De baas van een nettenfabriek voert het volgende gesprek met een atheïst:
Baas: Er is een redelijke kans dat roze olifanten, met de volledige werken van Shakespeare getatoeëerd op hun huid, uit de hemel zullen vallen op auto’s op snelwegen. Met vele doden als gevolg. Mijn fabriek is bereid om alle snelwegen met een net te bedekken. Spotprijs: honderdmiljard euro.
Atheïst: Bewijs het. Bewijs dat de kans redelijk is. Is het 100% kans? Is het één op twee? Is het één in een miljard? Ik wil eerst een rationeel argument zien dat het aannemelijk maakt dat deze kans voldoende groot is om geld uit mijn belastingzak te trekken.
Baas: Kan jij bewijzen dat er nooit olifanten uit de hemel zullen vallen?
Atheïst: Nee.
Baas: Het is dus remise. Geen van ons wint het argument. In zo’n geval doen we in 50% van de gevallen wat jij wilt en in 50% wat ik wil. Gisteren hebben we in onderwijs geïnvesteerd, jouw hobby; vandaag krijg ik mijn zin. Of we gaan polderen: iedereen doet een beetje water bij de wijn en we komen in het midden uit. Ik ben bereid om Nederland voor slechts de helft te beschermen: voor vijftig miljard.
Emanuel Rutten reageerde op mijn vorig stuk, waar ik stelde dat geloven immoreel is. Onze discussie lijkt op het bovenstaande dialoog. Mijn kritiek op gelovigen was dat zij God’s bestaan vaak gebruiken als één van de premisse tijdens hun beslissingen. En dit is irrationeel omdat er geen rationeel argument bekend is, dat het bestaan van God een redelijke waarschijnlijkheid toekent. En sommige van deze besluiten zijn ook immoreel omdat ze negatieve gevolgen hebben voor derden.
Als de baas zijn zin krijgt – zonder instemming van de atheïst – dan is dit immoreel. De baas kan lobbyen bij de regering, of burgers bang maken en via een referendum zijn zin krijgen. Maar het besluit is alsnog irrationeel en immoreel, ook als het democratisch is genomen.
Welke democratische besluiten zijn legitiem?
Mag de meerderheid alles willen? Nee. Het is een misverstand dat alle besluiten bij meerderheid, of democratisch genomen, legitiem zijn. Hier twee denkbeeldige voorbeelden van illegitieme besluiten:
- Stel dat drie mannen een dertienjarig meisje verkrachten en mensen in het dorp het meisje willen stenigen.
- Stel je een referendum in Nederland voor, waar alle mensen stemmen om de Joden te vergassen.
Irrationele schadelijke besluiten zijn illegitiem
Besluiten tegen de wil van anderen verliezen hun legitimiteit naarmate zij irrationeel zijn. De legitimiteit is niet zwart-wit, maar gradueel. Besluiten schommelen tussen 0% en 100% legitimiteit. Ze zijn ook nooit voor 100% rationeel of 100% irrationeel.
Maar het feit dat de besluiten onvolmaakt rationeel zijn, is geen reden om alle besluiten bij meerderheid legitiem te maken. Noch is dat een reden om alle onwaarschijnlijke premissen en irrationele argumenten te accepteren. Zodra we weten dat één van onze premisse onvoldoende waarschijnlijk is, moeten we deze premisse uit ons besluit sluiten. We hebben geen recht om anderen fictie als feit op te leggen.
Bijvoorbeeld de roze olifant. We kunnen niet bewijzen dat deze olifant nooit op auto’s zal vallen. Wie weet, misschien manipuleert een gekke clown in Rusland een olifant genetisch en maakt hem roze. Hij tatoeëert ook Shakespeare op zijn huid. Het vliegtuig van het circus komt in problemen tijdens een vlucht boven de Nederlandse snelwegen en de piloot kan de passagiers slechts redden door de olifant te dumpen. Het is dus niet onmogelijk dat een olifant op je auto valt.
