Hebben jullie de smerige debattruc van Bertus Hendriks gezien? Hier zegt hij dat hij Mosko een heel goede advocaat vindt, bla, bla, bla.
Het helpt (bij een onwetend publiek) om je tegenstander aan te prijzen. Bijvoorbeeld:“Dan pas zal jouw intelligentie bijdragen aan échte oplossingen.” – schrijft een medeblogger over mij en in een andere blog “Je ‘gedegenheid’ duidt op hoge intelligentie én op de wil om geen denkfouten te maken.”
Als je je tegenstander aanprijst toon je een aantal dingen aan:
- Je bent geen blinde fanatiekeling. Een blinde fanatiekeling zal zijn tegenstander slechts als een monster zien, hem van allerlei dingen verdacht maken en niets goeds over de tegenstander denken. Maar als je je tegenstander voor iets aan kan prijzen, dan zal het publiek van je nooit denken dat je een fanatiekeling bent. Je bent dus niet gedreven door haat of andere negatieve gevoelens.
- Je schept een illusie van objectiviteit. Door de indruk te wekken dat je niet alleen het negatieve ziet, maar ook het positieve, wek je de indruk dat je objectiever bent, dan iemand die slechts over het negatieve spreekt. Je bent dus gebalanceerd.
- Je wekt de indruk van iemand die naar een gedeelde oplossing zoekt, dus je bent een polderaar. Want als je in staat bent om de positieve kanten uit het tegenargument te zien, dan zal je automatisch de positieve kanten accepteren. Dus het gedeelte van zijn argument dat je verwerpt, zal daardoor meer kans hebben dat het inderdaad slecht is. Hier kan je heel goed misleiden. Want je kan positieve kanten van de tegenstander belichten, die helemaal niks met het argument te maken hebben. Dus je kan op deze manier het hele argument van de tegenstander verwerpen, terwijl je de valse indruk schept dat je de goede kanten aanvaart. Het is bijvoorbeeld irrelevant voor het argument of ik veel gelezen heb of dat ik intelligent ben. En alles wat irrelevant voor een argument is, is ook een drogreden. Een onoplettend publiek zal deze irrelevantie echter niet opmerken. Daarmee creëer je via een truc de indruk dat je aan het poldermodel werkt.
Dus het aanprijzen van je tegenstander schept een beeld van jezelf als gebalanceerd, neutraal, objectief, genuanceerd en samenwerkend. Het is werken aan je ethos.
Als tegenwerping zou iemand kunnen zeggen dat je niet weet of de andere het inderdaad meent. Al deze waardering van je eigenschappen zou oprecht kunnen zijn. Je kan zijn gedachten immers niet lezen. Dus je kan hem niet van tevoren van een verborgen agenda beschuldigen. Maar dat is helemaal niet nodig om zijn gedachten te kunnen lezen. Daarom is iets, dat irrelevant voor een argument is, als een drogreden beschouwd. Het is ook om te voorkomen dat iemand oneerlijke argumenten gebruikt. Het is dus niet jouw plicht om te bewijzen dat hij oneerlijk is, het is voldoende om aan te tonen dat zijn argument een drogreden bevat.
Je kan met aanprijzen een onoplettend publiek misleiden, maar een jury met argumentatiekennis, zal je meteen strafpunten toedelen. Dus de vraag is of je via misleiding, onoplettende mensen wil overtuigen, of wil je inderdaad een scherp debat voeren met argumenten die er toe doen.
P.S. Af en toe kritiek leveren op mensen in je eigen clan, op irrelevante punten, zoals het blog hierboven, is ook een smerige debattruc.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Beste Mihai,
Je pakt een meest gebruikte “truc” in de Nederlandse samenleving, cultuur. Je zou iets over de ongangsnormen in Nl kunnen zeggen. Hoewel ik met je eens ben vind ik dhr. Hendriks hier geen goed voorbeeld om dit “truckje” te verduidelijken. Ik vraag me af of dit “trucje” bij NL’ers opvalt. Het is zoooo geinternaliseerd dat het niet eens opvalt. Je zou daar een allochtoon voor moeten zijn om hem te kunnen zien.
Hahaha, Mihai! Zelfspot – de beste truc in de hele rhetorische trukendoos!!
Desalniettemin waardevol, en niet noodzakelijkerwijs ‘vals’.