Skip to content

Tag: tu quoque

Netanyahu’s whataboutisme toont dat hij niet vatbaar is voor rede

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu reageerde op de verklaring van de Franse president Emmanuel Macron om Palestina te erkennen als volgt: “Wij accepteren geen morele preken over een Palestijnse staat van mensen die onafhankelijkheid weigeren aan Corsica, Nieuw-Caledonië en Frans-Guyana.” Dit is een drogreden: een whataboutisme. Daarom is er geen vrede in het Midden-Oosten, omdat noch Israël, noch de Israël-supporters in het Westen rationele argumenten kunnen maken of begrijpen.

Beste Israëlsupporters,

Oorlog is voetbal en – zoals bij elke wedstrijd – speelt men volgens bepaalde regels. De Palestinasupporters menen dat Israël in Gaza met uitgestrekt been tekeer gaat. Jullie daarentegen menen dat Hamas een schwalbe flikt. Zo voeren we een strijd om de publieke opiniebeker voor onszelf te winnen. Maar ook een verbale oorlog voert men volgens regels – en drogredenen zijn vals. Dit epistel is een vriendelijk verzoek om niet meer vals te spelen.

Is Rob de Wijk de derde Machiavelli?

Rob was vier. Hij trok zijn Ma jankend aan haar rok:
Rob: ‘Maááá, Jantje heeft me afgetuigd!’
Ma: ‘En wat is het probleem?’
Rob: ‘Het doet pijn! Het is onrechtvaardig! Mijn vrijheid en mijn lichaam zijn aangetast!’
Ma: ‘Gisteren hebben ook Pietje en Marinus je in elkaar getimmerd. Kom op, iedereen doet het. Dus wat is het probleem?’
Rob: ‘Ma, je bent de grootste sofiste ooit. Jouw drogreden is een tu quoque: als Pietje en Marinus mij in elkaar beuken, wil dat niet zeggen dat Jantje het ook mag doen.’
Ma: ‘Rob, hier is een goede les voor je. Moraal en logische argumenten zijn voor mietjes; echte mannen troeven anderen af in macht en slinksheid. De morele en juridische wetten moet je in je voordeel buigen terwijl je anderen verleidt om die te respecteren. Je moet doen alsof je die ook trouw respecteert om vertrouwen te wekken, om beter te kunnen misleiden. Maar als je geen kans hebt om gepakt te worden, moet je die regels schenden, doen wat in je voordeel is, ongeacht hoeveel lijken je zal maken. Daarom moet je zo snel mogelijk aan de macht komen, om geen last van regels te hebben. Ik zal je helpen. Straks schrijf ik een anonieme brief aan de schooldirectie dat Jantje, Pietje en Marinus stelen uit de geldkas en andere kinderen verkrachten. En in het weekend gaan jullie met de school rotsen beklimmen. Kieper jij die drie in een ravijn als je het op een ongeluk kan laten lijken. Zo werkt de wereld nu eenmaal.’

De grote algemene beschouwer

Het is Wilders gelukt om op de tweede dag van de Algemene Beschouwingen vier drogredenen binnen slechts één enkele minuut te produceren. Hieronder komt hun algemene beschouwing.

Op de eerste dag van de Beschouwingen speelde Wilders niet op de bal maar op de man, met ad hominems zoals ‘grote gedoger’, ‘mede-klungelaar’, ‘schoothondje’ en ‘bedrijfspoedel’ aan het adres van Cohen. Daarop kwam veel kritiek uit de Tweede Kamer, vooral van Emile Roemer.

Tu quoque (jij-bak)

Drogredenaar Arend Jan Boekestijn (002)

In het eerste stuk over de columnOntaarde regimes” heb ik gesuggereerd dat Boekestijn zijn stuk met een cirkelredenering begint. Meteen daarna krijgen we drie andere twijfelachtige zinnen:

“Hoe komt het dat zo’n groot man zulke eenzijdige standpunten over Israël inneemt? [1] Op zijn website verdedigt hij bijvoorbeeld de stelling dat Israël geen democratie meer is. [2] Over het Syrische tekort aan democratie lezen wij niets. [3] Waarom is Van Agt niet in staat om de ware aard van een regime te doorgronden?”

Vandaag wil ik zin 1 en 2 behandelen.

Ook de moeder van Paul Brill

Paul Brill produceert in zijn laatste column een bijzondere tu quoque. Het is bijzonder omdat het heel goed illustreert waarom deze drogreden een drogreden is. Hier komt het:

Achtergrond
Brill reageert op een kritische column in het dagblad Le Monde waar een groep anonieme “hoge Franse diplomaten de vloer aan[veegde] met het buitenlandse beleid van president Nicolas Sarkozy.” Deze (voormalige) diplomaten en hoge ambtenaren bekritiseren Sarkozy ook voor de steun aan de Arabische tirannen.

En hier komt de tu quoque:

“Maar wat het artikel in Le Monde vooral ongeloofwaardig maakt, is dat volledig voorbij wordt gegaan aan het feit dat de wel zeer hartelijke relatie met allerhande Arabische potentaten, die de regering-Sarkozy nu wordt nagedragen, haar oorsprong vindt in het beleid van vorige Franse presidenten. Op dit punt is er juist sprake van een grote mate van continuïteit. Zowel François Mitterrand als Jacques Chirac onderhield een nauwe band met Hosni Mubarak. Mitterrand was het eerste Europese staatshoofd dat Yasser Arafat officieel ontving, Chirac was dik met Abdelaziz Bouteflika van Algerije en toonde zich diep bedroefd toen Arafat overleed (waar anders dan in Parijs).”