Skip to content

Democratie kent grenzen, debat ook

In zijn interview in Trouw, bekritiseert John Bijl mensen die weigeren met hun opponenten te debatteren. “De essentie van democratie is dat je naar elkaar luistert,” zegt hij. Volgens mij hoef ik niet naar mensen te luisteren, die mijn fundamentele mensenrechten willen schenden.

Politieke argumentatie is een vervanging van geweld. Wie aan een debat deelneemt, veronderstelt dat er een rationele waarheid bestaat en men dichterbij haar kan komen, via een uitwisseling van correcte argumenten. Deze waarheid brengt de samenleving vooruit en bewaakt fundamentele rechten. Debat is daardoor een vervanging van geweld. Geweld daarentegen brengt alleen de sterkste vooruit, ten koste van de rest.

Wie een debat aangaat, ondertekent een onuitgesproken contract met twee bepalingen: Ten eerste, men belooft om de conclusies van het debat te accepteren. Je kan niet zeggen: “Ik geloof dat 2 + 2 = 75, maar als jij bewijst dat 2 + 4 = 4, zal ik jouw waarheid blijven ontkennen.” Ten tweede, men verbindt zich om geweld op te geven. Je kan niet zeggen: “We gaan nu over X debatteren, maar als het blijkt dat jij gelijk hebt, pak ik de wapens op en ga ik alsnog mijn wil aan jou opleggen.” Dus debat gaat niet om luisteren, maar om het ontdekken van een waarheid, op een dwingende manier.

John Bijl bekritiseert Mona Eltahawy, die de Balie boycotte omdat men in een debat in 2017 islamofobe uitspraken deed. Ik ben het met haar eens, want dat debat overschreed de grenzen van wat rationeel acceptabel is.

In dat debat oreerde Wim van Rooy dat moslims een “anti-cultureel rooster” in hun hoofd hebben en daarom schuwen ze kennis. Zij wanen zich superieur, maar naar het Westen kijkend, beseffen ze dat ze inferieur zijn. Daarom haten ze het Westen. “Er is geen gematigde islam en dat zal er ook nooit zijn,” aldus Van Rooy. Hij had ook oplossingen: “We moeten discrimineren,” de Koran verbieden, moskeeën en islamitische scholen sluiten, we moeten wetten en mensenrechtenverdragen opheffen.

Een vrouw in de zaal wilde moslims deporteren, want ze vond 2% moslims per land het maximale aantal. Paul Cliteur reageerde: “Ik vind dat jullie met de meest controversiële maatregelen beginnen… terwijl je voorzichtiger kan beginnen.”

Ik schrok dat men mensenrechtenverdragen wil opzeggen om mensenrechten te kunnen schenden en berekende snel de gevolgen van Van Rooy’s verlanglijstje: we zouden alle belangrijkste mensenrechtenverdragen moeten opzeggen, de EU en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (ECtHR) moeten verlaten. Voor mij onacceptabel.

Ik schrok omdat Van Rooy en Cliteur leden zijn van een groeiende stroming, samen met FvD, PVV, Trump, Orbán etc. Wilders en Baudet willen niet alleen het ECtHR, maar ook het Internationaal Strafhof ontmantelen, precies hét hof dat deportaties berecht. Baudet gelooft dat het risico op een pan-Europese burgeroorlog reëel is en pleit voor remigratie.

Het was dus geen debat tussen marginale gekken, maar binnen een beweging met groeiende macht, die de obstakels tegen grove mensenrechtenschendingen ontruimt.

Als ik zo’n debat zou accepteren, zou ik een ongeschreven contract ondertekenen dat ik elke democratisch overwinnende idee zal slikken en helpen afdwingen, ongeacht hoe misdadig de idee is, zelfs als de meerderheid democratisch beslist om mij te deporteren zonder enige reden. Want het zou een contradictie zijn te zeggen: “We gaan nu over deportaties debatteren, maar als jouw idee wint, pak ik de wapens op.”

Voor wie de stellingen van een debat nooit zal accepteren is het irrationeel te debatteren. Niet alles staat open voor debat.


Geredigeerd door Pascale Esveld

Published inOpiniePolitiek

2 Comments

  1. Partout Partout

    Hitler is ook ‘democratisch’ aan de macht gekomen. Getalsmatige meerderheden kunnen levensgevaarlijk blijken. Daarom pleit ik voor een sociocratie, een systeem waarbij men pas consensus bereikt heeft, als ook de kleinst mogelijke minderheid zich erin kan vinden. Overigens speelt hierbij ook nog het principe van ‘geen bezwaar’ een rol, je bemoeit je pas met iets als je het niet eens bent met de gang van zaken.
    Zodra je echter deelneemt aan het debat, heeft iedere deelnemer de verantwoordelijkheid om eruit te komen met allen die er op dat moment aan meenemen. Dit systeem gaat dus uit van het fundamentele bestaansrecht van elke mening. Dat creeert basisvertrouwen, i.p.v. welles-nietes gaat men als vanzelf werkelijk naar elkaar luisteren, net zolang totdat alle deelnemers het eens zijn!
    Je zult kinderen hierin van jongsaf aan in moeten trainen.

Leave a Reply