Simon Admiraal serveert ons de stelling dat ‘Tariq Ramadan wil omgekeerde integratie’ in een opiniestuk in de Volkskrant. Dit stuk is doorspekt met denkfouten en de stelling wordt op geen enkele manier hard gemaakt. Daarnaast toont het gebruikte materiaal evidente onjuistheden. Omdat ik toegang heb tot de Engelse versie van Ramadan’s boek “Western Muslims and the Future of Islam”, kon ik de enige twee aangeleverde “bewijzen” controleren op juistheid van vertaling en de context.
Het gaat om het volgende stuk:
“Deze omgekeerde manier van integratie verwoordt hij in zijn boek Westerse moslims en de toekomst van de islam nog kernachtiger met de mededeling dat ‘wij alles als islamitisch beschouwen wat zich niet verzet tegen de islam’. Hij [Ramadan] maakte deze opmerking in zijn paragraaf over de opkomst van een islamitisch feminisme. Op dat terrein ziet hij een rol weggelegd voor de islam die, naar hij hoopt ‘uiteindelijk leidt tot een ander beeld van de westerse vrouw, modern, autonoom en toch door en door islamitisch. Het zal niet het klassieke beeld zijn van de bevrijde westerse vrouw’.”
Dus de twee vetgedrukte quotes zouden “kernachtiger” aantonen dat de Ramadan een omgekeerde integratie zou willen.
Bewijstuk 1:
De Engelse context van ‘wij alles als islamitisch beschouwen wat zich niet verzet tegen de islam’ is:
“We saw in the first part that the work of categorizing methodologies in the fundamentals of law and jurisprudence (usul al-fiqh) taught us to differentiate between universal principles and commandments and the forms that their implementation take in a given culture. Although, as we have explained, the principle of integration allows us to consider as Islamic everything that does not oppose Islam, it is nevertheless erroneous and methodologically incorrect to confuse an Islamic principle a posteriori with the way it has been expressed in a given culture.”, Pagina 139
Wat Ramadan hier zegt is het volgende: in de voorafgaande hoofdstukken heeft hij het aangetoond dat de Islam in verschillende landen op verschillende manieren geïnterpreteerd wordt, als gevolg van cultuurverschillen. Daarom moet men echter naar de kernprincipes van de Islam kijken en zien dat de bekende negatieve eigenschappen, die in publiciteit komen, niet bij islam horen, maar bij de culturen in de betreffende landen. Hij stelt daardoor onder andere een hervorming (“reform”) voor.
Islam laat toe dat moslim alles eigenschappen van een cultuur als islamitisch beschouwen, als deze eigenschappen niet tegen de islam zijn gericht. Het zou echter een denkfout zijn om te zeggen dat een eigenschap Islamitisch is omdat de moslims, binnen een bepaalde cultuur, die culturele eigenschap hebben overgenomen.
Dus niks wat met een omgekeerde integratie te maken zou hebben in dit “bewijsstuk”. Simon Admiraal maakt echter de denkfout, waar Ramadan voor waarschuwt. Admiraal schijnt hiermee de woorden van Ramadan als volgt te interpreteren:
Premisse: Moslims mogen alles als islamitisch beschouwen in een cultuur als het niet tegen islam is gericht.
Conclusie: Alles wat in de Westerse cultuur in strijd is met de islam moet daardoor verworpen worden en het Westen moet zich aanpassen aan de Islam.
Wat we hier zien, is dat Admiraal de vooroordelen over islam bij betrekt en een daarmee heleboel woorden in Ramadan’s mond zelf plaatst. Wishful thinking. Dit wordt vooral duidelijk als we zoeken naar wat Ramadan precies met “principle of integration” bedoelt. Al op pagina 5 is de “principle of integration” beschreven:
“Beginning with the message of Islam and its universal principles, I have investigated the tools that can give an impetus, from the inside, to a movement of reform and integration into the new environments. The power and effectiveness of the “principle of integration,” which is the foundation upon which all the juridical instruments for adaptation must depend, lie in the fact that it comes with an entirely opposite perspective; instead of being sensitive, obsessed by self-protection and withdrawal and attempts to integrate oneself by “the little door,” on the margin, or “as a minority,” it is, on the contrary, a matter of integrating, making one’s own all that people have produced that is good, just, humane—intellectually, scientifically, socially, politically, economically, culturally, and so on. While our fellow-citizens speak of this “integration” of Muslims “among us,” the question for the Muslims presents itself differently: their universal principles teach them that wherever the law respects their integrity and their freedom of conscience and worship, they are at home and must consider the attainments of these societies as their own and must involve themselves, with their fellow-citizens, in making it good and better. No withdrawal, no obsession with identity—on the contrary, it is a question of entering into an authentic dialogue, as between equals, with all our fellow citizens with respect for the identical universality of our respective values, willingly open to mutual enrichment and eventually to becoming true partners in action.”
Dus de gebruikte quote suggereert op geen enkele manier dat Ramadan een omgekeerde integratie zou willen. Verder wijdt Ramadan een heel hoofdstuk aan de “principle of integration” waar hij op geen enkele manier suggereert dat er een omgekeerde integratie moet plaatsvinden.