Maar hoe waarschijnlijk is het? Is het voldoende waarschijnlijk om de atheïst te dwingen om honderd miljard te dokken? Nee. We hebben dus een tweede element die democratische besluiten illegitiem maakt: hun negatieve gevolgen voor mensen die tegen deze besluiten zijn. Dus hoe irrationeler een besluit en hoe schadelijker voor de tegenstander, hoe minder legitiem het besluit is.
Besluiten met gevolgen op mensen elders
Zelfs als je gelooft dat democratische besluiten altijd legitiem zijn – ongeacht hoe irrationeel en schadelijk – legt de gelovige zijn wil ook aan mensen buiten zijn democratie op. Vorige keer heb ik Bush en Blair als voorbeeld gegeven, die religie hebben betrokken in hun besluit om Irak aan te vallen. Maar ook andere presidenten hebben dit regelmatig gedaan. Bijvoorbeeld William McKinley vertelde dit in 1903 over de Amerikaanse annexatie van de Filipijnen:
“I went down on my knees and prayed Almighty God for light and guidance more than one night. And one night late it came to me this way… that we could not leave [the Filipinos] to themselves-they were unfit for self-government-and they would soon have anarchy and misrule over there worse than Spain’s was; and … that there was nothing left for us to do but to take them all, and to educate the Filipinos, and uplift and civilize and Christianize them, and by God’s grace do the very best we could by them, as our fellow-men for whom Christ also died.”
Een Amerikaans besluit met God als premisse, met gevolgen voor anderen, is illegitiem. Vooral als het tegen hun wil is, in strijd is met volkenrecht en negatieve gevolgen heeft. Immers de anderen kunnen noch in Amerika stemmen, noch de VS aanklagen in internationale rechtbanken, noch de VS met andere vreedzame middelen tot iets dwingen.
Het argument van de atheïst
Emanuel Rutten pareerde mijn stelling dat de gelovige irrationeel beslist, met de stelling dat de atheïst hetzelfde doet. De atheïst beslist namelijk met de premisse dat God niet bestaat. Ook de atheïst heeft geen bewijs voor zijn premisse. Dus als de gelovige irrationeel is, dan is de atheïst dat ook. Aldus Rutten.
Mijn reactie is als volgt:
De atheïst gelooft niet in God, om dezelfde reden dat hij niet in heksen, eenhoorns of flogiston gelooft: er is onvoldoende bewijs. Onvoldoende om de rechters bij het Internationaal Gerechtshof of bij het Internationaal Strafhof te overtuigen dat God Bush toestemming heeft gegeven om Irak aan te vallen. Onvoldoende om een wetenschappelijk stuk in het blad Nature te publiceren, met God als premisse.
Het is juist rationeel om onbewezen premissen te vermijden. Want er bestaat een oneindig aantal premissen, die we niet kunnen bewijzen. We kunnen bijvoorbeeld niet bewijzen dat het (net verzonnen) ding V2sxKvkkC#Cy7Pjk268f niet bestaat. Voordat we voldoende reden hebben om in V2sxKvkkC#Cy7Pjk268f te geloven, is het rationeel om tijdens handelen te veronderstellen dat het niet bestaat. Dus de atheïst sluit slechts premissen uit, die irrelevant zijn voor het argument. Hij vermijdt premissen die het argument op een verkeerd pad kunnen brengen.
Rutten beweert dat nieuwe goede argumenten het geloof in God redelijk maken. Hij promoveerde zelf met een dergelijk argument. Ik heb zijn argument gelezen en het is niet overtuigend. Zijn verdediging op mijn weerlegging was onvoldoende om zijn argument te redden.
Mijn uitdaging voor Rutten is het volgende:
Kent hij een argument dat de gelovige de morele vrijheid geeft om God als premisse te gebruiken in beslissingen met mogelijke negatieve gevolgen voor anderen? Zoals het investeren in netten boven snelwegen; verbieden van het homohuwelijk; afwijzen van joden, moslims en atheïsten tijdens verkiezingen; het recht op de Westelijke Jordaanoever bepalen; starten van oorlogen?
