Stel je voor, zei Robert Nozick, dat je een ervaringsmachine zou hebben, die al je begeerten, in een virtuele wereld, tot “werkelijkheid” zou kunnen omtoveren.1 Zou je dan je huidige leven voor een leven in deze machine omruilen? Nozick geeft ons drie tegenargumenten2 en concludeert dat DE MEESTE MENSEN niet voor de machine zouden kiezen. Hij viel hiermee de utilitaristen en de hedonisten aan, die van mening zijn dat we het plezier zoeken in alles wat we doen. David Cronenberg, in zijn film eXistenZ, herinnert Nozick een aantal dingen:
- plezier is verslavend.
- DE MEESTE MENSEN zijn geen Nozick
- een ervaringsmachine zou ons bewustzijn radicaal veranderen.
1. Wetenschappers hebben een pleziermachine voor ratten gebouwd.3 Door een pedaal in te drukken kregen ratten een stimulus via een elektrode in hun hersenen. Deze stimulus produceerde het gevoel van plezier. Het blijkt dat de ratten zo verslaafd raken aan het indrukken van het pedaal, dat ze eten, drinken en seks helemaal vergeten, totdat ze aan honger en uitputting sterven. De mens is niets anders dan een grote rat, gevoelig zelfs voor de primitieve ervaringsmachines, die we TV en Internet noemen. Cronenberg illustreert dit via Allegra Geller, die dwangmatig terug naar haar virtuele wereld wil.
- De meeste mensen zijn geen beroemde filosofen, die plezier beleven in het bedenken van nieuwe dingen of schrijven van goede boeken. Het grootste deel van de aardebevolking probeert te overleven in armoede en onder verschrikkelijke regimes. Nozick vergeet ook het machinaal, zinloos bestaan van vele Westerlingen. Cronenberg’s benzinepompbediende beschouwt zijn leven buiten de ervaringsmachine als het “meest pathetische bestaansniveau”.
De aarzeling om definitief in een ervaringsmachine te stappen is het gevolg van onze eigen gevangenschap in onze waarden en angsten, vooral de doodsangst. “Slapend” in een dergelijke machine zouden we geen gevaren voor ons leven kunnen ontwijken. Cronenberg illustreert dit via Ted Pikul, die zich in de virtuele wereld zorgen maakt over de veiligheid van zijn “achtergelaten” lichaam.
De (sociale) omgeving beperkt ons van buiten in wat we willen en wat we mogen denken. En omdat dit in conflict kan komen met onze vrijheidsbehoefte, houden we ons voor de gek; we schreeuwen het van de daken dat dit echt is wat we zelf willen. Echter, zelfs een gedeeltelijk gebruik van een ervaringsmachine zal ons bewustzijn radicaal veranderen. We zouden ontdekken dat we een rol spelen, een rol die we met het wezenlijke “ik” verwarren. Omdat er geen regels zijn4 in de ervaringsmachine ontdekken we de onzichtbare regels in ons leven. Onze materiele aanhechtingen, onze toch hedonistische en dwangmatige behoefte aan leasebakken, zullen een kritische herwaardering ondervinden. Plezier zal de behoefte aan plezier zinloos maken. Tenminste als we de plezierverslaving overleven.
Bewust geworden van onze gevangenschap zullen we al onze gedachten onder de loep nemen en herzien. Na het vallen van het doek neem je dan de echo van de woorden van Allegra Geller mee naar huis: “People are programmed to accept very little, yet the possibilities are so great…”
De filmmaker overwint de filosoof.
Noten:
[1.] “Suppose there were an experience machine that would give you any experience you desired. Superduper neuropsychologists could stimulate your brain so that you would think and feel you were writing a great novel, or making a friend, or reading an interesting book. All the time you would be floating in a tank, with electrodes attached to your brain. Should you plug into this machine for life, preprogramming your life experiences? […] Of course, while in the tank you won’t know that you’re there; you’ll think that it’s all actually happening […] Would you plug in?.”
Nozick, Robert. Anarchy, State, and Utopia, Basic Books, 1971.
[2.]
-“First, we want to do certain things, and not just have the experience of doing them.”
-“A second reason for not plugging in is that we want to be a certain way, to be a certain sort of person. Someone floating in a tank is an indeterminate blob. There is no answer to the question of what a person is like who has long been in the tank….Plugging into the machine is a kind of suicide.”
-“Thirdly, plugging into an experience machine limits us to a man-made reality, to a world no deeper or more important than that which people can construct. There is no actual contact with any deeper reality, though the experience of it can be simulated.”
Nozick, Robert. Anarchy, State, and Utopia, Basic Books, 1971.
[3.]
Olds, James. “Brain mechanisms of reinforcement learning”. In L. D. E. Berlyne & K. B. Masden (Eds.), Pleasure, reward, preference: Their nature, determinants, and role in behavior. New York: Academic Press, 1973.
Zie James Olds
[4.] “First rule: there are no rules” – Allegra Geller over het spel eXistenZ
Geredigeerd door Pascale Esveld
Doen mensen niet niets anders dan zoeken naar ervaringsmachines? Denk aan drugs, alcohol, religie. Op wat onschuldiger niveau zijn er nog boeken, muziek, tv, enzovoorts.
Nozick lijkt mij een beetje wereldvreemd. Net zo wereldvreemd is de mening dat veel westerlingen een machinaal en zinloos bestaan leiden. Dat kan alleen iemand bedenken die het bestaan van een randfiguur leidt en geen besef heeft van de bevrediging die het hebben van een relatie, een leuke baan, het krijgen en zien opgroeien van kinderen en het opgenomen zijn in een sociaal verband geeft.
Of een bestaan zinvol of zinloos is dat hangt af van hoe je er tegen aan kijkt. uiteindelijk is alles natuurlijk zinloos, maar je kunt zin aan je leven geven door wat je voor anderen kunt betekenen. Geven geeft zin, zoeken naar genot niet.
@Hans
Waar Nozick om gaat is de vraag of je je huidige leven zou opgeven voor het leven in een virtual reality machine. Dus voor de rest van je leven hang je ergens aan een computer vast, waar je denkt dat je iets doet, terwijl je slechts in bed ligt.
De (tegen)argumenten vind ik zelf niet al te sterk. Het eerste argument kan namelijk ook worden uitgelegd als een reden om je niet aan de machine aan te sluiten, om te voorkomen dat je door het ‘uitproberen’ van de machine er verslaafd aan raakt. Dit zou een doemscenario zijn, en desastreus voor zowel lichaam als geest. Hier kan men een vergelijking trekking met bijv. drugs.
Het tweede argument daarentegen is wel een sterke en duidt ook duidelijk een zwakte aan in Nozick’s redenering. Echter kunnen mensen die leven onder strenge regimes, in oorlogsgebieden, onder de armoedegrens en vergelijkbare geluksbeperkende elementen wel gelukkig zijn. Hierbij haal ik onder andere het verlangen om terug te gaan naar een communistische staat, wat onder een redelijk deel van bijv. voormalige sovjet-unie bewoners leeft. Aangezien geluk iets subjectiefs en individueels is, kunnen we hier niet waarlijk op afdingen, behalve dan dat we de authenticiteit van dit verlangen in twijfel trekken.
Het derde argument kan, net als het eerste argument, ook worden uitgelegd als argument om je niet aan te sluiten aan de machine. Namelijk, vele mensen die leven naar hun ware verlangens en echte ‘ik’, of wat daar voor door moet gaan, of mensen die zich bijv. niet storen aan de maatschappij, zijn niet gelukkiger. De mens wil blijkbaar enige controle, in dezelfde vorm als dat kinderen die alles krijgen wat zij willen en zich impulsief mogen gedragen ook eerder of later ongelukkig worden, al dan niet zijn.