Alles wat goed is moet overgenomen worden. Maar Ramadan stelt ook de vraag, wat gebeurt als er iets inderdaad in strijd met de Islam schijnt te zijn?:
“Does this mean that this attitude will by itself make it possible for us to overcome all the problems and that there will then be no contradictions in the Islamic consciousness between the need to remain Muslim and the realities of life in the West? Of course not—but this is nevertheless the way to set the terms of the equation, which must change entirely.”
Ramadan stelt twee handelingen voor om het innerlijke conflict op te lossen:
- Eerst goed inventariseren wat goed is in het Westen en in overeenstemming met de Islam. (Let op dat Ramadan beschouwt alle principes van de democratische rechtstaat en burgerrechten als in overeenstemming met de islam.)
- Daarna moet men naar het algemeen belang (malasha) kijken. Hier moet men kijken in hoeverre het publieke belang toestaat dat de moslim volgens zijn geweten handelt. Soms moet men de Islam zich aan het algemeen belang aanpassen via legale middelen (ijtihad en fatwas).
Dus de “principle of integration” levert geen omgekeerde integratie, maar slechts “contribution”, “reform” en “transformation”. Geen van deze worden slaan op het Westen, maar op islam. De enige plek waar het woord “transformation” op Westerlingen zou kunnen slaan is pagina 156. Daar is het niet duidelijk wie het onderwerp van de zin is, de moslims of een minderheid van de Westerlingen, die zich verzet tegen sociale rechtvaardigheid en pleit voor discriminatie, in tegenstelling met de grote meerderheid van de Westerlingen die dezelfde morele waarden met de moslims delen. Bij deze is het eerste bewijsstuk weerlegd.
Bewijstuk 2:
Een stukje verderop suggereert Simon Admiraal dat Ramadan de Westerse vrouw wilt islamiseren:
“Deze omgekeerde manier van integratie….‘uiteindelijk leidt tot een ander beeld van de westerse vrouw, modern, autonoom en toch door en door islamitisch. Het zal niet het klassieke beeld zijn van de bevrijde westerse vrouw’”
En nu naar de Engelse tekst in context.
Ten eerste, bevat de Nederlandse tekst een paar komma’s minder, wat vragen doet ontstaan of de Nederlandse vertaling eerlijk en/of deugdelijk is geweest.
Ten tweede, is het evident, zowel uit de quote zelf, als uit de hele context, dat Ramadan over de islamitische vrouw praat, niet over een bekeerde westerse vrouw. De vertaling suggereert eerder een westerse vrouw als onderwerp. Heel fout. Er is dus op geen enkele manier sprake van omgekeerde integratie:
“This [islamic] feminism is on the march, even if it is difficult in the West to accept that a Muslim woman can be liberated from within the very confines of the Islamic terms of reference or that a woman who wears a headscarf may in some way be really free and liberated. The visibility of women, and their voices, which are increasingly heard, should eventually change these images and, one hopes, propose another model of a modern, autonomous, Western, and profoundly Muslim woman.”
Het is op te merken dat Ramadan in stuk van een aantal pagina’s voor deze quote zware kritiek oplevert op praktijken zoals gedwongen huwelijk, huiselijk geweld, onthouding van onderwijs, discriminatie tussen zonen en dochters, vrouwendiscriminatie, dwarsbomen van scheidingen, financiële afhankelijkheid etc. Deze culturele praktijken zijn volgens hem onverenigbaar met de islam.
Het Islamitische feminisme daarentegen gebruikt Islam om zich van al deze praktijken te bevrijden, door zich op kernprincipes van de Islam te beroepen. Uiteindelijk, als we in de tekst van Ramadan kijken, verschilt deze “bevrijde” moslima op geen enkele manier in haar burgerrechten van de moderne westerse vrouw. En een bekering van de westerse vrouw komt alsnog NIET voor.
Ik moet dus concluderen dat Simon Admiraal de ethiek van de argumentatie schendt, want deze ethiek vereist dat we een tekst in zijn sterkst mogelijke interpretatie behandelen. We moeten dus geen stromannen aanvallen, noch eigen wishful thinking invoegen in een tekst.
Voor vergelijking heb ik het volgende boek gebruikt: “Western Muslims and the Future of Islam”, Oxford University Press, 2004, geraadpleegd bij https://www.questia.com op 5 oktober 2008
Geredigeerd door Pascale Esveld
Kan ik volstaan met kort te refereren dat Admiraal voorbij zag aan het feit dat een koe een rund is, maar een rund geen koe?
Da’s toch al een tijdje geleden??
Tariq Ramadan, hebben ze hem nog niet genoeg gebashed dan? Hij is toch weg??
@Maria
Het is ook een oude column van Admiraal, en dit een gerecycleerde blog van mij. Geplaatst voor twee redenen, het is relevant en Admiraal is een getuige-deskundige in Wilderszaak.
@christinA
Precies. Een moslima is ook een vrouw, maar een vrouw is niet altijd een moslima.