Bart Jan Spruyt schrijft een opiniestuk in het Reformatorisch Dagblad. Hij wil dat CDA zich slechts op christelijke waarden beroept. Hij verzet zich tegen het voorstel van een CDA-commissie om de Koran als gelijke bron van waarden te beschouwen. Dit zal geen goed stuk tekst worden, want ik schrijf het heel snel en ik ga het ook niet verder verwerken. Maar ik wil Bart Jan Spruyt snel weerleggen.
Hij vertrekt van het pleidooi van Joseph Weiler voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In dit pleidooi verdedigt Weiler de kruisbeelden op scholen in Italië.
Hierover zegt Spruyt:
“Natuurlijk, zei [Weiler], heeft ieder individu het grondwettelijk recht op vrijheid van geloof. Maar dat betekent niet dat landen geen recht op een collectieve identiteit zouden hebben. Die collectieve identiteit is in Italië en andere Europese landen de christelijke, en vandaar het recht op die kruisbeelden. Tolerantie ten opzichte van nieuwkomers (immigranten) moet niet leiden tot intolerantie ten opzichte van ons eigen verleden en onze eigen identiteit.”
Hier slaat Spruyt meteen de plank mis. De collectieve identiteit is slechts een verzameling van elementen, vooral een verzameling van waarden. We moeten echter een onderscheid maken tussen kernwaarden en satellietwaarden.
De kernwaarden zijn historisch en geografisch universeel. Deze kernwaarden zijn sterk gerelateerd aan het overlevingsinstinct; we hebben meer zekerheid over hun gevolgen voor mensenlevens en voor fundamentele biologische en psycholoigsche behoeften. Bijvoorbeeld niemand wil vermoord, beroofd, belogen, gemarteld of in slavernij gedreven worden. We willen dat anderen de contracten respecteren.
De satellietwaarden verschillen in tijd, per land, groep en persoon. Het is ook niet evident dat ze gerelateerd zijn aan het overlevingsinstinct of dat ze levens verlengen. Bijvoorbeeld Nederland zou schaatsen als een waarde kunnen hebben.
De collectieve identiteit is een verzameling van kern- en satellietwaarden. Maar de maatschappij heeft geen recht om alle waarden aan individuen met dwang op te leggen. De maatschappij mag de kernwaarden met geweld opleggen. Maar het individu mag dezelfde kernwaarden aan de maatschappij opleggen; zelfs als het individu de enige is die de kernwaarden koestert.
Stel je bijvoorbeeld voor dat de meerderheid in Nederland als collectieve waarde zou hebben dat de Joden vergast moeten woorden. De Joden zijn vrij om zich met geweld tegen deze waarde te verzetten. Ook als er slechts één enkele niet-Joodse Nederlander bestaat – die deze collectieve waarde verwerpt – is dit individu vrij om deze waarde (het vergassen van Joden) met geweld te bestrijden. Dit individu is zelfs vrij om alle andere Nederlanders te vermoorden als er geen alternatief bestaat om de Joden te redden.
De satellietwaarden kunnen aan anderen niet opgelegd worden, vooral als ze in strijd zijn met kernwaarden. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand homoseksualiteit immoreel vindt. Wat de homo’s met elkaar doen, heeft geen gevolgen voor de overleving van derden. Noch beschadigen homo’s fundamentele biologische en psychologische behoeftes van derden, zodanig dat deze schade aan de behoeftes groter is dan de schade die aangericht wordt aan de vrijheid van de homo. Dat betekent dat noch de maatschappij, noch het individu aan anderen een waarde mag opleggen waarin homoseksualiteit is verboden.
Maar individuen en groepen hebben verschillende satellietwaarden. Als deze waarden met elkaar conflicteren, dan moeten we een vorrang beslissen. Bijvoorbeeld via ruil, onderhandelingen of democratische verkiezingen. Men kan ook beslissen dat een bepaalde waarde voor een bepaalde tijd voorrang heeft. We kunnen bijvoorbeeld beslissen om dit jaar meer overheidsgeld aan voetbal te geven en volgend jaar meer aan kunst.
Hieruit kunnen we concluderen dat de meerderheid slechts één gedeelte van de collectieve identiteit aan de minderheid mag opleggen: de kernwaarden. Maar de minderheid mag hetzelfde doen. De meerderheid heeft slechts een recht om de rest van de waarden in het privé uit te oefenen of in het openbaar, zolang hun openbare manifestatie de rechten (kernwaarden) van minderheden niet schendt.
“De Europese beschaving kan in verleden en heden niet worden begrepen zonder kennis van de centrale betekenis van het christendom.”
Dit is een heel wazige uitspraak en ik veronderstel dat het woord ‘begrijpen’ hier synoniem is voor ‘verklaren’. Als de Europese beschaving niet verklaard kan worden zonder de christelijke invloeden, wil niet zeggen dat we christendom in haar totaliteit aan de minderheden mogen opleggen.
