Skip to content

PiratePete en de Libische nomenklatoera

PiratePete reageerde op een van mijn stellingen over terrorisme en internationale rechtbanken. Zijn stelling vond ik de moeite waard in een aparte blog nader te bekijken. Ik zal beginnen met mijn oorspronkelijke stelling, zijn reactie en daarna zal ik aantonen waarom zijn reactie geen goed tegenargument is.

Mijn stelling was als volgt:

Mihai’s Argument:
Premisse 1: Er bestaat geen internationale rechtbank waar wij aangeklaagd zouden kunnen worden als de mensen in de Derde Wereld zouden geloven dat wij grote misdaden tegen hen plegen.
Premisse 2: De oorzaak van dit gebrek is vooral te vinden bij machtsblokken, die zich daartegen verzetten.
Premisse 3: En wij zijn onderdeel van een aantal van deze machtsblokken, zoals NAVO, het Westen, E.U., het Noorden, de rijke en geïndustrialiseerde landen. Zelfs het feit dat ons opleidingsniveau hoger is dan van anderen, maakt ons onderdeel van een machtsblok.
Conclusie: Zolang we de anderen niet toestaan dat zij ons tot iets op een vreedzame manier kunnen dwingen, bijvoorbeeld via rechtbanken, hebben we geen enkel rationeel argument tegen terroristische aanslagen.

Tegenargument:
En PiratePete heeft als volgt gereageerd: “Je veroordeeld het geweldadige gedrag van het ‘westen’, maar tegelijkertijd verdedig je hetzelfde gedrag wanneer het om represaille gaat. Ik kan dat niet rijmen!”

Het bovenste is een heel korte weergave van een langer argument, dat ik hier niet zal herhalen. Het is gebaseerd op twee andere premissen.

De eerste premisse is dat wij bij de geboorte niet gebonden zijn door de bestaande gedragsregels, die levende mensen onderling hebben afgesproken of elkaar hebben opgelegd voor onze geboorte. We zijn dus vrij van morele geboden en van de aanwezige wetten, want dat bedoel ik vooral met ‘gedragsregels’. Deze zijn voor ons niet bindend.

Tegelijkertijd bestaat er tussen ons en de rest van de mensen een natuurtoestand, een anarchie. De andere mensen zijn voor ons een dreiging, een gevaar voor ons leven, veiligheid, vrijheid en andere biologische en psychologische behoeftes die we hebben.

We zijn bij onze geboorte, en later, vrij om alle andere mensen een systeem op te leggen, dat onze veiligheid garandeert, voor zover dat mogelijk is, ondanks dat deze garantie slechts een oppervlakkige schijn is, omdat er geen enkele garantie kan bestaan dat anderen je nooit iets aan zullen doen. Het is wenselijk om een vreedzame manier te hebben om anderen te kunnen dwingen om op een bepaalde manier te handelen of zich van bepaalde handelingen te weerhouden; dit als onderdeel van het zelfverdediging- en veiligheidssysteem.

Bijvoorbeeld een rechtssysteem is een dergelijk vreedzaam middel om anderen te dwingen om op een bepaalde manier te handelen of zich van bepaalde daden te weerhouden. Met andere woorden via het oprichten van rechtbanken en het aanstellen van rechters, willen we niets anders dan dat we anderen in hun handelingen kunnen beperken en hen dwingen om op bepaalde manier te handelen. Dit rechtssysteem is een oppervlakkige garantie voor veiligheid. Het is een vreedzame manier van definitieve dwang aan anderen opleggen die een gevaar kunnen zijn voor onze welzijn. Het is een definitieve dwang omdat de rechter het laatste woord heeft.

Natuurlijk als we vrij zijn om een dergelijk rechtssysteem aan anderen op te leggen, zijn zij ook in dezelfde mate vrij om een dergelijk systeem aan ons op te leggen. Dus ondanks het feit dat we bij onze geboorte vrij zijn van alle andere gedragsregels in de wereld, zijn de anderen vrij om ons bepaalde gedragsregels met dwang op te leggen.

Deze gedragsregels zijn slechts bindend als deze gedragsregels blind zijn, niet discriminatoir. Deze gedragsregels garanderen onze veiligheid in dezelfde mate als zij veiligheid garanderen aan de reeds bestaande mensen in de wereld, die de gedragsregels hebben bedacht of onderschreven. Bijvoorbeeld bij onze geboorte bestaat er al een rechtssysteem, met bepaalde wetten, die ons binden als deze regels aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld de wetten maken de levens van de aanwezige personen langer; of tenminste dat is wat we kunnen verwachten als we rationeel nadenken welke gevolgen de wetten zullen hebben en als we onderzoeken welke gevolgen deze wetten hebben.

Deze bindendheid is voorwaardelijk, totdat we ontdekken dat de rechtsregels in het algemeen een deel van de deelnemers systematisch en onterecht benadelen, bijvoorbeeld door hun levens te verkorten of miserabel maken. Bijvoorbeeld als we als slaafjes geboren worden realiseren we ons dat het rechtssysteem ons onterechte nadelen bezorgt, zijn we niet gebonden om slaven te blijven en we zijn vrij om in opstand te komen.

Tot hiertoe heb ik over de eerste premisse heel kort door de bocht gesproken. De tweede premisse is dat ALS we eisen stellen aan anderen, dat wij hen ook een mogelijkheid MOETEN gunnen om ons tot bepaalde dingen te dwingen. Bijvoorbeeld als ik van Pietje eis dat hij mij niet vermoordt, moet ik me binden aan bepaalde regels. Pietje moet een vreedzame manier tot zijn beschikking hebben om mijn gedrag te kunnen inperken. Hij moet mij kunnen dwingen om zo te handelen dat ik geen gevaar ben voor zijn welzijn. Als ik van Pietje eis dat hij mij niet vermoordt, dat hij mijn portemonnee niet steelt, dat hij mij niet verkracht, gijzelt, opsluit, verdrijft etc. kan ik niets anders dan accepteren dat hij mij op een vreedzame manier kan dwingen om hetzelfde te doen.

Stel je bijvoorbeeld voor dat ik tegen Pietje zou zeggen: “Pietje jij mag mij niet vermoorden, maar ik ben vrij om jou alles aan te doen wat ik wil. Ik mag je vermoorden, in slavernij drijven, je eten stelen etc.” Dat kan ik wel zeggen in de hoop dat Pietje zo dom is en dat accepteert, maar als hij dat niet accepteert, heb ik geen enkele rationele claim dat de door mij voorgestelde gedragsregels voor Pietje bindend zouden zijn. Als hij mijn voorgestelde gedragsregels als niet bindend beschouwt, als absurd en charlatanerie, heb ik geen enkel rationele verklaring waarom ik hem die regels mag opleggen. Als Pietje zich tegen mijn voorgestelde of opgelegde gedragsregels verzet, heb ik geen enkele argumentatieve rechtvaardiging om mijn gedragsregels aan hem met extra geweld op te leggen.

Een van de beste garantie voor Pietje dat de regels symmetrisch zijn of met de tijd worden, de garantie dat zijn welzijn beschermd is, de garantie dat ik hem niets kwaadaardigs aan doe, is een vreedzaam middel waarmee Pietje mijn gedrag kan beïnvloeden. Stel je bijvoorbeeld voor dat ik tegen Pietje zeg: “Pietje, kijk hier is een rechtbank met een onafhankelijke en onpartijdige rechter. Als de rechter zegt dat ik X moet doen of laten, dan geef ik je de garantie, ben ik gebonden dat ik aan zijn uitspraak zal gehoorzamen.”

In het kort, het is dus de tweede premisse dat zodra ik van Pietje eis dat hij bepaalde dingen doet of laat, dat hij zich op een bepaalde manier gedraagt, dan ben ik verplicht om mijzelf aan bepaalde regels te binden, ben ik verplicht om Pietje een vreedzaam dwangmiddel te gunnen. Meer concreet, zodra ik van Pietje eis dat hij mij niet opblaast, is mijn eis slechts rationeel als ik mijzelf onderwerp aan een rechtssysteem dat Pietje zijn veiligheid garandeert, dat Pietje garandeert dat hij mij via een vreedzame manier in mijn gedrag kan beperken.

Aan deze voorwaarden wordt in dictaturen en internationaal recht niet voldaan. Een dictator probeert zijn voorgestelde gedragsregels aan anderen met dwang op te leggen, zonder dat hij de anderen een vreedzame manier gunt om hem tot bepaalde handelingen te kunnen dwingen. Als je in een dictatuur naar de rechter stapt en eist dat de politie je niet (meer) martelt, dan heb je geen garantie dat jij het systeem via de rechter kan dwingen om bepaalde dingen te doen of te laten. Het systeem is niet dwingbaar, het is niet gebonden aan bepaalde regels.

In het internationaal recht hebben we dezelfde situatie. Individuen kunnen geen staten dwingen om op een bepaalde manier te handelen. Machteloze staten kunnen machtige staten en machtsblokken tot niets dwingen.

En wij zijn onderdeel van een dergelijke machtsblok. Daardoor hebben we geen enkel rationeel argument tegen terroristische aanslagen, zolang we geen internationale rechtbanken in leven roepen waar de machtelozen ons tot bepaalde handelingen kunnen dwingen.

Dit was heel kort het argument en daardoor ook een beetje kort door de bocht. Nu terug naar PiratePete en zijn tegenargument.

Ten eerste wil ik opmerken dat ik geen enkel geweld verdedig. Ik zeg slechts dat wij geen poot hebben om op te staan in onze eis dat machtelozen geen aanslagen tegen ons plegen. Onze eis is absurd. Het is zoals iemand je portemonnee zou stelen en van jou eisen om hem niet op zijn bek te slaan, en tegelijkertijd ook weigert om het conflict door een rechter te laten beslechten.

Ik wil dit verder verduidelijken met een analogie, gebaseerd op de regeringsfunctionarissen van Gaddafi.

Stel je voor dat Gaddafi een vergadering met zijn regering houdt over de situatie in Libië. Een van de regeringsleden denkt rationeel na en zegt: “De opstandelingen geloven dat wij, de regering, grote misdaden tegen hen hebben gepleegd, nog steeds plegen en in de toekomst zullen blijven plegen. Zij hebben geen enkele vreedzame manier om ons gedrag te veranderen. Zij kunnen ons tot niets dwingen. Wij hebben altijd het laatste woord en we zijn oppermachtig. Ze zullen hun opstand niet staken totdat ze een vreedzame manier zullen hebben om ons tot iets te kunnen dwingen, bijvoorbeeld democratische verkiezingen, of rechtbanken.”

Laten we ons eens voorstellen dat ik dat rationele regeringslid was en dat PiratePete ook regeringslid is en reageert: “Je veroordeeld het gewelddadige gedrag van de regering, maar tegelijkertijd verdedig je hetzelfde gedrag wanneer het om represaille gaat. Ik kan dat niet rijmen!”

Met andere woorden meent PiratePete een inconsistentie in mijn argument te zien; ik zou partij A in een conflict niet gunnen om geweld tegen partij B te gebruiken, maar het geweld van partij B zou ik vergoelijken. Op het eerste gezicht zou dat een terechte opmerking moeten zijn, dat we precies dezelfde principes op alle partijen en situaties moeten toepassen.

Maar dat werkt slechts als we een neutrale partij zijn en twee andere ruziënde partijen bekritiseren. Dat werkt niet meer als wij zelf onderdeel van het conflict zijn en een ongerechtvaardigd belang hebben dat het conflict in ons voordeel eindigt. PiratePete, als de andere Libische regeringslid, heeft een ongerechtvaardigd belang dat de opstandelingen stoppen met hun geweld. Als zij stoppen met hun geweld, kan de Libische regering blijven doen wat de Libische regering altijd heeft gedaan: misdaden tegen de opstandelingen plegen.

Het zou zelfs heel slim zijn van PiratePete om alle oplichterijeen en sofisterijen te proberen, in de hoop dat de opstandelingen dom genoeg zijn, in de charlatanerie trappen en stoppen met hun geweld. Op dezelfde manier zou van PiratePete slim zijn om andere dissidente regeringsleden te proberen te bedriegen, in de hoop de status quo in stand te houden.

Mijn analogie met de Libische regering is niet vergezocht. De mensen in de Derde Wereld zien ons als een soort werelddictatuur, als een ongekozen regering, die alles bepaalt, die misdaden tegen hen in het verleden heeft gepleegd, in het heden pleegt en zal blijven plegen. Tegelijkertijd bestaat er geen vreedzame manier om ons tot iets te kunnen dwingen.

Neem bijvoorbeeld de invasie in Irak. Mochten de Irakezen dat onterecht vinden, in strijd met internationaal recht en een misdaad, hebben ze geen enkel vreedzaam middel om de invasie tegen te houden. Vreedzame demonstraties tegen de invasie zouden niet helpen. Ze kunnen in de V.S. niet stemmen om een andere partij aan de macht te brengen. Onderhandelingen zouden ook niets opleveren, want Amerika zou altijd het laatste woord hebben; als Amerika zegt dat de Irakezen onmogelijke eisen stellen en dat Amerika zelf redelijke voorstellen zou hebben gedaan, dan is het nog steeds Amerika die beslist dat het zo is. De Irakezen kunnen ook niet naar een rechtbank stappen en eisen dat er geen invasie plaats vindt, of dat de invasie stopt, of dat de Amerikanen naar huis gaan.

En dat is precies het voornaamste kenmerk van een dictatuur, dat een partij altijd het laatste woord heeft. Als jij gelooft dat de dictator misdaden tegen jou pleegt en hij zegt dat hij geen misdaden pleegt, dan heb jij vette pech. Als hij zegt dat jij misdaden pleegt en jij gelooft dat je onschuldig bent, heb jij nog steeds vette pech. Wat hij ook zegt is “de waarheid”, hij krijgt altijd zijn zin. Hij laat nooit toe dat een onafhankelijke, neutrale derde een uitspraak doet dat hij ongelijk zou hebben. En hij zal zich ook niet onderwerpen aan de uitspraak van een neutrale derde.

Ik heb onder een communistische dictatuur geleefd en kan de mensen in de Derde Wereld begrijpen als zij ons als een dictatuur ervaren omdat we altijd het laatste woord hebben. Onder de communistische dictatuur haatten we de dictator zo hard dat we hem met onze bloten handen uit elkaar zouden hebben gerukt, als we de kans zouden hebben gekregen.

Onder een dictatuur, het simpele feit dat je lot onderworpen is aan de willekeur van een ander is een dreiging voor je veiligheid, welzijn en leven. Je schakelt je overlevingsinstinct in en je bent tot alles in staat om jezelf buiten gevaar te brengen. Dit is ongeacht of de dictator een zogenaamde verlichte dictator zou zijn, het gevaar komt van het feit dat een andere de absolute macht over je lot heeft, dat hij op elk willekeurig moment over je leven kan beslissen en het laatste woord heeft.

Deze absolute macht van een ander over je lot schakelt je vrijheid in, die je bij de geboorte hebt. Je bent niet meer gebonden aan gedragsregels, je bent vrij om zelf de maatregelen te nemen die je geschikt vindt om veilig te zijn. Dus de opstand tegen de willekeur van anderen is niet afhankelijk van hun intenties of van hoe goed ze in het algemeen zijn, maar slechts een gevolg van het gevaar dat deze willekeur met zich meebrengt. De willekeur van een andere geeft je het recht op zelfverdediging; paradoxaal: hoe vrijer een andere is, hoe vrijer jij bent om hem tot iets te dwingen, hoe minder iemand jouw geweld kan veroordelen.

Wij, onder het communisme, zijn ook in opstand gekomen en we zouden geen neutrale partijen, bijvoorbeeld buitenlanders, gegund hebben om van ons te vragen dat we geen geweld tegen de dictatuur zouden gebruiken. We zouden deze neutrale partij hebben gevraagd wat zijn inspanning is om ons te helpen om vreedzame middelen te bewerkstelligen. Als deze inspanningen te weinig zouden zijn, zouden we tegen die partij hebben gezegd: “Bemoei je met je eigen zaken.”

Wat is de rol van een derde, neutrale partij in deze situatie? De derde kan worden gezien als een neutraal en onbevooroordeeld ideaal rationeel publiek in een debat. Dit publiek kan als een jury gezien worden en onze argumenten zijn slechts overtuigend als ze neutrale, belangeloze derden zouden overtuigen.

Het accepteren van terroristische aanslagen is voor de Westerling taboe, maar we zijn zeker geen neutraal, onbevooroordeeld en ideaal rationeel publiek tijdens de vraag of de machtelozen in de Derde Wereld aanslagen tegen ons mogen plegen. We moeten daarbij een ander publiek bedenken om onze argumenten te toetsen. Stel je bijvoorbeeld voor dat wij onze argumenten aan een intelligent marsmannetje zouden voorleggen. Zou hij ervan overtuigd raken dat de machtelozen nooit aanslagen tegen ons mogen plegen? Het antwoord is nee. Waarom?

In het huidige internationaal recht kunnen staten niet tegen hun wil bij een rechtbank aangeklaagd worden. Privé individuen kunnen dat helemaal niet doen. Er is echter niet een goede reden waarom het zo zou moeten zijn.

Het is slechts zo omdat het de erfenis is van de beginjaren van het Internationaal Recht. En in de beginjaren van het moderne internationaal recht wilde men twee dingen. Ten eerste wilden de Europese staten voorkomen dat ze elkaar zouden annihileren in een groot conflict. Ten tweede zochten ze een argumentatieve rechtvaardiging voor kolonisatie van andere volkeren en een manier om de koloniën in hun macht te houden, zonder dat de andere Europese machten claims op dezelfde koloniale territoria zouden produceren. Dit heeft geleid tot een internationaal recht waar de machtelozen geen vreedzame middelen hebben om de machtigen tot iets te dwingen. Met andere woorden het huidige internationaal recht is veel te onrechtvaardig, het geeft aan de machtigen onverdiende voordelen en veroorzaakt voor de machtelozen onterechte nadelen.

Nu gaat dat langzamerhand veranderen en de machtelozen krijgen, vooral door de technologische ontwikkelingen, steeds meer macht. Als gevolg daarvan zien we dat het internationaal recht ook rechtvaardiger wordt, heel langzaam, maar ook heel zeker. Maar we zijn nog niet zo ver, de machtelozen kunnen ons nog steeds weinig opleggen, kunnen ons tot weinig dwingen op een vreedzame manier.

Als gevolg daarvan, zelfs als wij er stellig van overtuigd zijn dat zij geen terroristische aanslagen mogen plegen, in hun oren klinkt dat heel absurd. Net zo absurd klonk het toen we de vrouw van onze dictator – Elena Ceausescu – bij haar gedwongen verschijning voor een rechtbank, op tv hoorden roepen: “Hoe durven jullie? Weet je wie ik ben?” Ja, we wisten heel goed wie ze was; iemand die tot dat moment niet met vreedzame middelen gedwongen kon worden om iets te doen of te laten.

Daarom heeft PiratePete geen goed tegenargument. Ik, als belanghebbend en bevooroordeeld onderdeel van de nomenklatoera van een machtsregime, dat bijna altijd het laatste en willekeurige woord heeft, kan niet rationeel beargumenteren dat de machtelozen geen geweld mogen gebruiken, zolang zij geen vreedzame manier hebben om mij tot iets te kunnen dwingen. Maar ik heb wel een rationeel argument als ik ons eigen geweld veroordeel, het geweld van de rest van de nomenklatoera. Ik pas dus geen dubbele standaard toe.

En ik heb zeker een sterk argument als ik zeg dat we de machtelozen de kans moeten geven om ons via internationale rechtbanken te kunnen aanklagen, om ons op een vreedzame manier te kunnen dwingen te doen wat rechtvaardig is, of ten minste te doen wat internationaal recht gebiedt, hoe onrechtvaardig (in ons voordeel) dat recht nu tijdelijk ook is. Het is bij voorbaat onrechtvaardig als ze ons niet eens kunnen dwingen de regels te volgen die wij pretenderen te respecteren. En we moeten zeker ons best doen om het internationaal recht te verbeteren en the rule of law te versterken.
Geredigeerd door Pascale Esveld

Published inFilosofieInternationaal RechtPolitiekRechtbank voor AllenSofist Factory

4 Comments

  1. klaas klazema klaas klazema

    Het gaat om veel meer dan eigenbelang, het gaat ook om jezelf iets wijsmaken.
    De Britse imperialisten hadden als sprookje ‘white man’s burden’, de VS imperialisten ‘manifest destiny’.
    In beide gevallen werd verdedigd dat gewelddadig imperialisme tot zowel winstgevende handel leidde als tot brengen van beschaving.
    Ik ben net begonnen aan Charmley’s laatste boek, hij is een Churchill criticus, dit boek gaat er over hoe Roosevelt de tweede wereldoorlog ook gebruikte om het Britse imperium op te heffen.
    Terecht schrijft Charmley dat de bevolkingsproblemen in N Amerika voor de Europese kolonisten werden opgelost op een wijze die de VS overal elders zou veroordelen.
    Ik las net William L. Neumann, ‘America encounters Japan, From Perry to MacArthur’, 1963, 1965, New York, een zeldzaam objectief boek.
    Neumann schrijft hetzelfde als Charmley, dat alles wat de VS in de dertiger jaren veroordeelde in
    Japanse politiek alle westerse machten zelf in de 19e euuw hadden uitgevreten.
    En het gaat maar door, de bezettingen en verwoestingen in Irak en Afghanistan kunnen natuurlijk niet anders worden gezien als koloniaal imperialisme.
    De enig manier waarop dat stopt lijkt enerzijds wat Iraanse tv ‘Arab awakening’ noemt, en anderzijds dat de VS het geld niet meer heeft de wereld militair te beheersen, zie hoe Erdogan een 50 % van de stemmen kreeg.
    Gekke Geert heeft bij uitzondering eens gelijk als hij zegt dat deze Erdogan één van de gevaarlijkste mannen is, voor zijn ideologie van blanke overheersing, wel te verstaan.
    Zo eindigde het Britse imperium, eigenlijk al in 1917, en het Russische, eind 80er jaren vorige eeuw.
    Charmley is dan ook van mening dat Chamberlain, die verguisd is vanwege Mùnchen 1938, gelijk had omdat hij, in tegenstelling tot Churchill, waar Chamberlain geen goed woord voor over had, in de gaten had dat het Britse imperium zich geen oorlog meer kon veroorloven.
    Inmiddels is inderdaad Berlijn de EU hoofdstad geworden.
    Wij mensen zijn niet meer dan grote apen met te veel hersenen, dat te veel gebruiken vooral wij in het westen om de militaire middelen te maken om onze primitieve machtwellust te bevredigen.
    Volgens de ex vrouw van Sarko in een recente talkshow in de VS reageren vrouwen daarop door zich aan te bieden aan de machtigen.
    Wie wil weten hoe grote apen zich gedragen kan ik het boek ‘Demonic males’ aanraden, het is een studie over een groep nog levende grote apen ergens boven Z Afrika.
    Het zal duidelijk zijn dat ik niets zie in internationaal recht.
    Recht bestaat alleen in een samenleving waar de machtigen van plan zijn of gedwongen worden zich aan regels te houden.
    Op wereldniveau is zo’n samenleving er nooit geweest, en ik betwijfel of die er ooit zal komen.
    Het Duitsland van de laatste keizer was anders, toen de keizer ergens een stuk land wilde, en de eigenaar niet wilde verkopen, zei de eigenaar tegen de keizer ‘er zijn nog rechters in Berlijn’.
    Niemand kan Obama naar rechters verwijzen.

  2. klaas klazema klaas klazema

    Ik las nog even, en mij viel de volgende zin op:

    Nu gaat dat langzamerhand veranderen en de machtelozen krijgen, vooral door de technologische ontwikkelingen, steeds meer macht. Als gevolg daarvan zien we dat het internationaal recht ook rechtvaardiger wordt, heel langzaam, maar ook heel zeker.

    Staat hier eigenlijk niet dat er geen internationaal recht is, alleen maar internationale macht ?

    Een vernietigend boek over internationaal recht is:

    F.J.P.Veale, ‘Der Barbarei entgegen, Wie der Rückfall in die Barbarei durch Kriegsführung und Kriegsverbrecherprozesse unsere Zukunft bedroht, Wiesbaden,1962 ( Advance to Barbarism, How the Reversion to Barbarism in Warfare and War-Trials Menaces Our Future, Appleton Wisconsin, 1953, London, 1948, nom de plume ´a Jurist’)

    Van hetzelfde laken en pak:

    Alfred M. de Zayas, ´Die Wehrmacht-Untersuchungsstelle, Dokumentation allierter Kriegsverbrechen im Zweiten Weltkrieg’ , 1979, 2001, München

    Vincent Reynouard, ‘Die Wahrheit über Oradour, Rekonstruktion und Forschungsbericht eines Franzosen, Was geschah am 10. Juni 1944 wirklich ?’, Stegen am Ammersee, 2005 (Le Massacre d’Oradour, Antwerpen 1997)

    Overwinnaars schrijven geschiedenis, en spreken recht.
    In Tokio waren alle niet VS rechters van mening dat de aangeklaagden onschuldig waren, ook de Nederlandse rechter.
    Maar de VS rechters waren in de meerderheid, en de heren werden veroordeeld en opgehangen.

    Maar Den Haag verdient er goed aan, hoorde ik, 3.5 miljard per jaar.

Leave a Reply