Skip to content

Category: Rechtbank voor Allen

Waarom praten met Israël-supporters zinloos is

Ik hoor steeds vaker in het publieke democratische debat dat Palestina-supporters in gesprek moeten gaan met Israël-supporters. Dat is zinloos. Palestina-supporters hebben sinds 1899 rationele argumenten aangedragen, maar Israël-supporters hebben altijd gekozen voor geweld en politieke macht. Wat heeft het voor zin om te praten als de gesprekspartners niet voor rede vatbaar zijn?

ICJ-rechter Sebutinde Betrapt op Plagiaat Uit Israëlische Lobbybronnen

In haar dissenting opinion over de juridische status van Israëls bezetting van Palestijnse gebieden heeft ICJ-rechter Julia Sebutinde plagiaat gepleegd. Haar argumenten blijken grotendeels overgenomen uit pro-Israëlische lobbybronnen zoals Abraham Bell, Eugene Kontorovich, Mitchell G. Bard, PragerU en Douglas J. Feith—zonder bronvermelding. Deze lobbyisten en organisaties staan bekend om het verspreiden van juridische en historische verdraaiingen ter rechtvaardiging van Israëls nederzettingenbeleid. De Israël-lobby verwelkomde Sebutinde’s benoeming als president van het Internationaal Gerechtshof, en haar opinie weerspiegelt hun standpunten eerder dan een onafhankelijke juridische analyse. Haar gebruik van het uti possidetis juris-principe als rechtvaardiging voor Israëls aanspraken wordt door serieuze volkenrechtjuristen nauwelijks serieus genomen. Sebutinde’s dissenting opinion roept vragen op over de invloed van lobbygroepen op het ICJ en de integriteit van internationale rechtspraak.

Waarom we sterkere rechters nodig hebben

Steije Hofhuis beweert in NRC dat de macht van rechters moet worden ingeperkt. Ik pleit juist voor het tegenovergestelde: we hebben sterke rechters nodig om te voorkomen dat we in een “wolvendemocratie” belanden, waar de machtigen de zwakken overheersen. Onafhankelijke, krachtige rechters zijn cruciaal om rationele beslissingen te garanderen en de machtelozen te beschermen, zoals de Palestijnen, wier rechten bedreigd worden door machtige politieke netwerken.

Baudet weerlegt zijn ideologie

Ik wachtte met spanning op de rechtszaak van Joodse instellingen tegen Baudet, ook om te zien of Baudet zijn eigen ideologie zou verraden. Hij wil namelijk het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) afschaffen. Hieruit volgt dat hij in zijn verdediging geen jurisprudentie van dit hof mocht citeren. En bingo. Binnen enkele minuten begon zijn advocaat Gerard Spong daarover.

De Westerse media apologeten van de macht

Op een dag in 1964 riep de Amerikaanse admiraal Horacio Rivero: “Ik wil dat eiland!” Het eiland heette Diego Garcia en het lag in het midden van de Indische Oceaan, zeer geschikt om snel Afrika, China, India, Rusland en het Midden-Oosten aan te vallen. Maar Rivero had twee problemen. Ten eerste was het eiland onderdeel van Mauritius, toen een Britse kolonie. Ten tweede was het bevolkt en Rivero vertrouwde niet dat ‘negers’ Amerikaanse tanks voor lang zouden slikken.

Ze haten ons om Chagos

Op een dag in 1964 riep Amerikaans admiraal Horacio Rivero: “Ik wil dat eiland!” Het eiland heette Diego Garcia en het lag in het midden van de Indische Oceaan, zeer geschikt om snel Afrika, China, India, Rusland en het Midden-Oosten aan te vallen. Maar Rivero had twee problemen. Ten eerste was het eiland onderdeel van Mauritius, toen een Britse kolonie. Ten tweede was het bevolkt en Rivero kon niet vertrouwen dat “negers” Amerikaanse tanks erg lang zouden dulden.

Wat bedoelen Wilders en Baudet met vrijheid?

Thierry Baudet en Paul Cliteur bedachten voor Wilders argumenten voor het referendum. Hun zesde, oftewel het ‘deontologische argument’, hebben ze bij Immanuel Kant geshopt en het zou Wilders laten giechelen. Want het gaat over de vrijheid.

Het gaat als volgt. Het individu heeft onvervreemdbare rechten als uitdrukking van zijn individualiteit. “Het belangrijkste recht is daarom de persoonlijke autonomie het ‘zelfbeschikkingsrecht’, de vrijheid.” Uit het recht op vrijheid volgt dat “zaken die het leven van het individu bepalen kunnen daardoor eigenlijk niet buiten hem om worden genomen.” Dus gij zult referenda houden.

Europa is verplicht om in te grijpen in het Midden-Oosten

In haar opiniestuk van 27 juni 2016 in de Volkskrant, valt Elise Friedmann een stropop aan.

Volgens haar heeft Israël geen plichten aan Europa, omdat het land geen cadeau van Europa aan de Joden was, als compensatie voor de Holocaust. (Friedmann herhaalt het argument van de Israëlische president Reuven Rivlin voor het Europees Parlement.) ‘Europa heeft geen enkel recht om Israël de maat te nemen en zijn wil op te leggen,’ aldus Rivlin en Friedmann. Dit argument gaat fout om drie redenen.

Terrorisme mag

Bij de geboorte ben ik onbeperkt vrij. Geen enkele regel kan mij iets vertellen, geen enkele moraal kan mij iets gebieden, geen enkele wet kan mij iets verbieden. Ik mag liegen, stelen, martelen, vermoorden en oorlogen voeren. En als ik de atoomraketten van een grootmacht kan lanceren en de wereld vernietig, mag ik dat doen. Ik mag doen wat ik wil, tenzij er een goed argument bestaat om het niet te doen. Dus ook terrorisme mag, tenzij er een tegenargument bestaat.

Wie is de schuldige in Palestina en wat is de oplossing?

De ruzie in Palestina duurt nu al honderd jaar, sinds Groot Brittannië deze Ottomaanse koloniën in 1917 bevrijdde. Twee grote argumenten domineren dit debat. Een kamp zegt dat alle moslims de joden willen uitroeien en dat de vrede pas zal komen als de moslims Israël leven zullen gunnen. Het andere kamp zegt dat Israël meer land wil bemachtigen dan volkenrecht haar gunt. En dat er pas vrede zal komen als Israël een Palestijnse staat accepteert in het gebied tussen de groene lijn en de Jordaan, plus Gaza. Ik ben zelf niet neutraal en denk dat volkenrecht de Palestijnen het recht op dit gebied geeft. Maar zelfs als ik niet neutraal ben, is mijn oplossing dat wel.

De alwetende schrijft soms in de Volkskrant

In hun boek ‘Manufacturing Consent’ menen Herman en Chomsky dat onze kranten weinig van communistische propaganda verschillen. Kranten zijn op het eerste gezicht heel kritisch, maar dat is vaak schijn. De kranten stellen daarmee grenzen aan wat je mag denken. Als je deze grenzen passeert ziet men je als krankzinnig.

De column van Joyce Brekelmans in de Volkskrant is zo’n grens. Joyce wil tegendraads klinken; roept dat we enorme offers maken in onze groteske angst “voor mensen die vrijheid haten”. Want onze kans om in een aanslag te sterven is nihil. Joyce adviseert: terrorisme negeren en doorgaan met de lol. Op het eerste gezicht lijkt haar column heel kritisch over ons en onze leiders. Maar niks is minder waar en haar onwetendheid kooit ons denken.

Thierry Baudet versus mensenrechtenhoven

In zijn boek “De aanval op de natiestaat” is Thierry Baudet sceptisch over internationale mensenrechtenhoven. Hij stelt dat rechters een uniforme cultuur moeten hebben om rechtvaardig te zijn en, omdat de culturen verschillen, zijn internationale hoven ongewenst.

In dit stuk beargumenteer ik het tegenovergestelde, dat de mensheid een wetmatigheid volgt in de ontwikkeling van waarden; en dat alle culturen gedeelde waarden hebben en ontwikkelen. Deze groeiende ‘overlappende consensus’ maakt het mogelijk dat internationale rechters conflicten beslechten.

Is Thierry Baudet de tweede Machiavelli?

Op een dag in 1964 riep de Amerikaanse admiraal Horacio Rivero: “Ik wil dat eiland!” Dát eiland heette Diego Garcia en het lag in het midden van de Indische Oceaan, zeer geschikt om snel Afrika, China, India, Rusland en het Midden-Oosten aan te vallen. Maar Rivero had twee problemen. Ten eerste was het eiland onderdeel van Mauritius, toen een Britse kolonie. Ten tweede was het bevolkt en Rivero kon niet vertrouwen dat negers Amerikaanse tanks voor lang zullen slikken.

Voor een Internationaal Mensenrechtenhof

Stel je voor dat je op vakantie in Koeweit ontvoerd wordt en beschuldigd van het verspreiden van videobanden met orgieën van de oppersjeik. Geheimagenten timmeren je drie dagen in elkaar, dwingen je tot valse verklaringen en smijten je op straat.

Eenmaal buiten grijpt de sjeik je opnieuw en geeft je een limousinetocht naar het paleis van zijn broer. Hij is wat excentriek in zijn gastvrijheid, zo dompelt hij je in een zwembad met lijken en bergt je in een kamertje op waar hij in olie gedrenkte matrassen in de fik steekt.

Thierry Baudet vindt Irakezen haram

Vorig jaar besloot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat Irakezen Groot-Brittannië mogen aanklagen, voor schendingen van mensenrechten in Irak. “Joepie,” juichte ik, “eindelijk een beetje gerechtigheid.” Want ik had in mijn eerste masterscriptie in filosofie gestreden voor de stelling dat individuen alle staten in internationale rechtbanken zouden moeten kunnen aanklagen. Want staten zijn assholes. En Het Europees Hof vergroot met deze uitspraak de groep mensen die staten kan aanklagen.

Thierry Baudet, Bill Clinton en het ICC

In zijn boek “De aanval op de natiestaat” beweert Thierry Baudet dat een ‘elite’ een aanval op de natiestaat uitvoert. De elite geeft ‘supranationale’ instanties bevoegdheden, strijdig met de democratie en rechtsstaat. Deze instanties mogen zelf regels maken of bestaande regels interpreteren. Omdat de staten niet met deze (nieuwe) regels hebben ingestemd, is dit strijdig met de soevereiniteit. Omdat de burger de regels niet kan veranderen is dit ondemocratisch. En omdat de burger de beslissende ambtenaren niet kan benoemen is dit eveneens ondemocratisch en in strijd met de rechtsstaat.

De oplossing voor Libische toestanden

Volgens Han van der Horst rechtvaardigt geen belediging een moordpartij, dus de Libiërs mogen de Amerikaanse ambassadeur niet vermoorden. Dit argument is bijna juist.

Stel je voor dat de bestaande continenten in een natuurramp verdwijnen en er een nieuw continent ontstaat. Jij met andere overlevenden, uit alle hoeken van de wereld, koloniseren dit nieuw continent. In het begin is er geen wet, geen staat, geen politie, geen rechter. Het lukt jullie om het land onderling te verdelen en iedereen heeft zijn eigen boerderij.

Masterclass broek aantrekken voor individuen

“Rechts-geleertheid is een konst om nae de rechtvaerdigheid te leven.”, Hugo Grotius

Stel je voor dat je als Nederlands burger in Koeweit ontvoerd wordt – pistool in je rug – en beschuldigd van het verspreiden van videobanden met orgieën van de oh zo vrome sjeik Jaber Al-Sabah Al-Saud Al-Sabah. Geheimagenten timmeren je drie dagen in elkaar, dwingen je tot valse verklaringen en uiteindelijk smijten ze je op straat.

Eenmaal buiten grijpt de sjeik je opnieuw en geeft je een limousinetocht naar het paleis van zijn broer. De sjeik is wat excentriek in zijn hospitaliteit, zo dompelt hij je onder meer herhaaldelijk in een zwembad met lijken, bergt je in een kamertje op waar hij in olie gedrenkte matrassen in de fik steekt. Terug in Nederland lig je zes weken in het ziekenhuis, je lichaam is voor 25% verbrand en dokters noemen je een posttraumatisch stress-syndroom-geval. Dit is niet de nieuwste James Bond film, dit zijn de heuse avonturen van de Britse piloot Sulaiman Al-Adsani.

De Britse aanval op het Europese Hof voor de Rechten van de Mens

In GB neemt het verzet tegen mensenrechten toe. 75% van de Britten vindt dat mensenrechten een “charter for criminals” zijn geworden. 51% wil dat GB zich terug trekt uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Maar ook de nationale mensenrechtenwetten staan onder vuur. 75% gelooft dat de Human Rights Act “is used too widely to create rights that it was never intended to protect.” 51% gelooft dat mensenrechten slecht zijn voor ‘justice’. Slechts 31% gelooft dat iedereen altijd het recht op respect van zijn mensenrechten heeft, ook als men de wet heeft overtreden.

Judge Cançado Trindade smuggles individuals into the Peace Palace

Inside the International Court of Justice, judges hush. Outside, when they don’t fear for their reputation or re-election, they speak about the elephant in the courtroom. This elephant is the lack of means for individuals to sue states in the courts of other states and in international courts. Two examples of such judges: Hersch Lauterpacht and Dame Rosalyn Higgins.

Hersch Lauterpacht pleaded for an International Court of Human Rights, criticizing the positivistic statist view of International Law (IL): “Once the cobwebs of that antiquated theory have been swept aside, the procedural incapacity of individuals is deprived of its logical foundation.”1 Dame Rosalyn Higgins argues that “there is nothing in the nature of international law which”2 dictates that individuals should not be parties to the ICJ and continues:

“Power, to be sure, rests still to a substantial degree with sovereign states: it is within their power, for the moment, to block the access of the individual to certain international tribunals and to continue to assert the old rule of nationality of claims. But the very notion of international law is not predicated upon this assumption, and the international legal system survives conceptually even were this to change. Additionally, these assumptions about access to international tribunals and force are in fact changing rapidly, with significant consequences in the delicate balance between the state and the individual.”3

Rechter Cançado Trindade smokkelt individuen het Vredespaleis in

Antônio Augusto Cançado Trindade is mijn nieuwe superheld. In zijn dissenting opinion in de rechtszaak Germany v. Italy heeft hij de Keizer in zijn blote schoonheid beschreven. Hij legde één van de slechte erfenissen in International Recht (IR) bloot: de staatsimmuniteit. Staatsimmuniteit lijkt op het eerste gezicht een onpartijdige regel, maar zoals andere IR-regels, uiteindelijk trekt hij de machtigen voor en schept onrecht voor individuen. Antônio is een van de rechters die zich daartegen verzet, zwemmend tegen de stroom in.

Jurisdictional Immunities of the State (Germany v. Italy: Greece intervening)

Mensenrechtenimperialisme en cultuurrelativisme

Mensen die aan de linkerkant van de weg rijden zijn heel goed in cultuur-relativistische logica. En ik zal een voorbeeld geven.

Deze zomer heeft Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak gedaan in de zaak Al-Skeini v. UK. Een aantal Irakezen heeft Groot Brittannië  aangeklaagd voor schendingen van mensenrechten in Irak, onder bezetting.

Wacht even, zei GB voor de rechter, je kan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet zomaar in Irak toepassen: “The rights protected by the Convention, as interpreted by the Court, reflect the particular values of the contracting states and are not universal norms.” Waarna GB een uitspraak van hun eigen rechter citeerde:

Brainwashed International Jurists

Some international legal scholars are mesmerized by the concept that states are free to do whatever they please and they cannot be bound by any rule without their consent. (There seems to be a correlation between the fact that the gross of this trend is citizen of a state with huge number of weapons and veto power in the Security Council.) For instance Austen Parrish, Professor of Law and the Vice Dean at Southwestern Law School, does not seem troubled by the fact that “some states, like the U.S. remain opposed to restricting their conduct abroad.”

Professor Julian Ku jumps the shark

International Law Professor Julian Ku has produced a very nice logical fallacy. He claims that Amnesty International (AI) has “jumped the shark” in presenting the Canadian Government with an 1,000 page memorandum, claiming Bush’s “responsibility for crimes under international law including torture.” According to AI, Canada has a legal obligation, during his visit, “to arrest and prosecute [or extradite] former President Bush given his responsibility for crimes under international law including torture.” This obligation arises at least from the “United Nations Convention against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment.”

I have asked professor Ku to illuminate his claim, by refuting the AI’s legal argument. How can he refute the argument? It’s so simple:

Mensenrechter Giovanni Bonello is mijn Superhero.

De staat is de natuurlijke vijand van het individu. Daarom moet het individu middelen hebben om de staat te temmen, zoals uitgebreide mogelijkheden om staten bij internationale rechtbanken te kunnen aanklagen. Op 7 juli 2011 heeft Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een uitspraak gedaan in de rechtszaak Al-Skeini v. UK. Maltese Rechter Giovanni Bonello heeft een prachtige concurring opinion geschreven, een pleidooi voor een vergroting van de macht van het individu op de staat.

Ik wil hieronder een drietal dingen doen:

  • Ik zal in het kort beschrijven waar deze rechtszaak om ging: Over de vraag of Irakezen onder Britse bezetting Groot-Brittannië bij EHRM kunnen aanklagen voor mensenrechtenschendingen.
  • Uitleggen wat jurisdictie is en hoe dat bij EHRM tot nu toe heeft gewerkt.
  • Bonello’s revolutionaire visie op jurisdictie weergeven.

Schooltas aan vlaggenstok

Ik heb vandaag het masterdiploma in Wijsbegeerte ontvangen en we moesten een 5 minuut voordracht over het scriptieonderwerp houden. Daar komt ie:

De reuze roze olifant in de rechtszaal

Stel je voor dat je als Nederlandse burger in Koeweit ontvoerd wordt en wordt beschuldigd van het verspreiden van seksuele videobanden met daarop Sjeik Jaber Al-Sabah Al-Saud Al-Sabah. In de gevangenis van de veiligheidsdienst word je drie dagen lang in elkaar geslagen, gedwongen om valse verklaringen te tekenen en uiteindelijk vrijgelaten.

Eenmaal buiten ontvoert de Sjeik je opnieuw en brengt je naar het paleis van de broer van de Emir van Koeweit. Je wordt herhaaldelijk in een zwembad met lijken ondergedompeld, opgesloten in een kleine kamer, waar de Sjeik in olie gedompelde matrassen in de fik steekt. Terug in Nederland verblijf je voor zes weken in het ziekenhuis, je lichaam is voor 25% verbrand en dokters constateren dat je aan posttraumatische stress-stoornis lijdt.

Dit is niet de nieuwste James Bond film maar wat de Britse piloot Sulaiman Al-Adsani is overkomen.

Dear professor Koh,

In your “1998 Frankel Lecture: Bringing International Human Rights Home” you urged us “to promote obedience to international law” and told us that “we have a duty not simply to observe transnational legal process, but to try to influence it.” This is what I’m going to do, try to influence the U.S. through you. As a philosopher I am not convinced by your above arguments. I’ll have a couple of questions and two suggestions for improvement of the International Law.

Imagine that the relatives of Osama bin Laden disagree with your legal argument and wish to challenge it in a court of law, as they told New York Times. Is there any court where they can do that?

Volkskrant intellectueel blasé

Volkskrant heeft mijn onderstaand ingezonden stuk niet geplaatst. Daarentegen publiceerde VK twee bla-bla columns van Thomas von der Dunk en Stieven Ramdharie, over hetzelfde onderwerp. Give me a break guys. Je moet me niet vertellen dat deze stukken beter zijn dan het mijne.

Zij herkauwen banaliteiten en clichés, houden de lezers binnen veilige denkramen, zoals imampreken in een Afghaans dorp, waar nooit een auto is geweest. Hun stukken bevatten gossip en drogredenen. Mijn stuk is een onweerlegbaar rationeel argument, origineel, out of the box, afwijkend van het officiële dogma.

Hoe bindend zijn de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof?

Ik vond een onjuiste uitspraak op het internet:

“Het Internationale Gerechtshof (ICJ) maakt deel uit van de Verenigde Naties en haar belangrijkste functies zijn het bemiddelen in juridische geschillen door staten te adviseren over juridische kwesties, die haar worden aangereikt door daartoe bevoegde internationale organen, agentschappen, en de Algemene Vergadering van de VN. De ICJ moet niet worden verward met het Internationale Strafhof, die wereldwijd bindende rechtspraak kan uitoefenen. De rol van het Internationale Gerechtshof is m.a.w. niet bindend maar enkel adviserend.” [vet in het origineel]

Hoe Cronus zijn bastaard met Justitia oppeuzelt

Het volkenrecht heeft een groot gebrek: machtelozen kunnen de machtigen niet voor een rechtbank dagen. Het gaat mij vooral om dat elke individu iedereen kan aanklagen, andere individuen, groepen, internationale organisaties, bedrijven, landen, bij een internationale rechtbank. Bijvoorbeeld bin Laden zou George Bush (of de VS) moeten kunnen aanklagen, mocht ie dat willen.

Over de gevolgen en de reden voor het bestaan van een dergelijke rechtbank heb ik elders geschreven. In dit stuk wil ik een gebeurtenis tussen de wereldoorlogen beschrijven als een unieke kans om een dergelijke “rechtbank” gestalte te geven, een plek waar machteloze individuen hun geschillen met koloniale grootmachten kunnen oplossen.

De kans is echter verspeeld door het toedoen van de grootmachten, met flauwe excuses. De beste verklaring voor deze weigering is dat de machtigen met opzet het slechte willen blijven doen, ongehinderd door een rechter.

Voorgekookte wedstrijd

Wim Kok en zijn gezelschap kan toeschouwers na hartenlust blesseren. Straffeloos! Tenminste dat is wat het Gerechtshof in Amsterdam ons wil doen geloven.

Op zes juli 2000 heeft het Hof een uitspraak gedaan in de allereerste Nederlandse poging om ministers aansprakelijk te stellen voor schending van internationaal recht.1 Een aantal Joegoslaven heeft Kok, De Grave en Van Aartsen aansprakelijk gesteld voor immateriële schade, veroorzaakt door de Nederlandse deelname aan de NAVO-bombardementen op Joegoslavië. Deze “vijanden”, waaronder een aantal militairen, menen dat de bombardementen onrechtmatig oorlogsgeweld zijn en dat de ministers, als besluitende staatsfunctionarissen, verantwoordelijk zijn.