Skip to content

De bullshitter Theodor Holman

Ik begreep dat de Vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte Theodor Holman heeft uitgeroepen tot Vrijdenker van het Jaar 2025. Dit lijkt echter in strijd met twee punten uit haar manifest:

  1. “Vrijdenkers nemen denken serieus en zullen de consequenties van een coherente argumentatie doorgaans tonen in engagement en gedrag.”
  2. “Wel zijn de wettelijke inperkinggronden op de vrijheid van meningsuiting nodig om de maximale vrijheid van alle individuen te beschermen.”

De columns van Holman zijn geen coherente argumentatie

Als ik de columns van Theodor Holman lees, voel ik dezelfde verwondering als vroeger bij de Mini-playbackshow. “Waarom regent het,” vroeg presentator Henny Huisman en een kleuter verzon: “De regen houdt zich met zijn handen aan de wolken vast en als hij moe wordt laat hij los.” Net zo redeneert Holman over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft en waarvoor hij niet eens dertig seconden de moeite neemt om iets te googelen. Daarom noem ik hem een googeloze columnist zoals er meer rondlopen, columnisten die hun verzonnen beweringen niet via google controleren.

Uit de wetenschapsfilosofie kennen we het probleem van onderdeterminatie: voor elk fenomeen bestaan oneindig veel verklaringen. We kunnen een theorie maken over de Big Bang maar even goed aannemen dat een Designer de wereld vijf minuten geleden heeft geschapen inclusief de bewijzen voor de oerknal. De wetenschapper zoekt als sport de beste uitleg.

De goede columnist doet hetzelfde over maatschappelijke fenomenen. Hij kiest uit talloze lezingen het meest waarschijnlijke verhaal, gebaseerd op zorgvuldig gekozen feiten. De googeloze columnist daarentegen heeft lak aan feiten en kiest niet de plausibelste verklaring, maar die welke zijn politieke agenda dient.

Een schrijnend voorbeeld is Holmans verdediging van martelen. In 2014 publiceerde het Amerikaanse Congres een rapport over martelingen tijdens de oorlog tegen terreur. Vier dagen later schreef Holman: “Mag een staat opdracht geven tot martelen? De staat heeft het primaat van het gebruik van geweld. Als je in een oorlog mag doden mag je ook martelen. Het is een wapen.”

Het klinkt logisch maar het klopt niet. In het volkenrecht geldt een absoluut verbod op marteling. Het is een jus cogens-norm, een fundamenteel principe waarvan niet mag worden afgeweken. In Nederland wordt marteling bestraft met levenslang of een celstraf tot dertig jaar.

De columns van Holman overschrijden de wettelijke beperkingsgronden voor de vrijheid van meningsuiting.

Sinds 2024 is het zelfs verboden om oorlogsmisdaden te ontkennen, vergoelijken of bagatelliseren. Uit een zoektocht in LexisNexis blijkt dat Holman minstens 42 keer over marteling heeft geschreven. Regelmatig legitimeert hij het, bijvoorbeeld: “Alles is geoorloofd om te winnen. Ook kinderen martelen.” Of in een fictieve soldatenbrief: “Dus u begrijpt dat ik ze moet martelen, anders lopen we in hun val, schieten ze ons neer of martelen ze ons als ze ons gevangennemen.”

Toen het nieuws naar buiten kwam over de Israëlische gevangenis Sde Teiman, waar gedetineerden meldden langdurig te zijn vastgeketend in stressposities, geëlektrocuteerd, afgeranseld en verkracht, koos Holman opnieuw voor rationalisatie. Hij koos voor kille logica als camouflage, om het medelijden bij lezers uit te schakelen.

Holmans stijl verandert zodra anderen zoals Iran of Poetin martelen. Dan vervangt hij kille taal door plastische beschrijvingen, bedoeld om walging, haat en angst op te wekken. Deze martelingen veroordeelt hij wél. Zijn afkeer van moslims verklaart zijn hypocrisie. Zelf schreef hij: “Geef mij maar 60.000 joden of 60.000 christenen. Geef me 60.000 kinderen of 60.000 atheïsten. Maar liever hier geen islamieten.”

