Skip to content

Palestina erkennen is juridische plicht

Jessica Durlacher stelt in NRC (7 oktober) dat de erkenning van de Palestijnse staat een beloning zou zijn voor de terreur van Hamas op 7 oktober 2023. Die redenering houdt juridisch en argumentatief geen stand. Erkenning is geen politieke keuze, maar een verplichting onder internationaal recht.

Laat ik dat illustreren met twee deductieve analogieën. Stel: de politie ziet op straat hoe een man een vrouw verkracht. De vrouw vecht terug en slaat hem een blauw oog. Op enig moment probeert ze zelfs zijn oog eruit te trekken. Omstanders roepen: “Waarom grijpt u niet in?” De politie antwoordt: “We willen het geweld van de vrouw niet belonen.” Maar de reactie van het slachtoffer doet niets af aan de plicht van de politie om haar te bevrijden. Zelfs als de vrouw over een knop beschikte waarmee ze de familie van de dader kon opblazen, blijft de politie verplicht haar te helpen. Pas daarna kan de rechter bepalen of haar verweer proportioneel was.

Geen beloning voor een bestaand recht

Ten tweede kun je iemand niet belonen met iets waarop hij al recht heeft. Vergelijk het met een stagiair die in dienst wordt genomen en om een beloning vraagt. De baas zegt: “Ik beloon je elke dag door je niet te vermoorden.” Die redenering is absurd. En dat is precies het probleem met Durlachers argument: Je kunt niemand belonen met iets wat hem al toekomt; anders is het een sigaar uit eigen doos. Alleen wie bevoegd is om iets toe te kennen of te onthouden, kan spreken van een ‘beloning’. De werkgever heeft geen zeggenschap over het leven van zijn werknemer, hij moet diens recht op leven respecteren. Bovendien kan een verplichting geen beloning zijn. Wie een kind verwekt, is juridisch verplicht het te voeden. Hij kan het niet ‘belonen’ met maaltijden.

Een dwingende norm van internationaal recht

Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in 2024 dat het Palestijnse volk recht heeft op een staat binnen honderd procent van de bezette gebieden. Het Hof voegde daaraan toe dat alle staten verplicht zijn daaraan mee te werken. Dat oordeel berust op het zelfbeschikkingsrecht, een jus cogens-norm – de hoogste categorie in het internationaal recht, waarvan geen enkele staat mag afwijken. Nederland verklaarde bij die gelegenheid dat het recht op zelfbeschikking universeel, onvervreemdbaar en een jus cogens norm is. Als dat zo is, dan is het erkennen van Palestina geen politieke geste, maar simpelweg het uitvoeren van een juridische plicht.

Hamas vroeg zelf om gerechtigheid

Wie de erkenning van de Palestijnse staat reduceert tot het belonen van geweld, verwart oorzaak en gevolg. Al in 2006 stuurde Hamas-leider Ismail Haniyeh een geheime brief aan president Bush, waarin hij een langdurig bestand aanbood in ruil voor een Palestijnse staat binnen de grenzen van 1967. In de Washington Post schreef hij dat Palestijnen streven naar een vreedzame oplossing voor de vluchtelingenkwestie en een onafhankelijke staat op de Westoever en in Gaza. Sindsdien heeft Hamas talloze keren herhaald de wapens neer te willen leggen zodra zo’n staat gerealiseerd wordt – onder meer in 2017, 2018 en tijdens recente onderhandelingen. De erkenning van Palestina leidt dus niet tot geweld; het is juist het uitblijven van erkenning dat het geweld in stand houdt.

De waarschuwing van 2012

Dat inzicht is niet nieuw. In 2012 waarschuwde de Adviesraad Internationale Vraagstukken: “Een voortzetting van de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden, gepaard gaande met politieke repressie en een blijvende beperking van de bewegingsvrijheid en economische bestaansmogelijkheden van de Palestijnse bevolking […] maakt het waarschijnlijk dat het conflict vroeg of laat uitmondt in een ongekende uitbarsting van geweld.” Die uitbarsting zien we nu. Dit was voorspelbaar én te vermijdbaar. Ook voormalige Shin Bet-hoofd Ami Ayalon zei dat Israël geen veiligheid zal kennen totdat de Palestijnen hun eigen staat hebben. En in NRC zei oud-Kamerlid Koopmans (VVD), die tot begin dit jaar namens de Europese Unie speciaal gezant was voor het vredesproces in het Midden-Oosten: “Er is geen duurzame veiligheid mogelijk zonder Palestijnse staat.”

Geen erkenning, geen legitimiteit

In 2024 verklaarde Nederland bij het Internationaal Gerechtshof dat volkeren zich mogen verzetten tegen koloniale overheersing, apartheid en bezetting – desnoods met geweld. Plegen Palestijnen daarbij oorlogsmisdaden, dan moeten ze voor het Internationaal Strafhof verschijnen. Precies dat heeft Hamas voorgesteld: dat het ICC alle oorlogsmisdaden in Palestina berecht, van welke partij dan ook. Israël en zijn bondgenoten verwerpen het Hof echter, weigeren mee te werken en intimideren en sanctioneren de rechters en de aanklagers.

Wie erkende Israël dan?

Tot slot: volgens de historici James en Brenda Lutz in hun boek Global Terrorism was het vertrek van de Britten uit Palestina na geweld door Joodse kolonisten een voorbeeld van succesvol terrorisme. Volgens Durlachers eigen logica zouden de landen die Israël erkenden dus ook terrorisme hebben beloond.

 


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inBeste BlogsInternationaal RechtSofist Factory

Be First to Comment

    Leave a Reply