Een debat is een paradoxale zeeslag. Twee admiraals leiden twee vloten, met schepen van verschillende grootte, stootkracht, pantser en bewapening van verschillende effectiviteit. De deelargumenten zijn schepen. Een admiraal verdedigt een stelling op een tropisch eiland, met ongekende lekkernijen en schaars geklede, wilde dames. Hij probeert de stelling te versterken terwijl de andere admiraal, de opponent, de stelling wil vernielen.
Volgens ridderlijke eer schieten ze ieder op hun buurt op de schepen van de ander. En na een bloedige zeeslag kijkt men welk laatste schip van welke vloot blijft drijven. Als het een schip is van de verdediger, wordt de stelling gepresenteerd als minder kwetsbaar dan daarvoor. Als het een schip is van de aanvaller, mag deze de stelling triomfantelijk plunderen en een andere vesting in zijn plaats bouwen.