Ook over genocide redeneert Holman als een kleuter. Hij stelt dat Israël geen genocide kan plegen omdat men de Gazanen niet doodt omdat ze Palestijnen zijn. Daarom, concludeert hij, is er geen genocide. Wie anders beweert zou lijden aan Jodenhaat.

Maar talrijke juristen met meer gezag spreken hem tegen. De voormalige president van het Internationaal Strafhof, Chile Eboe-Osuji, zegt: “In the modern history of international law, individuals have been prosecuted and convicted of genocide for saying and doing much less than what Israel’s leaders are accused of saying and doing in relation to Gaza.” William Schabas, een van de belangrijkste genocide-experts ter wereld, stelt dat er “een zeer sterke grond” is om Israëls acties als genocide te kwalificeren. Ook het ECCHR concludeert na gedegen onderzoek dat er sterke argumenten zijn dat Israël genocide pleegt. Melanie O’Brien (President of the International Association of Genocide Scholars) schreef: “it is without a doubt that we are witnessing a genocide now in Gaza, and state parties to the Genocide Convention are failing in their obligation to prevent and punish genocide.” Ook NRC benaderde zeven vooraanstaande genocide-experts, die tot de conclusie kwamen dat Israël genocide pleegt.

Het probleem is niet dat Holman het met deze experts oneens is, maar dat hij hun argumenten niet met deugdelijke tegenargumenten weerlegt. In plaats daarvan gebruikt hij drogredenen om genocide goed te praten.

Naast zijn gebrek aan feitelijke onderbouwing maakt Holman zich schuldig aan de stroman-drogreden. Zijn columns bestaan vaak uit denkbeeldige dialogen. Hij discussieert zogenaamd met vrienden of lezers maar in werkelijkheid weerlegt hij vooral argumenten die waarschijnlijk niemand ooit heeft gemaakt. Hij maakt karikaturen van tegenstanders zodat hij ze makkelijk kan onderuit halen.

Zelf heb ik Holman meerdere keren benaderd met feiten en uitleg over het volkenrecht. Nooit heeft hij mijn argumenten in zijn opinie­stukken of mails weerlegd. Dus hij kiest in zijn columns de domste mails die hij krijgt om makkelijk te weerleggen. Of – en dat lijkt het meest waarschijnlijk – hij verzint zijn tegenstanders.

Theodor Holman is volgens filosoof Harry Frankfurt een bullshitter. In zijn essay “On Bullshit” schrijft Frankfurt dat een leugenaar de waarheid nog kent maar opzettelijk verdraait, terwijl een bullshitter de waarheid volkomen irrelevant vindt. Hij zuigt feiten en verklaringen uit zijn duim en probeert vooral een gewenste indruk te wekken. Bullshitten is bluffen. Bullshit ontstaat vaak uit situaties waarin mensen moeten praten over zaken waar ze weinig van weten. Bullshit is gevaarlijker dan leugens omdat zij de verhouding tot feiten ondermijnt en publieke debatten verandert in gesprekken over een parallel universum, niet over de werkelijkheid. De waarheid verliest zo zijn waarde. Dus de columns van Holman zijn geen coherente argumentatie, maar hallucinaties op het niveau van ChatGPT v 1.0.

Arnold Vonk, voormalig opinieredacteur van de Volkskrant, zegt in zijn boek “Effectief opiniestukken schrijven”: “Opiniemakers hebben veel macht. De oplossingen die zij aandragen worden gretig opgepikt door media en politici en ministers moeten daarop hun beleid aanpassen.” Het volgt hieruit dat de sofisterijen van Holman de legitieme belangen en rechten van anderen kunnen schenden. Gemanipuleerde burgers laten regeringen wegkomen met het schenden van hun juridische plichten tegenover het Internationaal Gerechtshof.

Wie de geschiedenis van de vrijheid van meningsuiting bestudeert, ziet dat deze in de eerste plaats bedoeld was voor de underdog, om machtsverhoudingen te corrigeren. Zij bood ruimte om dictators, keizers en regeringen te bekritiseren. Religieuze minderheden konden zich ermee verzetten tegen dominante staatsreligies en de religie van de meerderheid. Atheïsten konden ermee opkomen tegen de invloed van de machtige kerk. Vrijheid van meningsuiting was nooit bedoeld om machtigen de mogelijkheid te geven de machtelozen te onderdrukken.

