Geert Wilders wil vier keer per jaar referenda in Nederland houden. Goed plan zou ik zeggen, als je Henk en Ingrid maar op mijn intelligentie- en kennisniveau brengt. Want het volk is dom, bewijst alle wetenschap.
Wilders liet Thierry Baudet en Paul Cliteur een ‘onafhankelijk onderzoek’ doen. Niet dat Baudet mijn favoriete wetenschapper is, want hij zoog in zijn proefschrift behoorlijk uit zijn duim, maar vooruit. Ik ging willekeurig een belangrijke stelling in het referendum-rapport controleren:
“Zo werd onderzoek gedaan naar de kennis over Oekraïne onder de Nederlandse bevolking in de aanloop naar het referendum. Volgens Peter Kanne (I&O research) is dat in enkele maanden met tientallen procentpunten gestegen.”
Ten eerste zijn Baudet en Cliteur onvriendelijk met hun collega wetenschappers, want ze zeggen nergens waar ik dat onderzoek van Kanne kan vinden. Na googelen vond ik wel een PDF, maar hoe weet ik dat Baudet en Cliteur dit rapport bedoelen?
In het rapport staan drie paragrafen over de kennis bij de kiezer over het referendum. Maar je wordt daar niet vrolijk van. Kanne’s onderzoek eindigde op 28 maart 2016, anderhalf week voor het referendum.
48% van de ondervraagden gaf aan tamelijk tot zeer vaak iets over het referendum gelezen of gehoord te hebben. 45% ‘niet zo vaak’. Dat zegt men zelf, dus hoeveel is het in werkelijkheid? Hoe weet ik wat men bedoelt met ‘vaak’?
Sterker nog, over iets vaak horen is geen bewijs dat iemand iets daadwerkelijk inhoudelijk of correct weet. Zo geloofde 52% van de Republikeinen in Mississippi in 2012 dat Obama moslim was, omdat ze het vaak hadden gehoord. Maar hieruit volgt niet dat hun overtuiging iets met de werkelijkheid te maken heeft. In hun boek ‘Do facts matter?’ citeren Jennifer Hochschild en Katherine Einstein enquêtes waar 52% van de diep overtuigde Republikeinen gelooft dat Obama buiten de VS was geboren. Dit vooral door vaak herhaalde uitspraken tijdens conservatieve talkshows (zie ‘The Outrage Industry’ van Jeffrey Berry en Sarah Sobieraj). Dus over iets ‘vaak’ lezen of horen, is geen goede meetlat van de kennis.
In Kanne’s onderzoek rapporteerde 44% van de Nederlanders zelf dat men wist ‘welke onderwerpen in de Associatieovereenkomst aan de orde komen’. Dit is geen bewijs dat men voldoende kennis heeft om goed te stemmen, om drie redenen. Ten eerste omdat het eigen geloof is. Wetenschappers weten dat hoe minder iemand over een onderwerp weet, hoe meer hij erover denkt te weten. Zelfkennis over kennis is behoorlijk onbetrouwbaar.
Ten tweede wist men welke onderwerpen in het verdrag staan. Stel je voor dat ik je vertel dat in de Keniaanse grondwet een van de onderwerpen ‘grondrechten’ is. Je weet welk onderwerp het is, maar je weet nog steeds niet waar het om gaat, je kent nog steeds geen enkel grondrecht.
Ten derde rapporteerde 37% een lage kennis over welke onderwerpen erin zouden staan. Dit is een behoorlijk percentage. 37% kan het referendum beide kanten laten beslissen, volstrekt onwetend.
De derde paragraaf gaat over ‘Kennis van inhoud’ en hier gaat het vooral om. 3% beschreef zijn kennis als ‘goed’. Nogmaals, Peter Kanne heeft hun kennis niet getoetst, dit is slechts wat de mensen zelf geloven. 33% dacht te weten wat ‘ongeveer’ in het verdrag zou staan en 25% helemaal niks. Als 33% van de hersenchirurgen ongeveer zouden weten waar je brein ligt en 25% helemaal niet, zou een breinoperatie een Russisch roulette zijn.
Stel je voor dat de 3% de overeenkomst zou hebben gelezen. Weten die mensen iets? Niet echt. Neem bijvoorbeeld Chris Aalberts, wetenschapper met PhD. Hij heeft het verdrag gelezen en daarover geschreven. Zonder minimale kennis van volkenrecht en verdrageninterpretatie, fantaseert hij erop los, een eigen, uit de duim gezogen verhaal. Hij las artikel 2 bijvoorbeeld, over algemene beginselen:
“De bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid (…) vormen essentiële elementen van deze Overeenkomst.”
Aalberts interpreteert dit als een EU-belofte om Oekraïne tegen Rusland te beschermen, als ‘mengen in een conflict’. Dit is totale bullshit. Iemand met kennis van volkenrecht weet dat dit artikel algemeen gelul is, zoals een kookboek zou beginnen met ‘koken doe je met kookgerei’.
Hetzelfde staat in het VN-Handvest: “In hun internationale betrekkingen onthouden alle Leden zich van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat.”
Deze artikelen herhalen slechts fundamentele normen van het volkenrecht en ze zijn al bindend. EU en Oekraïne zijn al verplicht om hen te respecteren. Dus artikel 2 in de Oekraïne-overeenkomst is slechts een herbevestiging van reeds bestaande normen. Als artikel 2 EU zou binden om voor Oekraïne op te komen, dan zou deze plicht al bestaan, maar geen nieuwe plicht zijn.
In het beste geval kan je hierin de belofte lezen dat de EU Oekraïne niet zal annexeren, dat de EU zelf de onafhankelijkheid van Oekraïne niet bedreigt (en andersom). Er staat hier geen enkele belofte dat EU Oekraïne tegen Rusland zou beschermen.
Dit toont aan dat zelfs als Henk en Ingrid de overeenkomst zouden hebben gelezen, er meer kennis nodig is om het ook te snappen. Want juridische taal leeft in een eigen universum.
Dus als Baudet en Cliteur zeggen dat het wetenschappelijk vast staat dat de ‘kennis over Oekraïne … in enkele maanden met tientallen procentpunten gestegen’ is, weet je dat ze bluffen, of dat ze zelf terug naar school moeten.
Geredigeerd door Pascale Esveld
[“Geert Wilders wil vier keer per jaar referenda in Nederland houden. Goed plan zou ik zeggen, als je Henk en Ingrid maar op mijn intelligentie- en kennisniveau brengt. Want het volk is dom, bewijst alle wetenschap. “]
Ik durf tegenwoordig m’n voornaam niet meer te gebruiken. 🙂
Maar vergis je niet in Wilders Zie http://speld.nl/2016/09/19/wilders-pleit-gemeenteraden/