Op 21 december 1989 schreeuwde ik in mijn geboortestad in Roemenië: ‘Weg met de dictator!’ Ik was doodsbang omdat de buurvrouw me vermaande om niet te demonstreren: ‘Ze zullen jullie filmen en jullie zullen spoorloos verdwijnen, of nog erger.’ Inderdaad, in mijn stad alleen werden 79 levens door kogels genomen en er vielen 1104 doden in totaal.
Wij vochten voor drie vitale dingen: Coca Cola, democratie en mensenrechten. Boeken over mensenrechten waren verboden, maar we hadden onze common sense daarover. We wilden onder andere vrijheid van meningsuiting (VvMU).
Mijn jeugdige intuïtie over VvMU bevatte drie dingen. Ten eerste, dat ik mocht roepen ‘weg met de dictator’. Dat ik de machtigen kon betwisten en dat ik medeburgers kon bewegen om mee te strijden tegen corruptie en machtsmisbruik. Dus het hoofddoel van VvMU is om macht te nivelleren, om te voorkomen dat machtigen steeds machtiger worden, dat ze onverdiende rijkdom en privileges voor zichzelf grijpen.
Ten tweede, dacht ik aan de avond waarop twee politiemannen mij urenlang met rubberen knuppels bewerkten. Ik wilde mijn onschuld voor een rechter kunnen betogen en duidelijk maken dat de agenten mijn mensenrechten hadden geschonden. Dus VvMU is om je rechten te verdedigen.
Ten slotte, dacht ik dat Ceausescu altijd het laatste woord had. Van leerjongen bij een schoenenmaker promoveerde hij direct tot tiran. Hij gaf ‘suggesties’ tijdens zijn ontelbare bezoeken aan fabrieken. Fabrieksdirecteuren die van hun leven hielden, volgden zijn suggesties blindelings. Als hij auto’s met de wielen op het dak wilde, was zijn wens wet en ging de economie naar de klote. VvMU zorgt dus dat de beste ideeën en argumenten welvaart en vooruitgang voor iedereen scheppen.
Dus VvMU is geen goed op zichzelf, maar dient vooral drie andere doelen: machtsnivelering, rechten verdedigen en waarheidsvinding.
De Roma in Roemenië waren onze Marokkaantjes. Zij waren dé criminelen, schoolverlaters en uitkeringstrekkers. Ik was toen racist en verfoeide hen. Maar – al verlangde ik naar veel vrijheden onder de dictatuur – ik heb nooit het recht begeerd om te roepen: ‘Minder zigeuners’. Dus VvMU is vooral voor de underdog, niet voor de alfa dog.
De aanklagers van Wilders bevestigden mijn intuïtie uit 1989. In hun betoog vertelden ze dat de rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ons meer vrijheid gunnen om macht te bekritiseren en minder vrijheid om naar beneden te schoppen.
Neem Otegi Mondragon, de Baskische politicus en veroordeelde ETA-terrorist die vecht voor onafhankelijk Baskenland. Voor de pers noemde hij de Spaanse koning diegene ‘die folteringen beschermt en zijn monarchistische regime oplegt aan onze mensen door middel van foltering en geweld.’ Hij kreeg één jaar gevangenis, maar de Europese rechters besloten dat Spanje Mondragons VvMU had geschonden.
Daarentegen, de Europese rechters zijn streng met politici die haat tegen minderheden zaaien, zoals de Belg Féret, de Engelsman Norwood en de Fransman Le Pen. Deze politici mochten zich niet op VvMU beroepen. Pavel Ivanov schreef in zijn krant dat Joden de bron van het kwaad in Rusland zouden zijn. Als straf mocht hij voor drie jaar niks uitgeven. Hij en andere Jodenhaters mochten niet eens voor het Europese Hof verschijnen. Volgens de rechters kan je geen mensenrechten gebruiken om mensenrechten van anderen te schenden; als haatzaaiers toegang tot het hof zouden hebben, zou dit hen helpen om vrijheid en rechten van anderen te vernielen.
Daarom is het logisch dat Wilders nu een strafblad heeft, want hij bedreigt de vrijheid en de rechten van mensen in een zwakkere positie. Hij speelt de underdog, maar is de alfa dog.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Mooi duidelijk alles op z’n goede plek gezet! Hier kunnen we weer wat mee, dank je
Mooi! Een strafblad alleen is echter geen straf, hoppa met die Rattenvanger, paar weken in de nor!
Nog even het hoger beroep afwachten.
Aardig eens iets te lezen over de diepere gronden van je als objectief gepresenteerde schrijverij.
Generaals voeren de vorige oorlog, vluchtelingen wanen zich kennelijk nog in het land van herkomst.
Nederland is geen O Europees land, geen land van aristocratie en grootgrondbezit.
Wij dreven altijd handel, we moesten wel.
Geen tijd voor ideologisch gehannes, vandaar onze opstand tegen een totalitair mannetje in Spanje, en onze tolerantie voor ideeën, zo lang die de commercie niet schaadden.
Czeslaw Milosz, ‘West und Östliches Gelände’, 1986 Munchen, (Rodzinna Europa, 1959) legt uit hoe O Europese aristocraten zich aangetrokken voelden tot het communisme.