Zij is geen vrijbrief om op te roepen tot genocide of genocide te ontkennen. Na de Tweede Wereldoorlog hing het Neurenbergtribunaal Julius Streicher – oprichter en uitgever van de antisemitische krant Der Stürmer – op wegens misdaden tegen de menselijkheid. Hij bleef bewust antisemitische propaganda verspreiden, terwijl hij wist dat Joden werden vermoord. Streicher was het eerste lid van het naziregime dat werd berecht voor het aanzetten tot genocide.

Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Nederlandse wet sluiten genocideontkenning en -verheerlijking uit van de bescherming door de vrijheid van meningsuiting. Internationale tribunalen, zoals dat voor Rwanda, hebben meerdere personen veroordeeld voor het rechtstreeks en openbaar aanzetten tot genocide.

Wie de jurisprudentie van het Europees Hof bestudeert, ziet dezelfde logica terug: hoe meer macht iemand heeft, des te minder beroep hij kan doen op de vrijheid van meningsuiting wanneer die wordt ingezet tegen de machtelozen. Europese rechters treden juist streng op tegen politici die haat zaaien tegen minderheden. Dat ondervonden onder anderen:

  1. De Belg Daniel Féret, die via Front National-flyers asielzoekers afschilderde als profiteurs.
  2. De Engelsman Mark Anthony Norwood, die na 9/11 een poster toonde met ‘Islam out of Britain’.
  3. De Fransman Jean-Marie Le Pen, die beweerde dat moslims de macht in Frankrijk zouden overnemen, met fatale gevolgen voor de Fransen.

Deze politici konden zich niet beroepen op de vrijheid van meningsuiting.

De nationalistische journalist Pavel Ivanov beweerde in zijn krant dat Joden de bron van het kwaad in Rusland zouden zijn. Als straf mocht hij drie jaar lang niets publiceren. Hij en andere Jodenhaters mochten hun zaak niet eens aan het Europees Hof voorleggen. Volgens het Hof kun je mensenrechten niet gebruiken om de mensenrechten van anderen te schenden. Als haatzaaiers toegang tot het Hof zouden krijgen, zou dat hen juist helpen de vrijheid en rechten van anderen te ondermijnen.

Daartegenover staat dat machtelozen juist méér vrijheid van meningsuiting hebben om de machtigen te bekritiseren. Zoals het Europees Hof stelde:

“The politician inevitably and knowingly lays himself open to close scrutiny of his every word and deed by both journalists and the public at large, and he must consequently display a greater degree of tolerance… Members of parliament, local politicians, governments, public authorities or public figures in general have to accept even sharp criticism, sometimes expressed in a harsh or hostile tone.”

Conclusie: Theodor Holman is geen denker, maar een sofist. Hij baseert zich op verzonnen premissen, en zijn conclusies volgen daar niet logisch uit. Hij overschrijdt de wettelijke grenzen van de vrijheid van meningsuiting, en zijn argumenten ondermijnen het fundamentele doel ervan: machtscorrectie, niet overheersing.

 


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inOpinie

2 Comments

  1. Mijn woede barstte tientallen jaren los, zoveel brieven heb ik Holman geschreven, ivm alle apekool die hij er steevast uitpoepte. Ik heb God en Allah en de hoofdredacteur van het Parool bedankt, nadat die laatste besloten had eindelijk op velerlei verzoek te stoppen de dagelijkse stront van Theo niet langer te plaatsen.
    Wij gebruikten die met woordpoep volgeschoten pagina’s van Theo in de kattenbak, lekker puh!
    ZO eens ditmaal Mihai!

    • Mihai Mihai

      Ik heb ook herhaaldelijk de redactie gemaild. Ik heb zelfs een pdf gestuurd met al zijn vergoelijkingen van marteling. Dat was kort voordat hij werd weggemieterd, maar ik weet niet of dat invloed heeft gehad.

Leave a Reply