Het valt me op dat Eddy Terstall vaak stromannen aanvalt. Hij legt valselijk woorden in de mond van anderen en gaat daarna zijn eigen fictie bevechten. Zo beweerde hij in zijn laatste stuk dat ‘links’ tegen de posters is van de Gemeente Rotterdam (voor een vrije partnerkeuze) omdat ze te provocatief zouden zijn, of ‘whiteness’ zouden promoten. Ik heb die argumenten niet in het publieke debat over de posters gehoord, dus Terstall zuigt uit zijn duim. De ethiek van argumentatie vereist dat hij het allerbeste argument van zijn ‘opponenten’ weerlegt, niet een zelfgemaakte stropop. En als er echt iemand heeft gezegd wat Terstall beweert, moet hij namen en rugnummers noemen. Ik als migrant voelde me aangevallen door de posters om onderstaande reden.
Een Nederlander kwam op een terras naar mij toe en zei:
M: Hoi, ik ben Mark en wil met een buitenlander socializen. Ik hoorde je accent en dacht: dit is mijn kans. Wil je met me over waarden debatteren?
Ik: Vooruit.
M: Ik heb drie vitale waarden: 1. Vrouwen hebben gelijke rechten. 2. Homo’s zijn identiek aan andere mensen en hebben gelijke rechten. 3. Superieure rassen hebben meer rechten dan anderen. Nederlanders zijn superieur, dus we mogen Irak aanvallen en de olie voor onszelf buitmaken.
Ik: Ik deel met jou de eerste twee waarden, maar twijfel over je rassenleer.
Aan Mark moest ik denken toen ik de posters van de gemeente Rotterdam zag. Daarop staat: ‘In Nederland kies je je partner zelf’ en op de foto kussen mensen van diverse afkomst: een jood met een moslima, een witte met een zwarte, twee vrouwen, etc. Dit is dé foute aanpak.
Kijk naar Mark. Hij noemde drie persoonlijke waarden en stond open voor discussie. Ik kreeg de kans om het met hem oneens te zijn. We voerden een rationeel debat waar een van ons tot de conclusie kon komen dat de ander gelijk had, zijn waardenstelsel kon aanpassen en een waarde inruilen voor een nog betere. We waren gelijk.
De gemeente daarentegen redeneert zoals de mannetjes in het Zwitserse kanton Appenzell Innerrhoden dat doen. In 1990 hielden ze een referendum met de vraag ‘Mogen vrouwen stemrecht krijgen?’ Het antwoord was ‘nee.’ Hun hoofdargument was: ‘Bij ons stemmen vrouwen niet.’ Zoals de gemeente Rotterdam, gebruikten zij een drogreden: het beroep op traditie. Zo deden ze het nu eenmaal in hun kanton en daarom was het goed.
Deze mannetjes verdrukten vrouwen met een retorische truc. Zij hadden de macht en zij besloten ook nog wat de uitspraak ‘bij ons’ inhield. Op dezelfde manier slaat de gemeente het debat dood en schept een machtsrelatie waarin de allochtonen onderworpen zijn. Immers de autochtone meerderheid beslist dat iets ‘in Nederland’ het geval is. Zo kan de autochtoon elke toekomstige decisie aan de allochtoon dicteren, met als enige smoes ‘in Nederland doen we het zo.’
De overheid, via de gemeente, geeft het signaal dat migranten geen deelnemers aan het debat mogen zijn, precies zoals een twitteraar op één van mijn opiniestukken over de zaak-Wilders reageerde: ‘Weer een allochtoon die even bepaalt dat ons land voor iedereen is en meent zich te kunnen bemoeien met ons recht. Minder Martoiu figuren!’ Hij kreeg 108 retweets en 70 likes.
Ik geef de gemeente gelijk dat iedereen recht heeft op een zelfgekozen partner. Maar de waarde van deze vrijheid komt niet omdat we ‘in Nederland’ zijn. Je hoort Malala Yousafzai nooit roepen: ‘We moeten kindhuwelijken stoppen omdat Nederlanders geen kindhuwelijken sluiten.’ Zij zegt dat álle mensen dit recht hebben. Op haar posters zou staan: ‘kies je partner zelf.’
