Koloniale machten hebben het moderne volkenrecht gemaakt en als de machtige het recht maakt dan is het een recht van de sterkste. De machtige gebruik het recht als alternatief voor geweld. Het recht van de sterkste heeft twee kenmerken: ten eerste lossen de machtigen hun onderlinge conflicten geweldloos op. Ten tweede wil de machtige de machteloze via het recht verleiden om zich geweldloos aan de wil van de machtige te onderwerpen. List is minder last.
Neem bijvoorbeeld de Spaanse kolonisten. Bij het landen in Amerika lazen de Spanjaarden de Indianen een zelfverzonnen juridisch document voor en legden uit waarom ze volgens een zelfverzonnen recht Amerika in bezit mochten nemen.
Maar de machtige komt meestal bedrogen uit, want recht als machtsinstrument is een boemerang. De machtige bindt zichzelf op lange termijn aan de wet en met zijn bluf dat het recht rechtvaardig is, bindt hij zichzelf aan rechtvaardigheid. De machteloze zal recht, rechtvaardigheid en invloed op de definitie van rechtvaardigheid eisen.