Als de universiteiten de banden met Israël niet verbreken, kan Nederland zijn juridische plichten niet vervullen. Tijdens de adviesopinie van 2004 heeft het Internationaal Gerechtshof gesteld dat alle staten onder andere de volgende plichten hebben:
- Staten moeten ervoor zorgen dat zij niet bijdragen aan het in stand houden van de situatie die is ontstaan door de bouw van de muur.
Staten zijn verplicht ervoor te zorgen dat Israël, de bezettende macht, zijn verplichtingen onder het internationaal humanitair recht nakomt.
Staten moeten samenwerken om de illegale situatie die voortvloeit uit de bouw van de muur te beëindigen.
Staten moeten Palestijnen helpen hun zelfbeschikkingsrecht te verwezenlijken, dus hen helpen om een onafhankelijke staat te stichten.
In 2012 vroeg de Eerste Kamer de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) om advies over het conflict. De AIV antwoordde als volgt: “Indien Israël onverhoopt niet bereid blijkt een einde te maken aan de groeiende kolonisering van de bezette gebieden, ontkomen verantwoordelijke actoren binnen de internationale gemeenschap er niet aan op woorden van protest ook daden te laten volgen. Met andere woorden, aan de aanhoudende schendingen van het internationale recht en bindende uitspraken van de Veiligheidsraad moeten in de geschetste situatie consequenties worden verbonden. Voor de Europese Unie zou dat een beperking of bevriezing van haar betrekkingen met Israël kunnen betekenen (in elk geval geen opwaardering van de samenwerkingsrelatie) en, als uitvloeisel van internationale juridische verplichtingen, het afkondigen van een verbod op importen van producten uit de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden.”
Ook schreven dertien vooraanstaande hoogleraren in volkenrecht in een brief aan de regering: “Het staat buiten kijf dat het Israëlische nederzettingenbeleid een continue schending van ook voor Nederland geldend internationaal recht vormt, zoals vastgesteld door de VN-Veiligheidsraad. De nederzettingen maken inbreuk op het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, een recht dat, zoals het Internationaal Gerechtshof in Den Haag in 2004 heeft bevestigd, bindende verplichtingen voor álle landen behelst. De Nederlandse regering is volkenrechtelijk verplicht om bij te dragen aan de verwezenlijking van het Palestijns recht op zelfbeschikking en om het Israëlische nederzettingenbeleid niet te faciliteren… Faciliteren en ondersteunen van de volkenrechtelijk illegale nederzettingen,” zou kunnen leiden tot “volkenrechtelijke aansprakelijkheid.”
André Nollkaemper, de juridische adviseur van het kabinet en decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bij de UVA, stelde in het NRC dat “illegale bezetting, apartheid en ontkenning van zelfbeschikking normen zijn die zich primair richten tot Israël, maar niet alleen. Andere staten en de internationale gemeenschap moeten zich onthouden van alles wat het voortbestaan van de situatie steunt, en moeten actief samenwerken om de situatie te beëindigen.”
In februari behandelde het Internationaal Gerechtshof opnieuw de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden. Nederland betoogde tijdens de zitting in het Gerechtshof dat annexatie van bezet gebied verboden is en een bezetting tijdelijk moet zijn. Bezetting die niet strikt noodzakelijk voor zelfverdediging is, is illegaal. Nederzettingen in bezet gebied zijn oorlogsmisdaden, aldus het kabinet en landen mogen geen illegale situaties erkennen of steunen en moeten samenwerken om ernstige overtredingen te stoppen. Dus Nederland heeft zelf haar eigen juridische plichten erkend.
Stel je voor: een sumoworstelaar zit op een baby terwijl hij diens eten opeet. Je hebt een juridische plicht om de baby te helpen, maar in plaats daarvan sluit je contracten met de worstelaar zodat je films van hem kunt maken om geld op YouTube te verdienen. Heb je je wettelijke plicht vervuld? Precies hetzelfde geldt voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. Als alle bedrijven, universiteiten en anderen met Israël doorgaan alsof er niets aan de hand is, dan komt Nederland zijn verplichtingen niet na en heeft Israël geen reden om de bezetting te beëindigen.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment