Drie Amerikaanse onderzoekers spreken twee veronderstellingen over de vrijheid tegen. De eerste veronderstelling is dat iedereen denkt dat vrijheid gelijk is aan meer keuzemogelijkheden. De tweede veronderstelling is dat meer keuzemogelijkheden ons een groter vrijheidsgevoel zouden verschaffen. Gelezen in NY Times.
Twee verschillende definities van vrijheid
De onderzoekers Barry Schwartz, Hazel Rose Markus And Alana Conner Snibbe, hebben ontdekt dat de Amerikanen op twee verschillende manieren over de vrijheid denken. De middelklasse en de hogere stand blanke Amerikanen zien vrijheid inderdaad in termen van meer keuzemogelijkheden. Hun onderwijs, inkomsten en opvoeding bieden hen ook meer keuzemogelijkheden, over hoe ze hun leven gaan leven. Zij worden aangemoedigd om hun voorkeuren via de keuzes die ze maken te uiten.
De grote meerderheid daarentegen, komt van lagere klasse af, met mindere inkomsten en onderwijs. Zij kijken naar de vrijheid op een heel andere manier. “For them, being free is less about making choices that reflect their uniqueness and mastery and more about being left alone, with their personality, integrity and well-being intact.”
Deze stelling, dat er twee definities van vrijheid bestaan, onderbouwen ze met een reeks voorbeelden aan onderzoeken. Hieronder een paar voorbeelden:
In het eerste onderzoek vroegen ze studenten om drie bijvoeglijke naamwoorden te noemen, die het beste zouden weergeven wat het woord “keuze” voor hen betekende. De meerderheid van de studenten met hoogopgeleide ouders beantwoorden met “vrijheid”, “daden” en “controle”. De studenten met lager opgeleide ouders kozen voor “angst”, “twijfel” en “moeilijkheden”.
In rockmuziek, de voorkeur van hoger opgeleiden, wordt er meer gesproken over keuze, controle en zelfuitdrukking. Bijvoorbeeld in the Rolling Stones’ “Cause I’m free to do what I want any old time.” In countrymuziek, de keuze van lager opgeleiden, zingt men meer over zelfbescherming en verdediging.
In een ander onderzoek liet men de deelnemers de mooiste uit vijf pennen kiezen. In de helft van de gevallen vertelde de onderzoeker hen dat ze de pen niet mochten houden, omdat het de laatste van dat soort was. Zij kregen een andere pen. De hoger opgeleiden waren veel gelukkiger met de pen die ze zelf hadden gekozen. De lager opgeleiden waren met beide pennen even gelukkig.
Ook in een onderzoek, waarin men een CD mocht kiezen, bleek dat de hoogopgeleiden hun gekozen muziek mooier vonden nadat ze het hadden gekozen, dan daarvoor. De laagopgeleiden vonden de muziek ook na de keuze even mooi.
De middenklasse maakt zich van streek als een vriend of buur dezelfde auto koopt, omdat ze voelen dat hun uniciteit is verstoord. De arbeiders zijn juist blij als anderen dezelfde auto kopen, omdat ze daardoor denken dat ze zelf een goede keuze hebben gemaakt.
Meer keuze leidt niet tot meer vrijheidsgevoel
Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen juist minder keuzes maken als ze meer keuzemogelijkheden hebben (zie ook mijn logs “De jampot en de vrije wil” en “De risico’s en de vrije wil”). Hoe meer investeringskansen mensen krijgen, voor hun pensioen, hoe kleiner de kans is dat de mensen een daadwerkelijke keuze maken. Dus de veronderstelling dat meer keuzemogelijkheden tot meer vrijheidsgevoel leidt, klopt ook niet. “American society has given the educated elites what they have asked for, and an increase in stress, anxiety and dissatisfaction has been a widespread result.”
Als afsluiting adviseren de drie wetenschappers de Amerikaanse regering om eerst een onderzoek te doen naar het vrijheidsconcept van de volkeren die ze gaan bevrijden. Ik wil zelf met een quote van bin Laden afsluiten: “I say to you that security is an indispensable pillar of human life and that free men do not forfeit their security, contrary to Bush’s claim that we hate freedom.
If so, then let him explain to us why we don’t strike for example – Sweden?”
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment