Soms bouwt men achterstand op allerlei terreinen of laat bepaalde delen van het zelf onder verval voor een tijd. Dat voelde ik de laatste tijd want ik had sinds lang geen literair boek meer gelezen. Misschien was dit gevoel niet helemaal bewust en ik heb het pas achteraf waargenomen, na het lezen van het boek Egonomos van Andreu Zaziki.
Er zijn bepaalde eisen die ik aan een roman stel. Het zou bijvoorbeeld diep origineel (voor mij tenminste) en heel spannend moeten zijn, om in een adem uit te lezen, zoals bij ‘De Magiër’ van John Fowles het geval is.
Het zou bijvoorbeeld over diepe innerlijke menselijke drama’s kunnen gaan, om mijzelf lekker met het hoofdpersonage te kunnen identificeren, uit een ziekelijke nood om te lijden. Of het zou een filosofische roman kunnen zijn in de trant van, wordt niet misselijk, Sartre, om mijzelf als een intellectueel te mogen voelen. Het lijkt alsof ik al een vast patroon heb en daardoor in de sfeer van dit soort boeken blijf verkeren. En het is verbazingwekkend hoe toeval onze gewoontes in de war brengt.
Soms gebeuren de meest mysterieuze dingen die wij, in onze nep-mystische drang, graag als voorbestemd zouden willen beschouwen, gebeurtenissen die gepaard gaan met de meest onwaarschijnlijke toevalligheden. Dit was niet het geval toen ik het boek van Zaziki had gekocht. Ik bevond me toevallig tijdens de lunchpauze in de boekenwinkel.
Ze zeggen dat men geen boodschappen met een lege maag behoort te doen. Toch heeft niemand ons gewaarschuwd dat we tijdens de lunchtijd ook boekenwinkels moeten vermijden. Deze honger (geen honger naar kennis of een of andere edele honger) van mij deed mij de naam van de Griekse schrijver associëren met het lekkere Griekse gerecht en dwong mij het boek aan te schaffen.
Het begin van het boek klonk niet veelbelovend. Het gaat over een schrijver die voor zijn hele leven niets anders leest dan de boeken die hij zelf schrijft. Mijn eenvoudige vooroordeel ontwaakte de revolte tegen dit idee, want elke scholier weet dat men, om een schrijver te zijn, zelfs een amateur-schrijver (volgens een andere bekende schrijver), een professionele lezer hoort te zijn.
Hoe kan dan een schrijver boeien als hij niet eerst de klassieken had gelezen, de existentialisten, surrealisten en de postmodernisten. Of de antineosuprarandomisten. (Die laatste bestaan nog niet en ik ben er ook niet van plan die in het leven te roepen.) Hoe kan een schrijver iets van betekenis produceren voordat zijn maag tonnen van papierpasta had vermalen?
Aan de andere kant wilde ik de schrijver een kans geven. ‘Waarom zou ik bevooroordeeld zijn?’ – dacht ik bij mezelf, en als ik toch in het boek was begonnen, had ik het recht pas na het lezen van de laatste punt, na het laatste woord, de laatste druppel schrijverszweet en bloed een negatief vonnis over dit boek uit te spreken.
Het lukt Zaziki een aantal resultaten te bereiken in een enkel verhaal, waar een andere schrijver misschien een kar vol personages en een levenslang oeuvre voor nodig zou hebben. Hij laat zijn lezer zichzelf eerst de vraag stellen over wat het verschil is tussen een ‘echte’ schrijver en deze man, die niets anders heeft gelezen dan zijn eigen werk.
Vooral omdat hij op het eerste gezicht heel gelimiteerd en dom lijkt te zijn. Hij laat ons zien dat het verschil eigenlijk niet bestaat, voor sommigen misschien een bittere smaak, voor anderen een zen-achtige (shit weer dat woord gebruikt) terugkering tot rust.
Deze schrijver had misschien niet eens zijn eerste alfabetboek gelezen, had misschien leren lezen alleen door te schrijven. Het is omdat deze schrijver niet minder kennis over de mens, over het lijden of wat er ook belangrijk in een boek is, heeft dan andere schrijvers die het onmogelijke van het lezen van alle boeken ter wereld zouden hebben kunnen bereiken.
Egonomos heeft een circulair lot, voorbestemd om steeds naar zichzelf te keren, een (al vele malen eerder gebruikt) Prometeus, zijn brandende boeken op de rug dragend. Voor hem, zoals voor ons allemaal, is het ook onmogelijk om andere boeken te lezen want communicatie is onmogelijk en daardoor ook zinloos. Wat voor zin zou het hebben om andere boeken te lezen als men toch nooit de wereld van de schrijver kan betreden?
In deze zin is Egonomos een solipsist, de wereld bestaat alleen in zijn gedachte en hij is het enige wezen daarin. Bovendien verbaast hij zich erover dat geen andere mensen deze opvatting delen.
En Egonomos is alleen bezig met zichzelf, excuus voor de volgende woorden, een intellectuele masturbatie. Hij is de dwangneuroticus die herhaaldelijk dezelfde acties onderneemt en aan de andere kant is zijn neurose een neurotische karma, een neurotische herhaling van de creatie en destructie van het heelal.
Een genie dat geen andere boeken nodig heeft omdat zijn niveau boven het niveau van de andere boeken stijgt. Een kind dat alleen onschuldig kan blijven door geen kennis te nemen van het leed uit de andere boeken.
Al dit soort dingen heeft Zaziki kunnen bereiken met een personage dat op het eerste gezicht een mislukkeling van onze ergste fantasieën lijkt te zijn.
En voordat ik afscheid ga nemen en sommige naar de boekenwinkel rennen om het boek van Zaziki te kopen, moet ik eerst vertelen dat het een recensie van een onbestaand boek is, van een onbestaande schrijver. Het is eigenlijk heel jammer want het had een heel goed boek kunnen zijn…
P.S. Dit was geen grapje. De niet bestaande boeken hebben wel hetzelfde recht op aandacht als de bestaande boeken, zoals recensies, promoties of verkocht worden.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Juweeltje!
.