Skip to content

Tag: internationaal recht

Hoe bindend zijn de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof?

Ik vond een onjuiste uitspraak op het internet:

“Het Internationale Gerechtshof (ICJ) maakt deel uit van de Verenigde Naties en haar belangrijkste functies zijn het bemiddelen in juridische geschillen door staten te adviseren over juridische kwesties, die haar worden aangereikt door daartoe bevoegde internationale organen, agentschappen, en de Algemene Vergadering van de VN. De ICJ moet niet worden verward met het Internationale Strafhof, die wereldwijd bindende rechtspraak kan uitoefenen. De rol van het Internationale Gerechtshof is m.a.w. niet bindend maar enkel adviserend.” [vet in het origineel]

Hoe Cronus zijn bastaard met Justitia oppeuzelt

Het volkenrecht heeft een groot gebrek: machtelozen kunnen de machtigen niet voor een rechtbank dagen. Het gaat mij vooral om dat elke individu iedereen kan aanklagen, andere individuen, groepen, internationale organisaties, bedrijven, landen, bij een internationale rechtbank. Bijvoorbeeld bin Laden zou George Bush (of de VS) moeten kunnen aanklagen, mocht ie dat willen.

Over de gevolgen en de reden voor het bestaan van een dergelijke rechtbank heb ik elders geschreven. In dit stuk wil ik een gebeurtenis tussen de wereldoorlogen beschrijven als een unieke kans om een dergelijke “rechtbank” gestalte te geven, een plek waar machteloze individuen hun geschillen met koloniale grootmachten kunnen oplossen.

De kans is echter verspeeld door het toedoen van de grootmachten, met flauwe excuses. De beste verklaring voor deze weigering is dat de machtigen met opzet het slechte willen blijven doen, ongehinderd door een rechter.

Hardkoppig okkupasie

Pro-Israëlische debateerders op het internet beweren regelmatig dat de Westelijke Jordaanoever niet ‘bezet’ is, maar ‘betwist.’ Een van mijn argumenten dat deze gebieden bezet zijn, baseert zich op de uitspraken van het Israëlische Hooggerechtshof. Het Hof heeft namelijk in een behoorlijk aantal uitspraken gezegd dat deze gebieden ‘bezet’ zijn. Sterker nog, in bepaalde rechtszaken verdedigt de Israëlische regering haar handelingen zelfs met beroep op het argument dat ze bezet zijn. Dus de Israëlische regering geeft toe dat ze bezet zijn. Desondanks ontkennen onze debateerders tot de laatste druppel inkt dat het Hof dat zou hebben gezegd.

Een voorbeeld van een dergelijke debateerder is blogger E.T., die, naar zijn eigen zeggen, ‘14 jaar in een nederzetting in Jehuda weShomron, a.k.a. de betwiste gebieden’ woont. Ik wil hieronder een typische discussie tussen ons weergeven, met wat extra commentaar en een weerlegging van zijn stellingen.

Voorgekookte wedstrijd

Wim Kok en zijn gezelschap kan toeschouwers na hartenlust blesseren. Straffeloos! Tenminste dat is wat het Gerechtshof in Amsterdam ons wil doen geloven.

Op zes juli 2000 heeft het Hof een uitspraak gedaan in de allereerste Nederlandse poging om ministers aansprakelijk te stellen voor schending van internationaal recht.1 Een aantal Joegoslaven heeft Kok, De Grave en Van Aartsen aansprakelijk gesteld voor immateriële schade, veroorzaakt door de Nederlandse deelname aan de NAVO-bombardementen op Joegoslavië. Deze “vijanden”, waaronder een aantal militairen, menen dat de bombardementen onrechtmatig oorlogsgeweld zijn en dat de ministers, als besluitende staatsfunctionarissen, verantwoordelijk zijn.