Skip to content

Tag: proces wilders

Slechts Germanen mogen spreken

Met hoongelach reageerde de wereld op een foto van een conferentie in Saoedi-Arabië over vrouwenrechten. Want alle deelnemers waren mannen. Aan deze foto moest ik denken toen de advocaat van Wilders Afshin Ellian citeerde en beweerde dat Marokkanen niet beschermd zouden moeten worden door de wet omdat zij oververtegenwoordigd zijn in de media. Marokkanen zouden voor zichzelf kunnen opkomen en Wilders tegenspreken. In mijn oren klonk dit vreemd, want ik leefde met de indruk dat vooral Germanen op de opiniepagina’s stonden. Met Germanen bedoel ik accentloze Nederlanders, met een aantal generaties voorouders in Nederland, vooral wit en vaak met een judeo-christelijke achtergrond.

De drogreden van Syp Wynia

In het proces Wilders betoogde diens advocaat Geert-Jan Knoops op basis van complottheorieën afkomstig van extremistische sites en drogredenen van opinieschrijvers. Een van deze drogredenen komt van Syp Wynia in Elsevier:

“Dat Marokkanen volgens het OM een ras zijn is natuurlijk buitengewoon vreemd, maar in juridische zin misschien niet per se onzin. Het OM maakte het nog wel een beetje gekker, door te benadrukken dat mensen ook nog eens niet aan het Marokkaan-zijn kunnen ontsnappen, omdat de Marokkaanse overheid het schrappen van de Marokkaanse nationaliteit onmogelijk maakt.
Dat is een heel aanvechtbare redenering. Dan zou de vrijheid van meningsuiting van Nederlandse burgers of politici aangaande Marokkanen extra ingeperkt worden door een Marokkaanse beleidslijn, die door Nederland ook nog eens wordt betreurd. Een beetje rechtbank veegt die overweging van tafel.”

Willen jullie minder Joden?

In het proces Wilders gebruikte diens advocaat Knoops een sofisme. Hij zei dat het OM door Wilders te vervolgen een politiek correct antwoord wilde opleggen aan alle Nederlanders. Immers Wilders stelde de vraag of men meer of minder Marokkanen wilde. Als ‘minder’ een strafbaar antwoord zou zijn, dan zou ‘meer’ het enige legale antwoord zijn, aldus Knoops. Zijn drogreden heet ‘vals dilemma’. Er zijn immers meer dan twee antwoorden op deze vraag, zoals: gelijke aantallen; geen mening; het is geen legitieme vraag.

De rassenleer van Paul Cliteur

In zijn getuigenis in het proces Wilders, betoogt professor Cliteur dat Marokkanen geen ras zijn, maar een nationaliteit. Wilders staat terecht voor belediging van een groep mensen wegens hun ras (artikel 137c) en van aanzetten tot haat en discriminatie van Marokkanen (artikel 137d). In deze artikelen, zegt Cliteur, staat geen nationaliteit, maar andere discriminatiegronden: ras, godsdienst, levensovertuiging, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid, lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. Omdat in de Wet Gelijke Behandeling ook andere discriminatiegronden staan – inclusief nationaliteit – concludeert hij dat de wetgever de nationaliteit met opzet uit artikel 137 heeft wegelaten. Jegens alle andere groepen mag je haatzaaien, aldus Cliteur. Ik zal aantonen dat Cliteur zich vergist.