Dezelfde dominantielust zien we bij PVV, FvD en VVD. Halbe Zijlstra vertelt in het manifest ‘Kwetsbare waarden’ dat we ‘onze waarden te vuur en te zwaard’ moeten verdedigen en de migrant moet zich ‘aanpassen aan onze manier van leven, of anders beter elders zijn heil zoeken.’ Het woord ‘onze’ komt 40 keer voor. Edith Schippers in de Schoo-lezing herhaalt het woord ‘onze’ 75 keer. Ook Mark Rutte meent dat we ‘onze waarden’ moeten ‘bewaken’ en ‘beschermen’ tegen allochtonen. In een paginagrote oekaze in alle bladen vermaande hij de uitheemzen zich te onderwerpen of op te rotten.
Dezelfde gedachte zien we bij de schrijvers van de nieuwe participatieverklaring. In een tekst van 300 woorden schrijven ze de uitdrukking ‘in Nederland’ 6 keer, als dictaat aan migrant wat hij/zij zou moeten doen en geloven. Zij voeren geen debat over individuele waarden, maar veronderstellen dat ál hun waarden superieur zijn en wij – de migranten – inferieur.
Dit weerspreekt hun eigen stelling in de verklaring dat: ‘In Nederland worden alle burgers gelijk behandeld.’ Behalve de migranten. ‘Participatie vinden we in Nederland heel belangrijk,’ staat in de verklaring, behalve in het waarden-debat waar de migrant niet mag participeren. Wij migranten moeten zwijgen en luisteren, wij hebben geen recht op rationeel onderbouwde argumenten, want aboriginals weten het beter.
Toevallig doet Terstall hetzelfde. Hij spreekt niet met de minderheden, maar debatteert in zijn stuk met andere witte, autochtone, christelijke Nederlanders en verwacht de conclusie van dit debat aan de minderheden op te leggen. Laat hem maar eens mijn argument weerleggen, daar verheug ik me op.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Je commentaar op Terstalls ‘methode’, als je het zo mag noemen, geldt voor veel meer zegslieden en ‘gewone Nederlanders’ op rechts. Bedenkers van stromannen deinzen er evenmin voor terug de PvdA’er Marcouch als crypto-jihadist af te schilderen. Misschien, Mihai, vind je deze analyse ook interessant… https://joop.vara.nl/opinies/marcouch-rechtse-geestdrijvers
Ik blijf je volgen… Pim
Halbe Zijlstra is een aardige vent Ik heb hem geen dingen horen zeggen waar een migrant zich onheus bejegend zou moeten voelen.
Mischien is het beter een concreet onderwerp uit te werken waarin een migrant zich onheus bejegend zou moeten vinden. Het verhaal van dat Nederlanders zich superieur voelen mag je voorleggen aan de Koerden die de gifgasaanval van Saddam hebben overleefd.
Kwetsbare waarden
Halbe Zijlstra
Door VVD op 19 februari 2016
Kwetsbare waarden
De afgelopen jaren is Nederland in de ban geweest van een economische crisis. Deze periode bracht voor veel mensen onzekerheid met zich mee over hun huis, baan en huishoudboekje. Die crisis hebben we grotendeels bezworen. Maar de afgelopen jaren is daarnaast sluipenderwijs een veel fundamentelere crisis ontstaan. Onze manier van leven staat namelijk onder druk.
Onze samenleving is gebouwd op de Verlichting en liberale tradities die hebben geleid tot een vrije en tolerante samenleving. Een samenleving waarin iedereen gelijkwaardig is, ongeacht je geslacht, seksuele geaardheid of geloof. Waar je het recht hebt om zelf te beslissen over zaken van leven en dood als abortus of euthanasie. Een samenleving waarin tolerantie naar andersdenkenden de norm is en kerk en staat gescheiden zijn. Waar je kunt kiezen welk geloof je wilt belijden, of niet te geloven. Dit zijn de waarden waar we voor gevochten hebben, waar we trots op zijn en die ons maken tot wie we zijn.
We zien echter dat deze kernwaarden steeds meer onder druk komen te staan. We zien directe aanvallen vanuit islamitisch extremistische hoek, zoals de aanslagen in Parijs. Aanslagen die zorgen voor een groot gevoel van onveiligheid. Dit maakt ons bang en belemmert ons in onze vrijheid. We worden bang om naar een theater of voetbalwedstrijd te gaan of in een trein te stappen. Maar het heeft ook een ander effect: het leidt ook tot angst om je uit te spreken, om kritisch te zijn. Het zorgt er daarmee voor dat de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt door zelfcensuur. Uit angst voor geweld matigen journalisten, cabaretiers en uitgevers hun kritiek op de uitwassen van de Islam. Deze zelfcensuur ondergraaft de balans in onze democratie, want alleen als we in vrijheid alles kunnen zeggen en schrijven vindt correctie van extremistische ideeën plaats.
