Het formuleren van een argument en het interpreteren ervan vereisen een bepaalde zorg. Taal is namelijk (bijna) altijd voor meerdere interpretaties vaatbaar. De ethische plicht van een bewerende mens is daardoor om zo precies mogelijk te zijn. De ethische plicht van de interpretator is daardoor om een argument in zijn sterkste mogelijke interpretatie te weergeven. Ik denk dat het onderstaande stukje tekst van een discussiepartner verzuimt op deze punten:
‘Dus wanneer een ander erom verzoekt, zullen argumenten gegeven moeten worden. Altijd? Nee, zeg ik. Stel ik zeg “de muur in mijn woonkamer is wit” en de ander die mijn woonkamer niet kan zien zegt dat deze geel is. Moet ik dan gaan beargumenteren? Nee toch?! Stel, ik zeg dat Al Qaida een terroristisch netwerk is, moet ik dat dan, na al deze jaren, nog steeds gaan aantonen met verwijzingen naar boeken, artikelen, regeringsverklaringen en kranten? Nee toch?! Op zo’n moment mag ik, vind ik, wel de tegenstander in het debat in twijfel trekken, zo van “voelt u zich wel helemaal goed?”’ (Hier de oorspronkelijke context)
Wat de discussiepartner hier zegt is dat hij vindt dat hij in bepaalde gevallen zich aan de bewijslast mag onttrekken. (Dat ik het daarmee oneens ben heb ik hier uitgelegd).
Maar waar het mij nu om gaat is de manier waarop het argument opgebouwd is. Mijn discussiepartner en ik hebben namelijk een discussie over bin Laden en Bush. In deze discussies had ik twee stellingen:
- In de terrorismediscussie ziet het Westen een ding over het hoofd: bin Landen heeft ook (legitieme) politieke eisen.
- Ik heb het in de discussie beargumenteerd dat Bush als misdadiger gezien kan worden.
Welnu, ik heb moeite met de formulering van het bovenste citaat. Zoals het geformuleerd is, kan het op twee manieren geïnterpreteerd worden. Aan de ene kant kan het citaat volstrekt onafhankelijk gezien worden van mijn twee stellingen. Aan de andere kant kan het citaat geïnterpreteerd worden als verbonden met onze oude discussie. In die discussie heeft mijn discussiepartner namelijk een dergelijk houding genomen, met betrekking met mijn stelling dat Bush misdadiger is. Daar heb ik het volgende argument gebruikt:
Laten we kijken hoe het Nederlandse rechtssysteem werkt. De aanklager heeft als bewijslast om te bewijzen dat een moord plaats heeft gevonden en dat de verdachte de daad heeft verricht. Zodra de aanklager dat heeft bewezen, gaat de bewijslast naar de verdachte verschuiven. De verdachten moet één van de volgende drie dingen bewijzen:
- dat de daad niet plaats heeft gevonden, bijvoorbeeld door het aan te tonen dat het vermoedelijke lijk nog leeft.
- het aan te tonen dat hij niet de dader is
- of het aan te tonen dat zijn daad gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld als zelfverdediging.
Welnu, in Irak is tenminste 1 mens als gevolg van Bush’s daden overleden. Het doden van een mens is een misdaad. Dus Bush is een misdadiger. Het bewijslast wordt dus geschoven naar de verdediging. Niemand ontkent dat de daad plaats heeft gevonden, noch dat de dader de dader is. Dus de verdediging heeft slechts de derde alternatief en is verplicht te bewijzen dat Bush een goede reden heeft gehad om zo te handelen.
In deze discussie, voor zover dat ik het herinner, heeft mijn discussiepartner de houding aangenomen, die hij in het bovenste citaat als acceptabel beschrijft. Hij heeft het niet zo geformuleerd, maar de houding was: “voelt u zich wel helemaal goed?””
En hier ontstaat het probleem met het bovenste citaat. Want het bovenste citaat noemt niet het oorspronkelijke argument als voorbeeld, maar een ander argument. Hij zegt dat hij niet hoeft te bewijzen dat “Al Qaida een terroristisch netwerk is” “na al deze jaren”. Dat heeft mijn discussiepartner een redelijke punt. Het probleem is echter dat ik niet gevraagd heeft dat hij bewijst dat “Al Qaida een terroristisch netwerk is”. Ik heb gevraagd dat hij het bewijst dat Bush onschuldig is.
In het geval van Al Qaida is de stelling van mijn discussiepartner sterker. In het geval van Bush is hij zwakker. Mijn mening is daardoor dat mijn discussiepartner zich aan een van de volgende twee onrechtmatige discussiezetten schuldig maakt:
Mogelijkheid 1:
Hij heeft mijn argument in een zwakkere positie geïnterpreteerd. Want ik heb een ander bewijs geëist dan in het bovenste citaat. En zijn reactie was zoals in het bovenste citaat maar op een andere stelling. Met andere woorden wordt hier iets aangevallen dat ik niet heb gezegd. In de argumentatietheorie heet dat de stroman drogreden (lees denkfout).
Mogelijkheid 2:
Stel dat mijn discussiepartner helemaal niet aan onze oude discussie refereert. Het bovenste citaat kan echter heel makkelijk zo geïnterpreteerd worden. Dat wil zeggen dat mijn discussiepartner zich niet aan de eerste regel van de argumentatie heeft gehouden. Hij heeft namelijk niet zo zorgvuldig mogelijk gehandeld om de mogelijkheid van meervoudige interpretaties uit te sluiten.
Een argumentatiescheidsrechter, als hij denkt dat een stelling op meerdere manieren te interpreteren valt, diskwalificeert de stelling meteen. Dat beschouwt hij namelijk als de drogreden van de ambiguïteit. Natuurlijk houdt de scheidsrechter rekening met het feit dat alle of bijna alle taaluitingen op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Maar hij kan besluiten dat de slordigheid van een stelling te groot is, en dit is volgens mij een dergelijk geval.
Extra opmerking
Het is mogelijk dat het bovenste citaat volstrekt onafhankelijk is van mijn eerdere argumenten. Ik heb het ergens anders uitgelegd waarom men zich niet aan de bewijslast kan onttrekken. Zelfs als ik mijn discussiepartner een gunst zou willen doen, door te accepteren dat hij niet hoeft te bewijzen dat “Al Qaida een terroristisch netwerk is”, deze toekenning zou irrelevant zijn voor de bewijslast in het geval van Bush.
Conclusie
Zo zien we waarom het belangrijk is dat een stelling de mogelijkheid voor meerdere interpretaties uit gaat sluiten en dat de interpretator een stelling in zijn sterkste interpretatie weergeeft.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment