Laten we nog een weerlegging van Emanuel Rutten’s godsbewijs bekijken.
Rutten’s godsbewijs
Premisse 1: Voor alle p geldt dat als p noodzakelijk onkenbaar is, dan is p noodzakelijk onwaar.
Premisse 2: De propositie ‘God bestaat niet’ is noodzakelijk onkenbaar.
Conclusie 1: ‘God bestaat niet’ is noodzakelijk onwaar.
Conclusie 2: Het is noodzakelijk waar dat God bestaat.
Weerlegging
Neem bijvoorbeeld NLCGTDH. NLCGTDH staat voor The Natural Law that Created God and Then Destroyed Him.
Vervang God in Manuel’s argument met NLCGTDH.
Premisse 1: Voor alle p geldt dat als p noodzakelijk onkenbaar is, dan is p noodzakelijk onwaar.
Premisse 2: De propositie ‘NLCGTDH bestaat niet’ is noodzakelijk onkenbaar.
Conclusie 1: ‘NLCGTDH bestaat niet’ is noodzakelijk onwaar.
Conclusie 2: Het is noodzakelijk waar dat NLCGTDH bestaat.
We hebben dus bewezen is dat er een natuurlijke wet noodzakelijk bestaat, die God heeft geschapen en daarna vernietigd. Dus God bestaat niet.
Zie ook mijn nieuwste blog: Er is geen bewijs dat God bestaat
Zie ook mijn vorige blogs hierover:
Emanuel Rutten en het godsbewijs (07)
Emanuel Rutten en het godsbewijs (06)
Emanuel Rutten en het godsbewijs (04)
Emanuel Rutten en het godsbewijs (03)
Emanuel Rutten en het bewijs voor rXLUAP6AA5L8^LZzTHZzc3ue!!Zo48
Emanuel Rutten en het godsbewijs (01)
Geredigeerd door Pascale Esveld
Beste Mihai,
Ook deze vijfde poging om tot een adequate objectie tegen mijn argument te komen is niet succesvol. Zie mijn reactie onder “15 april 2012 19:49″ op mijn blog http://bit.ly/IH1Qjw
Groet,
Emanuel
@Emanuel
==Echter, God is voor mijn argument per definitie de eerste oorzaak. God is dus per definitie onveroorzaakt.==
Dat is een cirkelredenering (petito principii). Want je veronderstelt wat je dient te bewijzen. Door alleen logica te gebruiken is er geen enkele manier te besluiten dat jouw argument voorrang moet hebben op mijn voorbeeld in weerlegging 05.
Beste Mihai,
Zie wederom mijn reactie op mijn eigen blog. In dit geval die van “15 april 2012 20:21”. Ik plaats mijn replieken daar omdat ik de dialectiek op dezelfde plek wil bundelen. Alleen zo blijft een en ander overzichtelijk voor mijzelf en alle meelezers.
Groet,
Emanuel
@Emanuel
Ik kon daar niet meer reageren. Hieronder jouw reactie en daaarna mijn weerlegging:
Het blijft een petitio principii. Want je zegt wat de definitie is. Een definitie kan geen argument weerleggen. Mijn argument dat NLCGTDH bestaat heeft dezelfde overtuigingskracht of geldigheid als jouw argument dat God bestaat. Jouw definitie kan mijn logisch argument niet weerleggen. Eerder uit het feit dat een logisch argument bewijst dat God niet bestaat, moet je concluderen dat jouw definitie nergens op slaat. (Dus jouw definitie van God is een definitie van een verzameling met NULL elementen)
Precies zoals een definitie van eenhoorns. De definitie van eenhoorns kan geen argument verslaan dat aantoont dat eenhoorns niet bestaan.
Mihau, ik geloof dat je er heel veel werk van maakt, een hypomanische bezigheid, en er toch eens een reactie moet komen van Rutten. Dit gaat je niet in je koude kleren zitten. Misschien heeft Rutten wel een afwijkenden mening die biologisch te verklaren is. Want wie zit nu te wachten op een godsbewijs of wie wacht er op god; of een bewijs dat hij niet bestaat. Misschien is dit een verklaring: het is allemaal onzin.
Maar ja, dan is onzin natuurlijk weer leuk om te doen, zonder dat daarvoor weer bewijzen zijn.
Bestaat God?
Kan God bestaan?
God = alwetende.
Kan een alwetende bestaan?
Indien er iets is wat een alwetende niet kan weten, dan kan een alwetende niet bestaan.
Het kan niet geweten zijn dat er geen alwetende bestaat.
Een alwetende kan niet bestaan.
God kan niet bestaan.
God bestaat niet.
@Hugo
zo simpel is het niet. want het is slechts wij die niet kunnen weten of hij niet bestaat.
het argument is gelijk aan het origineel argument: ‘God bestaat niet’ is noodzakelijk onkenbaar.
Op dezelfde manier is ‘een alwetende bestaat niet’ noodzakelijk onkenbaar (indien er geen alwetende is, is dit vanzelfsprekend. Indien er wel een alwetende is kan hij het niet-bestaan van een alwetende niet kennen).