Skip to content

De mythe over land voor vrede

Israël-supporters roepen dat men Israël discrimineert. De VN zou alleen resoluties ‘tegen’ Israël nemen en daardoor zouden deze resoluties een farce zijn. De nieuwe VN-ambtenaren zouden zijn benoemd omdat ze ‘anti-Israël’ zijn. In dezelfde trant schrijft Bart Schut over de Zesdaagse Oorlog:

“Nog geen zes maanden na het einde van de strijd, op 22 november 1967, nam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties unaniem Resolutie 242 aan. De resolutie kwam met een revolutionair concept op de proppen, vrijwel uniek in de geschiedenis: land voor vrede. Dat Israël dit principe aanvaardde en sindsdien als de basis voor onderhandelingen met de Arabieren heeft gehanteerd, wordt tegenwoordig als vanzelfsprekend aangenomen. Maar zo voor de hand liggend was dit niet. Het is niet gemakkelijk precedenten te vinden voor een situatie waarin twee partijen over vrede onderhandelen en waarbij de overwinnaar eenzijdig bereid is veroverd gebied in te leveren (meestal is het de verliezer die dit doet in ruil voor een staakt-het-vuren) voor vrede – iets dat eigenlijk beide partijen als doel op zich zouden moeten zien.”(1)Bart Schut. (2017, 11 juni). Zes Dagen Oorlog: de nasleep. Nieuw Israëlietisch Weekblad.

Laten we dit factchecken. Resolutie 242 begint meteen met de “inadmissibility of the acquisition of territory by war”. Was dit revolutionair en ‘vrijwel uniek in de geschiedenis’? Heeft de VN dit verzonnen om Israël te pesten? Nope. Dit principe begon al rond 1900 te ontstaan.

Volkenrecht als dimlicht

Volkenrecht ontstaat op twee manieren, via verdragen en gewoonte. Veel nationale rechtsstelsels werken zoals een lichtschakelaar: het licht is aan of uit. De regering geeft een wet en je hebt meteen een plicht of een recht. In volkenrecht zijn verdragen lichtschakelaars. De deelnemende landen hebben meteen rechten of plichten. De tweede manier is zoals een dimmer: constant gedrag van meerderheid van landen doet in de loop der tijd principes, rechtsregels, rechten en plichten ontstaan. Zoals bij de dimmer, in het begin zien alleen de visionairs het licht en aan het einde ontkennen alleen de blinden dat deze rechtsregels bestaan.

Hetzelfde geldt voor het verbod om territorium via oorlog te bemachtigen: het groeide in de tijd. In het boek ‘The Right of Conquest: The Acquisition of Territory by Force in International Law and Practice’, beschrijft Sharon Korman de geschiedenis van dit verbod. Tot in 1900 was het normaal om nieuw land in te nemen, dus noch de Romeinen, noch de Arabieren hebben iets fout gedaan toen ze Palestina veroverden.

Moreel verzet tegen oorlog en verovering

Rond 1900 groeide het morele verzet tegen oorlog en landjepik. De Russische revolutie in 1917 speelde aldus Korman een belangrijke rol hierin. Het was tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat de nieuwe Russische regering verklaarde in 1917 dat Rusland geen andere naties wilde domineren, noch hun grondgebied met geweld veroveren. Ook de Amerikaanse President Woodrow Wilson riep dat “peoples and provinces are not to be bartered about from sovereignty to sovereignty as if they were mere chattels and pawns in a game”. Hier komen precedenten voor Bart Schut. Na de WWI hebben de geallieerden geen territoria van de Duitse en Ottomaanse rijken geannexeerd. De Duitse en Ottomaanse koloniën werden met de tijd onafhankelijke staten, behalve de Palestijnen, die belet werden door Europese kolonisten. In feite, na WWI heb je meer voorbeelden van oorlogen zonder annexatie dan met.

