Skip to content

Mohammed Merah en Internationaal Recht

Nu dat Tariq Ramadan zijn stokpaardje heeft bereden en Nausicaa Marbe haar merrie, laat ik het ook doen en jullie vertellen hoe het precies zit. Merah is slechts een symptoom van twee grote kwalen in Internationaal Recht: soevereiniteit en statisme.

Soevereiniteit

Omdat staten soeverein zijn, zijn ze slechts gebonden aan zelfgekozen regels. Daardoor verschijnen ze ook bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) slechts vrijwillig. Dat leidt tot absurde situaties. Bijvoorbeeld het verbod op oorlog is een van de belangrijkste normen van Internationaal Recht (IR). Het is net zo belangrijk als het verbod op moord in Nederland. Desondanks kunnen de V.S. Irak binnenvallen zonder enige gevolgen. Irak kan niet naar het ICJ stappen en zeggen: “Meneertjes de rechters, ik vind het asociaal dat de V.S. ons aanvallen. Wilt u alstublieft de V.S. bevelen dat ze hun koffers inpakken en morgen bij zonsopgang naar huis vertrekken?”

Nee, dat kan niet, als staat kan je je recht moeilijk bij ICJ halen. En dat werkt vooral in het voordeel van de machtige landen – want Irak kan de V.S. niet bezetten.

Hetzelfde geldt voor Afghanistan. Nu is Afghanistan net even anders dan Irak, want de aanval op Afghanistan is min of meer met goedkeuring van de Veiligheidsraad gebeurd. En als de Veiligheidsraad militair geweld toestaat, dan mag het wel. Het probleem is dat de Veiligheidsraad alweer het instrument is van machtige landen. De V.S. kopen de Veiligheidsraad om en hebben daar ook een vetomacht. Afghanistan kan echter niet naar ICJ stappen en eisen dat de V.S. ophouden, noch dat de Amerikaanse soldaten naar huis vertrekken. De Veiligheidsraad is een soort werelddictator en zijn beslissingen kunnen door ICJ niet getoetst worden.

Statisme

Individuen hebben in IR een ondergeschikt rol. Zij kunnen staten aanklagen slechts bij twee internationale hoven voor mensenrechten: bij het Europese en het Inter-Amerikaanse hof. Individuen moeten de mogelijkheid hebben om naar internationale rechtbanken te stappen en daar staten aan te klagen. Individuen zouden moeten kunnen eisen dat staten dingen doen of laten en eventueel een schadevergoeding betalen. Dit was ook de stelling van mijn masterscriptie.

Bijvoorbeeld de Duitser Khalid El-Masri is door de CIA ontvoerd, naar Afghanistan gevlogen, verkracht en voor maanden gemarteld. Toen heeft de CIA ontdekt dat ze op zoek was naar een andere El-Masri, dus dat ze het verkeerde te pakken hadden. Onze El-Masri werd alweer in Macedonië gedumpt. Hij heeft eindeloos in Amerikaanse rechtbanken geprocedeerd, maar dat ging niet zo goed: want de Amerikaanse regering is bijna onmogelijk aan te klagen in Amerikaanse rechtbanken voor schendingen van IR. Dus wat we nodig hebben is een internationaal hof waar El-Masri de V.S. kan aanklagen.

Mohammed Merah

Merah illustreert heel goed deze gebreken in IR. Zijn klachten waren dat Frankrijk deelneemt aan de bezetting van Afghanistan en hij vermoordde Joodse kinderen als vergelding voor het Palestinaconflict.

Afghanistan kan Frankrijk niet bij ICJ aanklagen en eisen dat zij oprot. En de Palestijnen kunnen Israël niet in een internationale rechtbank aanklagen en eisen dat Israël uit de bezette gebieden vertrekt en stopt met de andere schendingen van mensenrechten.

Het Internationaal Gerechtshof heeft de Palestijnen behandeld als een geval van onderbroken dekolonisatie. Volgens Volkenrecht hebben volkeren van de voormalige Ottomaanse en Westerse koloniën het recht op externe zelfbeschikking, inclusief het recht op een eigen onafhankelijke staat; of het recht om zich bij een andere staat aan te sluiten. Hetzelfde Volkenrecht bepaalt dat de nieuwe staten binnen de grenzen van de oude kolonie ontstaan, dus dat de minderheden binnen een kolonie geen aparte staat kunnen krijgen: teneinde burgeroorlogen te voorkomen en zo de vrede en stabiliteit in de wereld te bewaken. Volgens deze regels hoorde in Palestina een Arabische staat te ontstaan en Palstijnen hebben daardoor recht op de bezette gebieden.

Maar deze ICJ-uitspraak was slechts een adviesopinie. En deze opinies zijn gezaghebbend maar niet bindend. Israël kwam niet eens opdagen om haar juridisch argument te presenteren. En de opinie was gevraagd door de V.N.; de Palestijnen zelf kunnen Israël nergens aanklagen. Israël – zoals de V.S. en Frankrijk in Afghanistan – heeft het laatste woord.

We hebben dus een situatie in IR waar de machtigen de machtelozen alles kunnen aandoen en opleggen. De machtelozen kunnen nergens naar een rechter toe en eisen dat de rechter de machtigen tot iets verplicht. De machtigen hebben in de meeste gevallen het laatste woord.

Dit is een schending van een van de meest fundamentele principes van het recht: dat niemand rechter in zijn eigen ruzies mag zijn. Stel je voor dat Pietje jou zou mogen vermoorden en jij of jouw nabestaanden niet naar een rechter kunnen stappen en Pietje tot iets kan dwingen. Ik heb de absurditeit van deze situatie hier uitgelegd.

Anarchie

Als anderen jou alles aan kunnen doen en je kunt hen tot niets binden, dan is dat een rechteloze toestand, een anarchie, een natuurtoestand. In deze anarchie is iedereen een potentieel gevaar voor je leven. Als gevolg daarvan ben je volstrekt vrij om anderen preventief aan te vallen, om je leven te redden. Je mag zelfs alle andere mensen uitroeien.

We hebben dus te maken met absurde eisen. De V.S., Frankrijk en Israël zeggen: “Tja, vette pech voor jullie. We mogen jullie alles aan doen wat wij willen. We staan jullie echter niet toe om ons in internationale rechtbanken aan te klagen. Jullie mogen ons tot niets dwingen. Wij beslissen zelf dat wij gelijk hebben. Maar jullie mogen geen aanslagen plegen. Waarom? Omdat wij het beter weten en we weten dat we gelijk hebben.”

Je snapt dat de machtelozen geen enkel plicht hebben om dit argument als geldig te accepteren.

Oplichterij

De machtigen zijn charlatans, zij spelen Balletje-Balletje. Zij proberen de absurditeit van hun eisen met sofismen te verbergen. Kijk bijvoorbeeld naar de column van Nausicaa Marbe. Zij veronderstelt alles wat ze dient te bewijzen.

Een voorbeeld van dit bedrog van de machtigen is de poging om de premissen van het argument heilig te verklaren. In dit geval is Marbe’s onuitgesproken premisse dat terrorisme altijd en in alle gevallen verboden is. Immers, wie vermoordt nou onschuldigen?

De rechtsstaat

Op zich zou dat een goed argument zijn. We willen niet dat elk idioot ons opblaast als hij zijn zin niet krijgt. Maar dat geldt slechts voor het geval waar wij bereid zijn om mee te werken aan het in leven roepen van rechtbanken, waar de idioot ons tot iets kan dwingen. In een rechtsstaat is dat redelijk geregeld. In een rechtsstaat is het democratische pad het juiste pad. Als je de regels wil veranderen kan je lobbyen, in de pers schrijven, een partij oprichten, of een op een partij stemmen die de wetten aanpast.

De limieten van de democratie

Democratie is noch heilig, noch ongebreideld. Stel je bijvoorbeeld voor dat bijna alle niet-Joodse burgers in een referendum beslissen om alle Joden te vergassen. Een dergelijke beslissing heeft geen enkele binding. Terwijl we verplicht zijn om alle wetten te respecteren – ongeacht wat we er van vinden – we zijn niet verplicht om een vergaswet te respecteren. Als er niet-joodse burgers bestaan, die het oneens zijn met de vergaswet, zij hebben geen enkel plicht om die wet te respecteren. Sterker nog, zij hebben de vrijheid om de wet te saboteren. Ze hebben zelfs een plicht om het te doen. Daarna hebben de Joden geen enkel plicht om zich te laten vergassen. Joden – samen met de mensen die zich tegen de vergaswet verzetten – zijn vrij om alle andere mensen te vermoorden, of op een andere manier te dwingen om tegen de vergaswet te handelen.

Dit betekent dat democratie slechts bindend is als de besluiten gelijk zijn aan besluiten acceptabel in de Hemelpositie. De besluiten worden steeds minder bindend aan de hand van hoe afwijkend ze zijn van de besluiten genomen in de Hemelpositie. Op een bepaald moment is de som van de besluiten zo afwijkend, dat opstand gerechtvaardigd is, zoals in de Arabische landen en Oost-Europa.

Dus de vraag is wanneer is de limiet van de democratie bereikt?

De neutrale balans der conflicten

Democratie berust op de premisse dat de botsende belangen elkaar in balans houden. Er is dus niemand met absolute macht over anderen. Als tien burgers het belang hebben om naar links te gaan, hebben tien andere burgers het belang om naar rechts te gaan. Uiteindelijk gaan we rechtdoor of we krijgen allemaal ons zin op ons beurt.

De botsende belangen hebben een bijwerking. De beslissingen genomen in een democratie hebben de neiging om met de tijd steeds verfijnder te worden. Zij beginnen met de tijd te lijken op de beslissingen die we zouden nemen in de Hemelpositie. Met andere woorden de beslissingen worden neutraler dan in een dictatuur.

Buitenstaanders

Dat verandert als de staat tegenover buitenstaanders handelt. Dan is er geen balans meer tussen belangen. Bijvoorbeeld alle Amerikanen hebben een belang om olie uit Irak te jatten, of hun land zo machtig mogelijk te maken. Dat betekent dat er veel minder burgers zullen zijn die zich tegen de oorlog verzetten. En hun argument zal ook minder macht hebben om de koers te veranderen.

Hetzelfde geldt voor Frankrijk.

Mohammed Merah was Franse burger en in theorie moest hij de democratische weg bewandelen om zijn doelen te bereiken. Als hij wilde dat de Franse soldaten niet in Afghanistan zijn, of dat Frankrijk een groter druk op Israël zou uitvoeren, diende hij de regering op een democratische manier te proberen te beïnvloeden.

Maar in dit geval loopt de democratie tegen haar limieten aan. De conflicterende belangen leiden niet naar neutrale beslissingen. De meerderheid heeft een groter belang om in Afghanistan te zijn of Israël te steunen, omdat Israël een bevriende staat is, met soortgelijke cultuur, onderdeel van hetzelfde machtsblok.

Opkomen voor anderen

Even terugkomen op het voorbeeld met de gaswet. Als de staat een wet aanneemt om alle Joden te vergassen, dan zijn alle burgers verplicht om zich tegen een dergelijke wet te verzetten. Dat betekent dat de Duitsers verplicht waren om de wetten onder Hitler te saboteren. Zelfs als ze hun eigen leven moesten opofferen.

Waarom? Door de Hemelpositie. In de Hemel weet je niet als welke persoon je geboren zal worden. Je kunt net zo goed als Jood geboren worden. Dat betekent dat in de Hemel je een contract zou ondertekenen dat je voor andere opkomt als de staat een groep wil uitroeien. Want je wilt dat ook anderen voor je opkomen als jij in dezelfde situatie zou zijn.

De Duitsers waren niet alleen verplicht om voor de Joden op te komen, maar ze hadden ook de vrijheid om geweld te gebruiken. Maar dat werkt slechts als er voldoende Duitsers in opstand komen. Als jij de enige bent, dan gaat Hitler je snel gehakt maken. Als de andere Duitsers niet in opstand komen, dan schenden ze het contract getekend in de Hemelpositie. Dan zijn de opstandige Duitsers niet meer verplicht om de regels te respecteren, ze zijn vrij zoals in de anarchie, zoals in de natuurtoestand. Dus elke Duitser – die voor de Joden wilde opkomen – was vrij om tegen de nazi’s geweld te gebruiken, maar ook tegen zijn andere mede-Duitsers die niet in opstand kwamen.

Dit betekent dat Merah ook een plicht heeft om voor Afghanen en de Palestijnen op te komen. Als zij vrij zijn om aanslagen te plegen – wordt deze vrijheid aan Merah overgedragen.

In het kort

Het feit dat de machtelozen de machtigen niet bij een internationale rechtbank kunnen aanklagen, geeft hen de vrijheid om alles zelf te doen wat ze willen, dus ook terroristische aanslagen te plegen. Hun vrijheid wordt overgedragen aan alle westerse burgers die voor hen willen opkomen. Sterker nog, de Westerse burgers hebben een plicht om voor hen op te komen, door de Hemelpositie. Daartegenover staat de plicht van de burger in een democratie om de regels op een democratische wijze te veranderen. Maar de democratie functioneert niet goed als het om belangen van buitenstaanders gaat.

Dat betekent dat we in een strijdige positie zijn. We kunnen tegelijkertijd van Merah eisen dat hij zich aan de democratische spelregels houdt, maar tegelijkertijd is zijn vrijheid om voor machtelozen op te komen net zo groot en is onze eis absurd.

De oplossing

We kunnen deze impasse makkelijk oplossen. Het enige wat we moeten doen is ons in te zetten voor het versterken van Internationaal Recht. De machtelozen moeten de machtigen kunnen dwingen, om dingen te doen of te laten, via bindende uitspraken van internationale rechtbanken. Pas als wij de machtelozen een vreedzame manier geven om ons tot bepaalde dingen te kunnen dwingen – zonder dat wij het laatste woord hebben – pas op dat moment hebben we een geldig argument tegen terrorisme.

Zie hoe mooi ik mijn stokpaardje heb bereden?


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inFilosofieInternationaal RechtOpiniePolitiekRechtbank voor Allen

3 Comments

  1. timmerark timmerark

    ==Zie hoe mooi ik mijn stokpaardje heb bereden?==

    Ik zie een mug die denkt dat hij een olifant is…

    Je kunt je punt veel makkelijker maken door de helft van je betoog te schrappen.

    ==Dit betekent dat Merah ook een plicht heeft om voor Afghanen en de Palestijnen op te komen. Als zij vrij zijn om aanslagen te plegen – wordt deze vrijheid aan Merah overgedragen.==

    Dit soort uitlatingen vind ik echt schoolkrant niveau.

    Houd je nou maar gewoon bezig met je idee om een strafhof op te (laten) richten waar burgers overheden kunnen aanklagen zonder er misdadigers met hun haren bij te slepen, want in al jouw voorbeelden treed jij op als advocaat in opleiding van de duivel.

Leave a Reply