Geredigeerd door Pascale Esveld
Zoals de oude slimme, maar wel, ME-se persoonlijke verantwoording voor geloof van een Thomas van Aquino tegen zijn bedoeling in onder de naam “5 Godsbewijzen” eeuwenlang door een totaal vanzelfsprekende christelijke wereld bewonderd werden, denkt de filosoof Rutten met zijn filosofisch magere rationele verantwoording van zijn eigen geloof in God in onze moderne reëel bestaande werkelijkheid met veel ongelovigen, weer iedereen met bewijzen te slim af te zijn.
Ik geloof op grond van de niet bewijsbare menselijke ervaring dat de werkelijkheid mij gegeven is met de opgave om er met alle anderen in een lange geschiedenis iets moois van te maken. Dat is een vertrouwenskeuze, die met de menselijke verwijzing “gegeven/opgave” onbewijsbaar wijst naar een “Gever”. Dat is de niet te ontlopen verstandelijke, maar niet te bewijzen verantwoording voor mijn persoonlijk geloof in God. Dat geloof herken ik ook in de modern historisch literaire bijbelwetenschappelijke benadering van denken en gedrag van Jezus met zijn geloof in JHWH Abba.
Een atheist zal zijn menselijk onbewijsbare vertrouwenskeuze in zichzelf, mensen en menselijke toekomst ook met een menselijke verstandelijke verantwoording maken. Ervan uitgaand dat hij dat verantwoord doet, is in ons mensenrecht die keuze evengoed beschermd als een verantwoorde menselijke geloofskeuze.
Mijn geloofskeuze in de God van Jezus, die van mensen houdt, betekent ook praktisch -ook tegen kerkelijk denken in- dat de door u genoemde homo’s, joden, moslims, atheisten ook voor mij de moeite, respect en, zelfs meer dan mensenrecht, liefde waard zijn. Daar heb ik geen andere argumenten noch recente mensenrechten voor nodig.
Atheïsme is geen geloof. Gelukkig maar voor Emanuel, anders was hij als eerste op de brandstapel gegaan.
@Knutsel Een vertrouwens- of liefdeskeuze in jezelf en menszijn is geloven in jezelf, de mens en de mensheid. Bewijs maar eens dat dat zinnig is en dat je daar in moet geloven! Dat geloof, hoe vervelend dat woord ook moge zijn voor oude atheistische oren, noemt men, ook als men dat niet gelooft, gebruikelijk atheisme!
Wat er zo immoreel is aan geloven :
Een meisje jouw wil opleggen en dan beweren dat het niet aan jou ligt, maar dat God nu eenmaal tegen abortus is.
Of tegen een kind zeggen dat het in de hel komt als het zijn mond open doet. Atheisten zijn geen betere mensen, maar ze verschuilen zich niet achter ingebeelde autoriteiten.
Er zijn veel mensen tegen abortus provocatus.
God is genade.
Elders hier is een blog over goden en mensen.
Discussies over religie en atheïsme lijken heel veel op kook- en tuinboeken, alles is al geschreven, maar het gaat maar door.
Naast verknipte pedo- of heteropriesters zijn er talloze niet gelovige sexueel verknipte lieden die meisjes en jongens, zelfs hun eigen kinderen, van alles en nog wat opleggen, dan kinderen met hel of gewoon directe onmenselijkheid bedreigen en met hun zgn volwassen macht dwingen te zwijgen.
Ik als gelovige en ik denk dat anderen met hun geloof in mensen- en kinderrecht dat soort spelletjes niet spelen. Heb eigenlijk ook niet de behoefte meer om me als gelovige tegen mensen, die dit soort onmenselijkheid niet op dat ontaarde menszijn van ons maar alleen op conto van welk geloof dan ook schuiven (met hun al dan niet begrijpelijke jeugdtrauma’s) ,te gaan verdedigen.