Moraal verandert in wet

Na morele exaltatie ontstaan in volkenrecht ook juridische regels. Al vanaf de Haagse Conventie uit 1907 begon men de oorlog te beperken. Ook de Volkenbond – de voorloper van de Verenigde Naties – verplichtte staten om hun conflicten eerst op vreedzame manieren proberen te beslechten. Het Volkenbondverdrag, zegt Korman, impliceerde een verbod om land via oorlog te bemachtigen.

In 1920 voegde de Volkenbond een stuk aan zijn handvest toe, de ‘Protocol for the Pacific Settlement of International Disputes’. Daar stond dat een agressor bepaalde sancties kon verwachten, maar “neither the territorial integrity nor the political independence of the aggressor State shall in any case be affected”.

Het Briand-Kelloggpact uit 1928 verbood oorlog en het aantal deelnemers groeide tot 62. Daarna richtte men de VN op, vooral om vrede te bewaken. In het handvest staat dat “in hun internationale betrekkingen onthouden alle Leden zich van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat”. Het is daarom niet raar dat Robert Yewdall Jennings in 1963 in ‘The acquisition of territory in international law’ schrijft:

“Can conquest create a title [to territory] today? In the last half century the law concerning the use of force in international relations has undergone a revolutionary change. Beginning with the relatively modest Porter Convention of 1907 forbidding the use of force for the collection of contract debts, and progressing through the provisions of the Covenant of the League of Nations and the Kellogg-Briand Pact of 1928, the new law is finally stated in Article 2(4) of the Charter of the United Nations forbidding the use of force or threat of force in international relations against the territorial integrity or political independence of any State.”(2)Jennings, R. (1963). The acquisition of territory in international law. Manchester University Press. p. 59.

Zijn antwoord is ‘nee’. Dus de VN verzonnen in 1967 geen ‘revolutionaire’ regels, want juristen wisten al vier jaar eerder dat je geen territorium via oorlog kon bemachtigen.

In 1970 hebben alle landen de Verklaring van de Principes van Internationaal Recht ondertekend (resolutie 2625). Deze verklaring herhaalt het geweldverbod en de onschendbaarheid van het territorium. De verklaring geeft de regels van het gewoonterecht weer, dus de regels die bestaan door staatsgedrag.

Het is waar dat 1970 drie jaar na de Zesdaagse Oorlog kwam, maar het werk en de onderhandelingen voor de verklaring begonnen vele jaren eerder. Dus het verbod op territoriumroof bestond allang.

Ook Schuts bewering dat de verliezer gebied inlevert in ruil voor een staakt-het-vuren is quatsch. Verdragen zijn nietig als ze onder dwang zijn getekend.

Zelfbeschikking

Twee andere beestjes maken territorium heilig: het principe van zelfbeschikking en het recht op zelfbeschikking. Ook deze beestjes groeiden vanaf 1920. Tussen 1960 en 1970 waren ze zo evident dat slechts de blinden hen ontkenden. Het principe van zelfbeschikking zegt dat niemand de status van een territorium kan wijzigen zonder instemming van de lokale inwoners. Het recht op zelfbeschikking houdt in dat de lokale bevolking de toekomst van het territorium bepaalt. In het standaard werk ‘Self-Determination of Peoples’ schrijft Antonio Cassese:

“It can therefore be concluded that one of the consequences of the general principle of self-determination relates precisely to changes of territory, that is, to cases where sovereignty over a particular territory is transferred by one State to another by mutual agreement (obviously, acquisition of territory by force is no longer admissible in current international law). In the case of such transfers, the States involved are duty-bound to ascertain the wishes of the population concerned, by means of a referendum or plebiscite, or by any other appropriate means that ensure a free and genuine expression of will. It follows, of course, that any inter-state agreement that is contrary to the will of the population concerned would fall foul of the principle of self-determination. On account of the legal status that the principle has now acquired in international law, the agreement would be in conflict with jus cogens.(3)Cassese, A. (1998). Self-Determination of Peoples: A Legal Reappraisal. Cambridge University Press. p. 190.