Bijvoorbeeld een Nederlandse atheïst kan de volgende waarden hebben: hij kan tegen hypocrisie zijn, tegen liegen, tegen moord, tegen stelen. Hij of zij kan zelfs geloven dat je voor de zwakkeren moet opkomen of whatever. Stel je voor dat een deel van deze waarden af te leiden zijn naar een christelijke traditie. Misschien koestert de atheïst deze waarden niet omdat hij ze zelf heeft gekozen, maar omdat zijn ouders en de maatschappij hem hebben gebrainwasht als gevolg van een christelijke traditie.
Maar deze atheïst kan ook andere waarden hebben, die niet overeen komen met de christelijke traditie. Het feit dat een gedeelte van zijn waarden verklaard kan worden op basis van het christendom, wil niet zeggen dat het christendom hem alle christelijke waarden mag opleggen.
Daarna kan je met christelijke waarden in tegenovergestelde richtingen gaan. Je hebt zowel het Amerikaanse extreem-rechtse als het Zuid-Amerikaanse linkse christendom, zoals Oscar Romero. Om het nog erger te maken, je kunt zelfs fascisme en communisme op basis van hetzelfde christendom verklaren. Dat betekent dat het christendom niet veel kan verklaren.
Bovendien, je kan de Europese beschaving ook op basis van andere elementen begrijpen. Het idee van democratie stamt van de antieke Grieken af. Plato, Aristoteles en anderen van de Griekse gozers, die veel invloed hebben op de Europese beschaving, waren helemaal geen christenen. Zij hebben op hun beurt van andere beschavingen geërfd en gepikt. De renaissance en de verlichting heeft zich op deze grieken beroepen. Veel van de verlichtingsdenkers waren zwaar tegen de christelijke dogma’s. En veel van deze denkers hebben aan het idee van democratie en rechtsstaat bijgedragen. Men kan op geen enkele manier bewijzen dat christelijke waarden meer aan democratie en rechtsstaat hebben bijgedragen dan waarden van mensen die de christelijke dogma’s bestreden.
Sterker nog, veel van deze verlichtingsdenkers waren zwaar antisemitisch. Deze ‘waarde’ hebben ze van hun christelijke beschaving geërfd, zelfs zouden christenen dit nu willen vergeten.
We moeten ook niet vergeten de islam ook een invloed op de Europese beschaving heeft gehad.
Spruyt verzet zich tegen het voorstel van een CDA-commissie om de Koran als gelijkwaardige bron van waarden te beschouwen, naast de Bijbel. De commissie kwam tot de conclusie dat men in de Koran voldoende gedeelde waarden kan vinden. Ik zie daar niks mis mee. Een deel van deze waarden komen zowel in de Koran als in de Bijbel voor, en deze waarden komen ook overeen met de waarden die we zouden kiezen in de Hemelpositie.
Wat is de Hemelpositie?
Stel je voor dat je een lichaamsloze geest bent, ergens in de hemel voordat je geboren bent en je wilt een contract afsluiten met alle andere mensen. Je bent in een debat- en onderhandelkamer en je debatteert en onderhandelt met de rest van de toekomstige wereldbewoners welke gedragsregels, welke (morele) wetten op aarde moeten gelden om je leven zinvol te maken. Je weet echter niet van tevoren in welk lichaam je geboren zult worden. Je kan een man of vrouw zijn, blank of zwart, gelovig of ongelofelijk (echt wel), rijkaardskind of achterbuurteling, een briljante gozer zoals ik of dom, splinterfit of (geestelijk) gehandicapt. Je weet dus absoluut niks van de toekomstige toevallige eigenschappen; immers moraal is schuw voor willekeur.
Deze regels komen met de kernwaarden overeen en ook gedeeltelijk met waarden in de Bijbel en de Koran. Dat betekent dat CDA gerust kan zeggen dat sommige van de waarden in de Koran overeen komen met de CDA-beginselen. En als deze beginselen overeen komen met de kernwaarden, dan mag CDA ook deze waarden – vooral op een democratische wijze – binnen Nederland bevorderen. Als CDA ook andere satellietwaarden heeft, gedeeld met de Koran, dan kan CDA deze waarden slechts via onderhandeling met de rest van de Nederlanders afstemmen. CDA mag satellietwaarden privé koesteren, maar mag hen aan anderen niet opdringen onder het mom van een collectieve identiteit.
“Vrijheid zonder geloof ontaardt in ongebondenheid, verdraagzaamheid zonder geloof in lege tolerantie en de dictatuur van de meerderheid. Democratie en rechtsstaat kunnen niet zonder de grondslag van het christelijk geloof.”
Dit zijn slechts leuzen die nergens op gebaseerd zijn. Mijn atheïstisch concept van vrijheid is net zo goed als het concept van vrijheid van een gelovige. De gelovige wil vrij zijn om zijn geloof te belijden, zonder mijn dwang. Ik wil dat de gelovige mij met rust laat. Mijn ongebondenheid is niet inferieur aan de gebondenheid van de gelovige.
Mijn tolerantie is net zo goed als de tolerantie van een gelovige. Sterker nog, mijn definitie van tolerantie is de beste.
En wat betreft de “dictatuur van de meerderheid” dat is juist wat ik vrees als Spruyt zijn “collectieve identiteit” aan mij wil opleggen. Democratie en rechtsstaat kunnen heel goed ook zonder de grondslag van het christelijk geloof. Watch me.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment