uit te sluiten van je beslissingsproces.

Conclusie
Geloven in dingen die niet bestaan leidt tot willekeurige, irrationele beslissingen. Je bent geen niet-dodenfundamentalist maar je neemt tegelijkertijd beslissingen over leven en dood van andere mensen. Je moet niet gek kijken als ik je daardoor als een idioot, een misdadiger of zelfs domme misdadiger beschouw. Je moet niet raar opkijken als ik je als een gevaarlijk ding zie, een stuurloze vrachtwagen, rondrazend in de buurt van een kleuterschool.

Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inUncategorized

28 Comments

  1. antoinette duijsters antoinette duijsters

    Heb het twee keer moeten lezen, maar er zit wat in je redeneringen.

  2. Ruud Zweistra Ruud Zweistra

    Avatar van Ruud Zweistra
    @Mihai,
    Tik eens General Semantics is bij Wikipedia. Daar staat ongeveer hetzelfde. De meest toegankelijke boekversie is S.I. Hayakawa, Language in Thought and Action. Het bespaart je een aantal stappen. In het tweede deel staan dezelfde redenaties als jij toelicht met voorbeelden.

    Ik heb overigens gebruik gemaakt van je stukje over de bagelkoopman, van 4 april.

  3. mihai mihai

    Avatar van mihai
    Ik ben een combinatie van 1 en 2. Ik ben een niet-dodenfundamentalist die de onbestaande dingen uit zijn denken probeert te bannen.

  4. landheha landheha

    Avatar van landheha
    @2: Zo gaat dat niet lukken, Mihai. Dan moet je het onderwerp volkomen negeren, geen energie meer in stoppen. Dus ook geen stukjes meer over schrijven 🙂

  5. Erik van Donk Erik van Donk

    Avatar van Erik van Donk
    Je hebt rechtlijnigheid tot kunst verheven, dat moet ik je nageven.

    Evenzo goed ben ik wel nieuwsgierig in hoeverre je het "niet-dodenfundamentalisme" doortrekt. Sla je bijvoorbeeld ook geen vliegen of muggen plat uit om maar iets te noemen irritatie omdat ze je uit je slaap houden?

  6. Erik van Donk Erik van Donk

    Avatar van Erik van Donk
    @Mihai,

    Dat klopt, dat heb je niet gezegd. Hier concludeer ik uit dat je ‘niet-dodenfundamentalisme’ een (onder)grens heeft.

  7. mihai mihai

    Avatar van mihai
    @Erik

    Ja. Als een lieve superaaibare panda mij aan gaat vallen, zal ik het waarschijnlijk doden.

  8. Erik van Donk Erik van Donk

    Avatar van Erik van Donk
    Nu moet ik zelf oppassen niet in de val van het ‘dead level abstracting’ te trappen, maar ervan uitgaande dat je ‘niet-dodenfundamentalisme’ een grens heeft (die zich zeer waarschijnlijk beperkt tot mensen) rijst bij mij de vraag of deze grens dan niet subjectief is, en daarmee is ingegeven door het ‘geloof’ dat de mens een superieur wezen is t.a.v. al het andere leven op aarde?

  9. mihai mihai

    Avatar van mihai
    De grens is subjectief en volstrekt willekeurig. Ik had ook de grens bij blanken kunnen trekken, of bij mensen met schoenmaat 42, of bij mijzelf. Ik had kunnen zeggen dat ik het enige wezen is dat het recht heeft om niet gedood te worden.

    Reactie is geredigeerd

  10. mihai mihai

    Avatar van mihai
    @ Erik

    Er is geen criterium. Je kan moraal niet op rationele fundamenten laten stoelen. Moraal begint bij de irrationele doodsangst, bij ons dierlijke overlevingsinstinct. Er is geen rationaliteit in het willen leven, noch in de angst voor de dood, noch in het niet willen vermoorden, stelen, liegen, bedriegen etc.

    Het niet-dodenfundamentalisme begint bij twee axioma’s: (1) we hebben een overlevingsinstinct en (2) moraal = gevangenendilemma. De grens bij de mens is willekeurig gekozen, maar als je niet-dodenfundamentalist wordt, ben je vrij om mijn theorie verder te ontwikkelen en de dieren, zelfs de planten in de theorie te nemen.

    Als we straks replicators zoals in Star Trek hebben, kan je makkelijk alle leven in je theorie nemen. Maar als we replicators en voldoende energie hebben, hebben we geen moraal meer nodig, want moraal ontstaat pas als er een tekort is aan overlevingsmiddelen, als er concurrentie is.

  11. john de blogger john de blogger

    Avatar van john de blogger
    Intelligent stuk! Daarom een aanbeveling! (je snapt het) …..

  12. Victor Onrust Victor Onrust

    Avatar van Victor Onrust
    Mihai, je stelt me voor raadsels. Prachtige foto’s met humoristische teksten worden afgewisseld met aanvallen van raaskal. Ik zal het probleem oplossen. Daar paardheid niet bestaat bestaat mensheid ook niet. Ook dat is slechts de wijze waarop je solipsistische brein de wereld bekijkt. Doden is dan ook niets anders dan dat die bij elkaar gefantaseerde moleculen weer eens uit elkaar lijken te vallen. Niet iets om je druk over te maken lijkt me.

  13. mihai mihai

    Avatar van mihai
    @Lidy

    Ik ben de enige die goede gedichten op dit weblog maakt. Daarnaast, waarom moet ik die idioties van Henk van Leuken lezen?

  14. Lidy Lidy

    Avatar van Lidy
    Plaats dan een goed gedicht mihai. ik heb je van streek gemaakt dat weet ik. Je moet niks. Je hoeft zelfs niet beter te zijn in wat dan ook dan ik.

  15. Erik van Donk Erik van Donk

    Avatar van Erik van Donk
    @Mihai,

    In je bijdrage van 08 mei 2007 van 05:59 stel je dat de grens subjectief en volstrekt willekeurig is gekozen. Daar zit dan toch geen enkele rationaliteit, maar een morele overweging achter?

  16. mihai mihai

    Avatar van mihai
    @Erik van Donk

    ==In je bijdrage van 08 mei 2007 van 05:59 stel je dat de grens subjectief en volstrekt willekeurig is gekozen. Daar zit dan toch geen enkele rationaliteit, maar een morele overweging achter?==

    Fout. Het is een volstrekt willekeurig gekozen grens. Zie het als een dobbelsteengooi. Er is geen morele of rationele overweging aan pas gekomen. Het is zoals jij een auto zou willen kopen, open je de gouden gids en je koopt de merk bij de eerste dealer die je kan zien.

    Maar als je toch een rationele rechtvaardiging wilt, denk aan het volgende verklaring: Het feit dat in de twintigste eeuw 250 miljoen mensen in oorlogen zijn gestorven, het feit dat we nu honderden duizenden Irakezen vermoorden om hen van hun olie te beroven, bewijst dat morele systemen niet werken. Men vindt altijd een excuus om te doden. Men zegt dat de aanval op Irak iets met WMD, al-Qaeda en brengen van democratie te maken zou hebben. Dus je kan altijd een excuus vinden. De excuus kan een bewuste leugen zijn of je kan jezelf voor de gek houden. Het niet-dodenfundamentalisme is een sceptische antwoord op al deze excuses. Door me voor te nemen om voor geen enkele reden te doden, zelfs niet in zelfverdediging, of om anderen te redden, sluit ik de mogelijkheid uit dat ik mijzelf voor de gek houd, of dat anderen mij met leugens kunnen overtuigen om mensen te vermoorden.

    Het niet-dodenfundamentalisme is dus bedoeld voor het oplossen van de schijnheiligheid en omdat de schijnheiligheid iets tussen de mensen is, is de grens bij de mens gebleven.

  17. mihai mihai

    Avatar van mihai
    Het is ook niet puur een reactie tegen doden (bijvoorbeeld als zelfverdediging). Het is meer een reactie tegen het feit dat we de instrumenten nog niet hebben om te controleren of de excuus daadwerkelijk waar is. Bijvoorbeeld een Irakeze moeder, waarvan een baby in een Amerikaanse bombardement is gestorven, heeft geen beschikking tot een rechtbank waar ze kan stappen en zeggen: “ik geloof niet dat de Amerikanen gekomen zijn om democratie te brengen en op zoek naar wmd’s. ik geloof eerder dat ze gekomen zijn om mijn olie te beroven. Meneer de rechter hier dag ik de Amerikanen uit om te bewijzen dat ze een goede redenen hebben gehad om mijn baby te vermoorden.” Het feit dat de machtigen kunnen bepalen wat de waarheid is, is voor mij een reden om een niet-dodenfundamentalist te zijn. Op het moment dat er internationale rechtbanken bestaan, waar iedere mens iedere andere mens, groep of land kan aanklagen, ben ik bereid om mijn niet-dodenfundamentalisme te heroverwegen.

    Reactie is geredigeerd

  18. satuka satuka

    Avatar van satuka
    Eerste kort door de bocht reactie:

    "erst das Fressen, dann die Moral"

    Erg boeiend stuk, ik ga het laten bezinken.

Leave a Reply