@Stijn
De mensen zouden zich niet aan de ervaringsmachine aansluiten als gevolg van hun overlevingsinstinct. Evolutie heeft geresulteerd in een instinct om zoveel mogelijk kinderen te krijgen. Als je daarop aangesloten bent, kan je geen kinderen meer krijgen.
Daarna, vertrouwen we niet op de rest van de mensen. Voordat je het weet, komt er een bezuiniging en ze gaan jouw machine de stekker uit trekken, omdat je niks produceert. Mensen willen voortdurend bewust zijn, om zich te kunnen verdedigen tegen andere mensen.
In tegendeel. Liggend aan een dergelijke machine zou je een bijzonder interessant onderzoeksobject zijn, als toch de vraag is of je wat moet produceren. In het experiment heeft Nozick onder meer geopperd dat je gewekt kunt worden eens in de zoveel tijd om de input te bepalen. Daarnaast heeft Nozick de eisen van de maatschappij aan jouw productieviteit en de wensen van familie, vrienden enz. als neutraal verondersteld, omdat zij geenszins bijdragen aan de filosofische discussie, maar louter argumenten zijn om het experiment naar de prullenbak te verwijzen alsof het iets reeëls is. Het experiment is niet voor niets een gedachtenexperiment.
Dergelijke aanmerkingen vallen onder praktische zaken.
Bovendien zul je uit de machine worden gehaald, mocht men zich genoodzaakt zien deze uit te zetten.
Daarnaast, als ik eenmaal aangesloten ben, kan ik ook kinderen beleven en werkelijk geloven dat ik ze heb. Ik kan bijvoorbeeld de machine zo instellen dat mijn eerste ervaring is dat ik uit de machine ga en dus geloof dat ik leef in de ‘werkelijkheid’, terwijl dat fantastische leven zich eigenlijk in de machine afspeelt. Als geluk louter bestaat uit de positieve ervaringen van een organisme zijn leven, dan is dit zelfbedrog van weinig belang, ook aangezien ik het verschil niet (meer) weet en daarom de voorkeur geef aan wat het meest aantrekkelijk is voor mij.
Daarnaast zijn er ook mensen die rationeel besluiten geen kinderen te willen hebben. De mens is namelijk het enige bekende wezen (zover wij dat kunnen weten, onderzoeken, testen) dat rationeel kan handelen en zich niet hoeft te laten drijven door instincten.
Als je een gedachte-experiment doet, zie je dat alle waarden zijn het gevolg van ons overlevingsinstinct.
http://www.mihai.nl/2010/04/17/als-je-oneindig-zou-zijn-zou-je-me-gelijk-geven/
Beste Mihai,
het verhaal wat je in dat stuk schetst is interessant, maar morele waarden en de daarbij komende normen zijn niet louter en alleen het gevolg van ons overlevingsinstinct. Je kunt stellen dat mensen zijn gaan samenwerken en -wonen, om een grotere kans te hebben te overleven. Om met elkaar te kunnen leven, is het nodig om dergelijke regels zoals ‘gij zult niet doden’ te hebben, aangezien er anders anarchie en chaos zou ontstaan. Echter zijn onze waarden daar niet louter op gebaseerd. Wij zijn van mening in de westerse wereld dat je bijv. niet te vroeg kinderen moet krijgen. Komt dit voort uit een overlevingsinstinct? Nee. Zolang de moeder niet te jong is (denk daarbij aan een kind onder de 15/16) is de kans op een gezond kind groter en de overlevingskans van de moeder niet in het geding, kijkend naar onze medische kennis en mogelijkheden.
Ik vind het een interessant standpunt wat je inneemt, maar het lijkt mij niet verstandig bovenstaand idee te verdedigen met iets waar nog heftig over gediscussieerd wordt en wat alles behalve bewezen is.
http://www.mihai.nl/2010/04/16/doodslag-voor-waarderelativisme