Maar misschien wel het meest sluipende gevaar is dat wij zelf onze waarden niet actief verdedigen. Dat gebeurt langzaam en de gevolgen zijn niet direct zichtbaar, maar het heeft uiteindelijk grote consequenties. De voorbeelden stapelen zich op. Denk aan de gemeente die meewerkt aan gescheiden zwemmen voor (moslim) mannen en vrouwen, in plaats van te wijzen op de gelijkheid van man en vrouw. Denk aan het schoolbestuur dat 2e Pinksterdag wil inruilen voor het Suikerfeest, in plaats van te wijzen op de joods-christelijke geschiedenis van ons land. Denk aan de vele scholen waar men de holocaust niet of nauwelijks behandelt om daarmee problemen met moslim leerlingen te voorkomen, in plaats van die leerlingen te corrigeren en te wijzen op de verschrikkelijke gevolgen van onverdraagzaamheid.
We zullen heel duidelijk moeten zijn wat onze waarden zijn en waarom ze niet onderhandelbaar zijn. De afgelopen eeuwen kwamen mensen naar Nederland die vaak hun land waren ontvlucht, op zoek naar de vrijheid en waarden van ons land. Zij vonden bijna automatisch aansluiting bij onze samenleving, omdat ze de waarden waarop onze samenleving is gebaseerd al deelden. Dit is veranderd met de komst van migranten uit vooral Islamitische landen in de jaren ’60 en ‘70. In veel gevallen kwamen zij hier niet naartoe vanwege de waarden en de vrijheden die we hebben, zij kwamen veelal vanwege het betere economische perspectief. Zij hadden dan ook geen vanzelfsprekende aansluiting bij onze samenleving en de waarden en vrijheden waar die voor staat. Deze mensen hebben een ander normenkader, dat zij baseren op de Islam. Dat normenkader laat simpelweg niet toe dat een ander – of geen – geloof wordt beleden, of dat een ander waardenpatroon wordt aangehangen. Met als gevolg dat onze waarden niet worden begrepen en regelmatig worden geminacht of zelfs ondermijnd.
Wij hebben onze waarden ten opzichte van deze groep niet te vuur en te zwaard verdedigd. We hebben hen niet duidelijk gemaakt dat je je moet aanpassen aan onze manier van leven, of anders beter elders je heil kunt zoeken. De tolerantie waar wij zo trots op zijn, heeft te vaak geleidt tot (cultuur)relativisme. Waarmee we ontoelaatbaar gedrag goedpraten en hebben geaccepteerd. Het resultaat zien we nu dagelijks om ons heen. Homo’s durven niet meer hand in hand over straat te lopen, omdat mensen met een andere achtergrond daar aanstoot aan nemen. Jeugdige Marokkanen – vaak hier geboren en opgegroeid – juichen om slachtoffers bij terroristische aanslagen. Een lerares wordt door allochtone leerlingen voor hoer uitgescholden, omdat haar kledingkeuze hen niet bevalt. Een poster van Charlie Hebdo wordt door een school verwijderd, omdat de islamitische leerlingen het beledigend vinden. En vrouwen wordt geadviseerd om opdringerige moslimmannen op een armlengte afstand te houden. Dit is echt de omgekeerde wereld. Dit is in strijd met onze waarden. Het is hoog tijd dat we stoppen met het tolereren van dit soort intolerantie!
Als we dit soort onverdraagzaamheid blijven tolereren, dan zullen we onze eigen waarden uiteindelijk verliezen. De vrees daarvoor roept terechte boosheid en frustratie op. Voor onze liberale samenleving is hard gevochten. Je mag dus verwachten dat we haar ook keihard verdedigen. We moeten erkennen dat er sprake is van een botsing tussen onze waarden en de normen die sommigen uit de Islam menen te kunnen afleiden. Deze botsing negeren en bedekken met een mantel van schijnbare tolerantie heeft niet gewerkt en gaat niet werken. Maar we moeten ook niet onze eigen vrijheden en waarden geweld aan doen. Het ophangen van varkens als protest tegen een azc of het ontzeggen van godsdienstvrijheid voor één groep is ook geen oplossing. Wat wel werkt is het actief uitdragen en verdedigen van onze waarden. We moeten af van onze relativistische houding. Rekening houden met de gevoelens van anderen mag er niet toe leiden dat onze basale waarden niet (meer) worden verdedigd. Je bent niet islamofoob als je kritiek hebt op die botsende waarden. Niet langer moeten politici oproepen tot terughoudendheid bij opiniemakers. Wij accepteren niet dat in onze samenleving geen ruimte meer zou zijn voor satire, zelfs als die een religie betreft. Niet langer accepteren wij dat een gemeente gescheiden zwemmen faciliteert. Als dit voorkomt, spreken wij het stadsbestuur daarop aan. Niet langer accepteren wij dat leerlingen een lerares aanspreken op haar kledingkeuze. Wij zorgen dat een lerares zich veilig en gesteund voelt als zij vasthoudt aan haar eigen normen en waarden en we spreken schoolbesturen daar waar nodig op aan. Wij gaan in gesprek met onze fractievoorzitters in het land, burgemeesters, belangengroeperingen en anderen die een spilfunctie in onze samenleving vervullen, om gezamenlijk de rug recht te houden en het juiste signaal af te geven. Wij mogen niet inschikken, ook niet als dat het doel heeft om extremisten te temperen. Die houding maakt onze democratie uiteindelijk weerloos.
