Skip to content

BBB verdraagt kritiek even slecht als autoritaire regimes

In de strijd om nationalistische stemmers, beconcurreren rechtse partijen elkaar op het thema migratie. Op 15 oktober publiceerde BBB een islamofoob pamflet waarin de vrijheid van meningsuiting liefst elf keer op twaalf pagina’s wordt bezongen. ‘Het recht op vrije meningsuiting eindigt niet waar belediging begint,’ schrijft de partij. ‘Beledigd zijn is géén argument, laat staan een recht. In een pluriforme samenleving zal iedere burger vroeg of laat geconfronteerd worden met uitingen die hem of haar niet aanstaan.’

De inkt van dat pleidooi was nog niet droog of Caroline van der Plas kondigde aan aangifte te doen tegen The Rights Forum, omdat zij zich beledigd voelde door een poster waarop de drie leiders van PVV, VVD en BBB staan met de tekst: ‘Zij kozen voor genocide. Wat kies jij?’

Political poster about genocide and choice.

In hetzelfde pamflet noemt BBB de vrijheid om religie, ideologieën of machtsstructuren te bekritiseren ‘de basis van een open samenleving.’ In de praktijk blijkt dat de partij vindt dat men alleen naar beneden mag schoppen naar minderheden, maar niet naar boven, als BBB deel uitmaakt van de macht.

Wie de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) leest, ontdekt een heel andere logica. Het Hof maakt een scherp onderscheid tussen kritiek op de macht en haat tegen minderheden. Naar beneden schoppen – joden, moslims, homo’s of andere kwetsbare groepen in een kwaad daglicht stellen – valt buiten de bescherming van de vrijheid van meningsuiting. Naar boven boksen, daarentegen, is precies wat het Hof beschouwt als de kern van een gezonde democratie.

Politici moeten scherpe kritiek verdragen, zelfs als die vijandig of provocerend is, zeggen de rechters. In de zaak Otegi Mondragon v. Spanje ging het om een Baskische politicus die in een interview zei dat de koning, als opperhoofd van politie en leger, diegene is ‘die folteringen beschermt en zijn monarchistische regime oplegt aan onze mensen door middel van foltering en geweld.’ De Spaanse rechters veroordeelden hem tot een jaar cel, voor belediging van de koning. Het Europees Hof oordeelde dat Spanje zijn mensenrechten schond: de uitlating ging niet over het privéleven van de koning maar over diens politieke rol en was een bijdrage aan het publieke debat.

Het Hof heeft in talloze uitspraken hetzelfde principe bevestigd. Een politicus stelt zich, door zijn publieke rol, ‘onvermijdelijk en bewust bloot aan nauwgezette controle van al zijn woorden en daden’ en moet daarom een grotere mate van tolerantie tonen dan gewone burgers. Regeringen moeten nog ruimere kritiek verdragen, omdat hun handelen onder toezicht van parlement, rechter en publieke opinie staat. Een overheid die burgers of organisaties wegens kritiek voor de rechter sleept, brengt het publieke debat in gevaar.

Zelfs harde of provocerende uitingen vallen onder de bescherming zolang ze deel uitmaken van het debat over zaken van algemeen belang. Alleen als woorden aanzetten tot haat of geweld, is ingrijpen gerechtvaardigd. In Ceylan v. Turkey noemde een vakbondsleider het Turkse beleid tegenover Koerden ‘genocide’ en riep hij arbeiders op zich tegen onrecht te verzetten. De Turkse rechtbank veroordeelde hem tot een celstraf wegens haatzaaien. Het EHRM vernietigde die veroordeling: Ceylan had geen geweld bepleit, hij had politieke kritiek geuit en dat verdient juist extra bescherming in een democratie.

Wie EHRM-uitspraken leest, begrijpt waarom de logica van het Hof zo overtuigend is. Machtige personen kunnen zich eenvoudig verdedigen tegen kritiek: zij beschikken over geld, media-aandacht en vaak parlementaire immuniteit. Machtelozen daarentegen hebben weinig middelen om machtsmisbruik of corruptie aan te kaarten. Hun enige wapen is het woord. Daarom moet de vrijheid van meningsuiting vooral de zwakken beschermen tegen de sterken, niet omgekeerd.

Caroline van der Plas heeft The Rights Forum in Kamervragen beschuldigd van antisemitisme en banden met terrorisme, zonder enig bewijs. Zulke aantijgingen, gedaan onder het schild van parlementaire immuniteit, zijn veel schadelijker dan een kritische poster. Als iemand weet wat smaad en laster betekenen, is zij het. De grens tussen kritiek en belediging verschuift zodra de machtsverhouding omdraait: wat van onderaf kritiek heet, wordt van bovenaf onderdrukking.

De BBB stemt in het parlement tegen moties die genocide en oorlogsmisdaden moeten helpen voorkomen en tegen het recht van de Palestijnen op een staat. Daarmee schendt Nederland zijn juridische verplichtingen. Wanneer een regering haar internationale verplichtingen schendt (zoals de plicht om genocide te voorkomen of mensenrechten te beschermen) blijft er voor burgers nauwelijks een rechtsmiddel over. Men kan naar de rechter, maar het buitenlands beleid valt grotendeels buiten het recht. De enige overgebleven manier om regeringen aan hun juridische plichten te herinneren is via de vrijheid van meningsuiting.

BBB’s pamflet toont wat er gebeurt wanneer die vrijheid wordt misbruikt: de macht beroept zich op vrijheid om naar beneden te trappen, maar eist bescherming zodra kritiek naar boven wordt gericht. Zo wordt vrijheid van meningsuiting geen schild van de burger tegen de staat, maar een wapen van de macht tegen de burger.

Zie hier de paragrafen over de vrijheid om politici, publieke personen en regeringen aan te vallen in Voorhoof, D. (2010), Freedom of Expression under the European Human Rights System.”


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inSofist Factory

One Comment

  1. Jan van Overveld Jan van Overveld

    Duidelijk artikel. De schrijver weet een heel complexe zaak in eenvoudige bewoordingen uit te leggen zodat een ieder het kan begrijpen. Bovendien weer hij de vinger op de zere plek bij de BBB te leggen.

Leave a Reply