Naomi Mestrum, adjunct directeur van CIDI, schreef in Trouw en het AD dat er nooit een Palestijnse staat heeft bestaan, maar wel een Israëlische tot 2000 jaar geleden.
Dit is volstrekt irrelevant. Ook Mauritius heeft nooit bestaan tot in 1968 toen het onafhankelijk werd. Fransen hebben Mauritius leeg gevonden en aan Groot-Brittannië gegeven. Dus Groot-Brittannië had een goede titel op Mauritius, totdat Mauritianen het zelfbeschikkingsrecht hebben gebruikt en een staat hebben gesticht. Dit volk bestaat uit meerdere etnische en religieuze groepen: Indianen, Creolen, Chinezen en Fransen, dus een volk wordt in het volkenrecht bepaald door het gebied waar men woont. De meerderheid van de VN-leden zijn voormalige kolonies, die nooit eerder als staat bestonden.
Volkeren die 2000 jaar geleden ergens vermoedelijk hebben geleefd, hebben geen rechten op het huidige territorium. Anders zouden de Native Amerikanen, Eskimo’s, Sami’s, Aboriginals etc. een heleboel andere medeburgers mogen verdrijven. Als oud-inwoners territoriale rechten zouden hebben, zouden we Pandora’s doos openen.
Vroeger golden er ook andere regels. Tot rond 1900 mocht men territoria veroveren. Ook de Joodse stammen hebben die territoria van anderen veroverd, maar de huidige Israëli’s zouden hun land niet aan nog oudere volkeren inleveren.
Hoe verder we in het verleden kijken, hoe moeilijker het is om precies te weten wat er is gebeurd, wie er de baas was en welke volkenrechtelijke regels toen golden.
Bijvoorbeeld veel Palestijnen hebben hetzelfde DNA als veel Israëli’s, wat suggereert dat ze uit hetzelfde volk stammen. Waarom zou de groep die vertrok meer rechten hebben op een territorium dan de groep die er bleef? Sterker nog, sommige Joden zijn bekeerd. Waarom zou een bekeerde Rus meer rechten op een akker op de Westbank hebben, dan een Palestijn wiens familie daar veel generaties leeft?
Volkenrecht is gedeeltelijk gewoonterecht. Hoe langer iets blijft, hoe meer recht het heeft op voortbestaan. Dit geldt ook voor de titel op een territorium. Het effectieve overheidsgezag over een territorium voor een langere periode, was de voornaamste reden om titel op een territorium te hebben, tot rond 1900. Spanje had het eiland Palmas in 1898 aan de VS per verdrag gegeven. Toch heeft de arbiter het eiland aan Nederland gegeven, omdat Nederland daar vanaf het begin van de 18e eeuw regeerde.
Het recht op een territorium is niet altijd absoluut, het groeit in tijd voor een veroveraar en kwijnt voor de veroverde. Maar het verdwijnt zeker na 2000 jaar afwezigheid.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog mochten de overwinnaars de Duitse en de Ottomaanse koloniën (als mandaten) tijdelijk beheren totdat deze onafhankelijke staten zouden worden. Groot-Brittannië mocht Palestina beheren en de zionisten lobbyden om in Palestina een ‘tehuis’ te krijgen voor het Joodse volk. Zij wilden dat in de juridische mandaattekst zou staan dat Joden het historische recht op Palestina hadden. Hun wens werd echter niet ingewilligd en dit toont aan dat men opzettelijk een Joods historisch recht op Palestina ontkende.
Met vele moeite kregen zionisten de verzwakte uitdrukking de ‘historische connectie’ in de tekst. Voor Lord Curzon, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, die verantwoordelijk was voor de formulering, was zelfs ‘historische connectie’ te veel. Hij raakte zo geïrriteerd dat hij de uitdrukking ‘historische connectie’ verwijderde en, achter zijn rug, werd het weer ingevoerd. Hij schreef in een memo:
“I told Dr Weizmann that I could not admit the phrase [historical connection, etc.] in the Preamble. And now I find that Mr Vansittart has gone and put it back again. It is certain to be made the basis of all sorts of claims in the future. I do not myself recognise that the connection of the Jews with Palestine, which terminated 1200 [sic] years ago, gives them any claim whatsoever. On this principle we have a stronger claim to parts of France. I would omit the phrase….I now find that, without my knowledge, the Committee have put it back…”
Chaim Weizmann bevestigt dit in zijn autobiografie en schrijft dat zijn onderhandelaars:
“fought the battle of the Mandate for many months. Draft after draft was proposed, discussed and rejected, and I sometimes wondered if we should ever reach a final text. The most serious difficulty arose in connection with a paragraph in the Preamble — the phrase which now reads: ‘Recognizing the historical connection of the Jews with Palestine.’ Zionists wanted to have it read: ‘Recognizing the historic rights of the Jews to Palestine.’ But Curzon would have none of it, remarking dryly: ‘If you word it like that, I can see Weizmann coming to me every other day and saying he has a right to do this, that or the other in Palestine! I won’t have it!’. As a compromise, Balfour suggested ‘historical connection,’ and ‘historical connection’ it was.”
Waarom is het onderscheid tussen ‘historisch recht’ en ‘historische connectie’ zo belangrijk? ‘Historische connectie’ is geen juridisch begrip, dus het zijn losse woorden. Curzon kende zijn volkenrecht.
Territorium kan niet meer militair bemachtigd worden en het zelfbeschikkingsrecht dicteert
Rond 1900 werd verboden om landen te veroveren. Vanaf 1945 groeiden het principe van zelfbeschikking en het zelfbeschikkingsrecht. Dit principe zegt dat men de lokale bevolking voor grenswisselingen moet raadplegen. Het recht op zelfbeschikking zegt dat de bevolking in een gebied (het volk) het recht heeft om de toekomst van het territorium te bepalen.
Binnen een staat betekent dit recht deelname aan de regering en vrijheid van buitenlandse inmenging. Buiten staten is het zelfbeschikkingsrecht de pijler van dekolonisatie en geldt in alle kolonies, mandaten (zoals Palestina) en hun opvolgers: de VN-trustschappen. Mandaten waren voormalige Duitse en Ottomaanse kolonies.
Ook volkeren onder militaire bezetting en onder apartheid hebben het recht op zelfbeschikking. De Palestijnen hebben een beetje van alle drie: ze zijn bezet, ze zijn een volk onder een mandaat geweest en ook onder apartheid. Ze hebben absoluut zelfbeschikkingsrecht.
Het zelfbeschikkingsrecht erodeert ook legitieme titels, zoals op Mauritius. De titelhouder moet inschikken en het volk onafhankelijkheid toestaan. Hetzelfde geldt voor de Palestijnen in Gaza en Westbank: hun zelfbeschikkingsrecht heeft voorrang op alle andere arrangementen die ooit zijn geweest. Het is dus irrelevant wie Palestina 2000 jaar geleden bestierde.
Geredigeerd door Pascale Esveld
Be First to Comment