Jus cogens zijn regels waarvan geen afwijking is toegestaan. Dus niemand kan de status van de Westelijke Jordaanoever veranderen zonder akkoord van de Palestijnen. En Palestijnen hebben het recht om de toekomst van de bezette gebieden te beslissen.

Er staat dus niks revolutionairs in resolutie 242 en het maakt noch uit wie de Zesdaagse Oorlog begon, noch wie de oorlog won.


Geredigeerd door Pascale Esveld

References

References
1Bart Schut. (2017, 11 juni). Zes Dagen Oorlog: de nasleep. Nieuw Israëlietisch Weekblad.
2Jennings, R. (1963). The acquisition of territory in international law. Manchester University Press. p. 59.
3Cassese, A. (1998). Self-Determination of Peoples: A Legal Reappraisal. Cambridge University Press. p. 190.
Published inBeste BlogsInternationaal RechtOpiniePolitiekRechtbank voor Allen

5 Comments

  1. De realiteit is dat op grote schaal land wordt gekoloniseerd en de Palestijnen hebben het nakijken. Niemand die er in geloofd dat dit ooit nog terug wordt gedraaid.

  2. karel plasmans karel plasmans

    Hoe iemand na 11 sept nog enig vertrouwen in papiertjes kan hebben ontgaat me volledig

  3. Henk Veldman Henk Veldman

    ‘t Is wel land voor vrede.
    Er wordt gewoon gezegd dat men er maar vrede mee moet hebben dat hun land wordt ingepikt.
    Overigens was in Nederland tussen ’40 en ’45 het land ook behoorlijk vrederijk. Af en toe wat aanslagen, maar over het algemeen was hier rustig. Duitsland had immers ook rechtmatig ons land ingepikt aangezien onze voorouders uit het oosten kwamen. Dit werd inderdaad verteld op Duitse scholen.

  4. Henk Veldman Henk Veldman

    De Joodse Staat Israël is het enige land ter wereld dat is “ontstaan” op basis van een geloof. Dus niet: Wij als volk (Romeinen, Fransen, Republikeinen e.d. ) hebben “ons” territorium uitgebreid opdat we meer macht zouden verkrijgen en.of meer rijkdom en welvaart voor ons, maar de joden hebben rechtstreeks een claim gelegd, nú! niet duizenden jaren geleden, waar de claim wel gold puur om gebied- en machtsuitbreiding.
    Uiteraard verwees men toen ook naar een god of goden (Romeinen hadden er tientallen, daarmee waren ze dus veel sterker) om zichzelf te rechtvaardigen, maar het was niet het uitgangspunt. Dus men roofde geen land om hun god/goden te behagen, maar om zichzelf.
    Israël, de joden dus, doet wel net alsof ze in opdracht van god hun recht op Palestina kunnen claimen.
    Je ziet het zelfs in het feit dat men nog nooit vrede heeft gesloten, geheel volgens Deuteronomium 7, waar letterlijk in staat dat je geen vrede mag sluiten en zelfs de oorspronkelijke bevolking moet uitroeien, zij het wel langzaam want anders kun je last krijgen van milieuvervuiling.
    Zie https://www.gotquestions.org/nederlands/basicbijbel/deuteronomium-7.htm
    “Wat het volk Israël moet doen met de bewoners van Kanaän
    1 Als de Heer God jullie in het land heeft gebracht dat Hij jullie gaat geven, zal Hij alle volken die daar wonen voor jullie wegjagen. Hij zal zeven volken voor jullie wegjagen: de Hetieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perezieten, de Hevieten en de Jebusieten. Dat zijn allemaal volken die groter en machtiger zijn dan jullie.
    2 Maar jullie Heer God zal ervoor zorgen dat jullie hen kunnen verslaan. Jullie moeten hen helemaal vernietigen. Sluit geen verbond met hen en laat hen niet in leven.
    22 Jullie Heer God zal deze volken één voor één voor jullie wegjagen. Jullie mogen hen niet in korte tijd vernietigen, maar beetje bij beetje. Want anders zouden er te veel wilde dieren in het land komen.”

Leave a Reply