Tegelijkertijd is deze problematiek lastig voor liberalen. Immers, onze grondhouding is dat wij geloven in de eigen kracht van mensen. Mensen zijn weerbaar genoeg en daarom moeten politiek en overheid zich terughoudend opstellen als het gaat om de invulling die mensen zelf aan hun leven geven. Maar door de omvang van de asielstroom en de falende integratie van eerdere grote groepen immigranten, staat de vanzelfsprekende weerbaarheid van onze samenleving onder druk. Onze waarden moeten actief worden verdedigd en het moet voor iedereen duidelijk zijn dat ondermijning van die waarden niet getolereerd wordt.
Religie mag nooit een rechtvaardiging zijn voor de ondermijning van onze vrije liberale samenleving. Niet voor niets heeft onze samenleving een scheiding van kerk en staat als startpunt, zodat een religie nooit gewenst gedrag kan afdwingen. Een scheiding die ooit bedoeld was om minderheden te beschermen, maar nu moeten we oppassen dat minderheden haar niet gebruiken om de vrijheden van onze samenleving te ondermijnen. Want hoewel wij vrijheid van godsdienst hoog in het vaandel hebben staan, is het ontoelaatbaar dat mensen zich in dit land kunnen beroepen op die godsdienst om intolerantie te prediken, om verwerping van onze samenleving te prediken. Als verenigingen zich onder de vlag van een religieus genootschap tegen onze rechtsstaat keren, moeten zij aangepakt kunnen worden. Geloof hoort thuis in het privédomein en is ondergeschikt aan onze democratie. Religieuze genootschappen hebben momenteel een wettelijke uitzonderingspositie. Die brengt met zich mee dat zij niet verboden kunnen worden, ook niet als ze onze democratische waarden willen ondermijnen of verwerpen. De VVD vindt dat daarom de civielrechtelijke onschendbaarheid van religieuze genootschappen moet worden opgeheven. Voor alle verenigingen die onverenigbaar zijn met onze rechtsstaat geldt dat zij verboden moeten kunnen worden. Zo kan, waar nodig, de stap gemaakt worden om de ondermijning van onze waarden een halt toe te roepen.
We moeten onze waarden actief uitdragen en geen moment onbenut laten om zaken aan de kaak te stellen die zich niet met die waarden verdragen. Dat moeten we met zijn allen doen, want een samenleving is meer dan een stapel wetboeken. Het maakt ons Nederlanders tot wie wij zijn. Tolerante mensen die hun leven in vrijheid willen leven. Een land waarin wij onze vrijheid nooit zullen misbruiken om de vrijheid van anderen te beperken. Een land waarin de godsdienst van de één niet de normen voor de ander bepaalt.
De VVD zal geen gelegenheid voorbij laten gaan om met overtuiging uit te dragen dat dit onze waarden zijn. Dat we hier in Nederland voor staan en dat we daar geen concessies aan doen. We stoppen met het tolereren van onverdraagzaamheid en maken aan iedereen duidelijk dat er in ons land geen plaats is voor hen die onze waarden willen ondermijnen of verwerpen.
Precies dat! Goede analyse van het ongelijke (niet)-debat over ‘onze’ superieure cultuur.
Zie ook mijn reactie op de Schoo-lezing van Schippers.
https://geestputtertje.wordpress.com/2016/11/10/onze-cultuur/
Zie hier mijn argument over “Welke waarden heeft een multiculturele maatschappij?” https://www.mihai.nl/filosofie/welke-waarden-heeft-een-multiculturele-maatschappij-2/