Geachte heer Klok,
Toen ik uw opiniestuk over het besluit van GroenLinks-PvdA betreffende de motie van Kati Piri las, moest ik denken aan de Joodse denker Hans Kohn. Hij nam protesterend ontslag binnen de zionistische beweging in het Britse mandaatgebied Palestina met de woorden:
“We zijn al twaalf jaar in Palestina zonder ooit serieus geprobeerd te hebben de instemming van de inheemse bevolking te verkrijgen. We hebben ons exclusief verlaten op de militaire macht van Groot-Brittannië. Twaalf jaar lang deden we alsof de Arabieren niet bestonden en waren we blij als we niet aan hun bestaan werden herinnerd.”
Ik heb een aangepaste ChatGPT die argumenten in teksten analyseert en deze heeft uw recente opiniestuk als volgt geformaliseerd:
P1: Politieke partijen, vooral fusiepartijen zoals GroenLinks-PvdA, moeten bij fundamentele, ethische kwesties zoeken naar een oplossing die recht doet aan de meningsverschillen binnen de partij.
P2: De motie over de Israël-koers van GroenLinks-PvdA veroorzaakte pijn bij een deel van de partij, met name onder prominente leden zoals Asscher en Cohen.
P3: Als een deel van een partij pijn lijdt over een kwestie, dan moet die kwestie niet bij meerderheid worden beslist, maar moet worden gezocht naar een compromis dat de uiteenlopende redeneringen recht doet.
P4: De partij heeft de motie toch doorgezet via een meerderheidsbesluit, ondanks dat beide zijden een sluitende redenering hadden en de pijn werd erkend.
P5: Dit besluit is genomen via politieke “powerplay” en niet via dialoog of compromis.
P6: Bij kwesties zoals het nieuwe pensioenstelsel kan meerderheid beslissen acceptabel zijn, maar niet bij ethisch fundamentele zaken zoals de Israël-koers.
C1: GroenLinks-PvdA heeft een fout gemaakt door de motie op deze manier door te drukken.
C2: Dit heeft geleid tot een stap achteruit voor de partij, zowel in haar interne eenheid als in haar effectiviteit in het streven naar vrede in Gaza.
U presenteert dit als een moreel dilemma, vergelijkbaar met Sophie’s keuze tijdens de nazi-periode. Maar u vergeet twee essentiële zaken.
Ten eerste: deze kwestie omvat niet alleen twee partijen (de pro-Israël- en pro-Palestijnse fracties binnen GroenLinks-PvdA), maar ook een derde partij, namelijk de Palestijnen zelf, zoals Hans Kohn terecht opmerkte. Dit volgt een bekend patroon waarbij westerlingen onderling beslissen wat er met de Palestijnen gebeurt en hen die beslissing vervolgens opleggen.
Ten tweede is dit geen kwestie van moraal of compromissen, maar een juridische kwestie waarin het recht voorrang heeft. Stel dat 50% van partijleden alle Friezen zou willen vergassen en de andere helft niet; hierover sluit je geen compromis. De Nederlandse wet en het internationaal recht verbieden immers genocide.
Ook over Palestina heeft het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in 2024 duidelijk geoordeeld: andere staten, waaronder Nederland, zijn verplicht om Israëls illegale bezetting niet te erkennen en deze niet te ondersteunen. Dit omvat economische, diplomatieke en handelsbetrekkingen die Israëls onrechtmatige aanwezigheid bestendigen. Alle staten zijn volkenrechtelijk verplicht ervoor te zorgen dat Israël geen genocide pleegt en het oorlogsrecht respecteert, bijvoorbeeld door geen illegale aanval op Iran uit te voeren en geen nederzettingen te bouwen.
Ook Nederland getuigde bij het ICJ dat landen een aantal juridische plichten hebben in relatie tot de Israëlische bezetting, die een schending is van het verbod op geweld, en in relatie tot de nederzettingen, die volgens Nederland oorlogsmisdaden zijn (zie bijlage).
Deze verplichtingen zijn herhaaldelijk in het debat herhaald, zoals door de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in 2013, die stelde dat voortdurende schendingen van internationaal recht consequenties moeten hebben, bijvoorbeeld beperking van relaties met Israël en importverboden op producten uit nederzettingen (zie bijlage).
Dertien hoogleraren bevestigden ook dat Nederland verplicht is het Israëlische nederzettingenbeleid niet te faciliteren, ook omdat dit tot volkenrechtelijke aansprakelijkheid kan leiden (zie bijlage).
De AIV stelde ook in 2024 maatregelen voor, zoals het erkennen van de Palestijnse staat, sancties tegen bouwers van nederzettingen en beperking van de wapenexport (zie bijlage).
André Nollkaemper, de ex-juridische adviseur van het kabinet en decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bij de UVA, stelde in het NRC dat
“Israël al decennia een illegale bezetting uitvoert van een land en een bevolking dat haar niet toekomt en daarmee op een dagelijkse basis de levens van miljoenen Palestijnen verwoest, zonder enig uitzicht op verbetering… Illegale bezetting, apartheid en ontkenning van zelfbeschikking normen zijn die zich primair richten tot Israël, maar niet alleen. Andere staten en de internationale gemeenschap moeten zich onthouden van alles wat het voortbestaan van de situatie steunt, en moeten actief samenwerken om de situatie te beëindigen.”
Nollkaemper pleit voor sancties, een einde aan militaire samenwerking en voor de erkenning van de Palestijnse staat (zie bijlage).
VN-experts hebben scherpe kritiek geuit op de Israëlische aanvallen op Iran, die zij bestempelen als flagrante schendingen van het internationaal recht en verboden agressie. De aanvallen veroorzaakten zware schade en veel burgerdoden, waaronder wetenschappers en journalisten. De experts waarschuwen voor een escalerende geweldsspiraal en benadrukken dat militaire acties rond nucleaire installaties onaanvaardbare risico’s vormen. Ze roepen op tot een onmiddellijk einde aan de vijandelijkheden, een stop op wapenleveranties aan Israël, en internationale actie ter handhaving van het internationaal recht, inclusief de lopende rechtszaken tegen Israël wegens genocide en oorlogsmisdaden. “Stopping the supply of arms to Israel is the first step to return to peace and stability in the region,” zeggen ze.
Uw opiniestuk vergeet helaas dat naast interne partijproblemen er ook concrete juridische plichten bestaan jegens de Palestijnen. Deze houding waarin Palestijnen als afwezige partij worden behandeld, blijft niet onopgemerkt. Zoals het Amerikaanse rapport na onderzoek door de Defense Science Board concludeerde:
“Muslims do not ‘hate our freedom,’ but rather, they hate our policies. … Muslims see Americans as strangely narcissistic—namely, that the war is all about them. As Muslims see it, everything about the war is—for Americans—really no more than an extension of American domestic politics and its great game. This perception … sustains their impression that when Americans talk to Muslims, they are really just talking to themselves.”
Dus door de Palestijnen te negeren, is uw opiniestuk op een vreemde manier narcistisch. Welke maatregelen stelt u voor om te zorgen dat Nederland zijn juridische plichten vervult?
Zie ook het boek “Imperial perceptions of Palestine” in de bijlage.
Met vriendelijke groet,
Mihai