Skip to content

Moeten christenen voor Israël of de Palestijnen kiezen?

Het debat tussen Dick Pruiksma en Ruben Vis in Trouw over het Israëlisch-Palestijnse conflict toont fundamentele denkfouten. Pruiksma stelt dat de Protestantse Kerk haar focus moet verleggen van ‘Kerk en Israël’ naar ‘Kerk en Jodendom’, om zo ruimte te creëren voor kritiek op Israël zonder dat dit wordt opgevat als vijandigheid jegens Joden. Vis daarentegen stelt dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen de staat Israël en het jodendom. Beiden gaan voorbij aan een cruciaal punt: de religieuze verbondenheid met Israël impliceert niet dat christenen blindelings alle daden van de Israëlische staat moeten goedkeuren.

Een simpele analogie kan deze denkfout verduidelijken: stel dat je een broer hebt met wie je verbonden bent door bloed, maar die zich schuldig maakt aan ernstige misdaden. Heb je dan de plicht om zijn daden goed te keuren, zelfs als hij een seriemoordenaar is? Uiteraard niet. Verbondenheid met een persoon of land betekent niet dat je verplicht bent al hun handelingen te steunen.

Het recht beslist, niet de religie

Steeds vaker wordt in opiniestukken en analyses de vraag gesteld: voor wie moeten christenen opkomen in dit conflict, Israël of de Palestijnen? Dit impliceert dat religieuze overwegingen kunnen bepalen welke kant de juiste is, alsof de vrijheid van religie christenen het recht geeft om op basis van de Bijbel partij te kiezen. Maar religie heeft geen plaats in het juridische domein.

Stel je voor dat een Nederlandse christen en een Nederlandse Jood ruzie hebben over wie de eigenaar van een huis is. Wie beslist dit? Niet religie, maar het Nederlandse rechtssysteem, dat bepaalt op basis van eigendomspapieren en contracten wie de rechtmatige eigenaar is. In het geval van Israël en Palestina is dit niet anders: het internationaal recht oordeelt, en niet de Bijbel, Thora, Koran, of het Vliegend Spaghettimonster. Het Internationaal Gerechtshof heeft immers al geoordeeld dat de Israëlische bezetting van Palestijns gebied illegaal is en dat Israël verplicht is deze te beëindigen. Ook de nederzettingen moeten onmiddellijk worden gestopt en ontmanteld.

Welk geloof heeft het bij het rechte eind?

Religieuze argumenten kunnen in dit conflict geen leidraad zijn, simpelweg omdat verschillende religies tegenstrijdige antwoorden geven op dezelfde vragen. Neem bijvoorbeeld de uitspraak van Willem Glashouwer, voorzitter van Christenen voor Israël, dat Israël geen enkel grondgebied mag afstaan. Tegelijkertijd stellen Palestijnse christenen in het Kairos-document dat de Israëlische bezetting een zonde is, gericht tegen God en de mensheid, en dat elke theologie die de bezetting legitimeert, ver staat van de christelijke leer.

Binnen de islam en het jodendom bestaan er ook uiteenlopende visies. Zo beweerde de moslima Qanta Ahmed in Trouw dat de Koran Joden het recht geeft op Palestina, terwijl de ultraorthodoxe joodse beweging Neturei Karta de oprichting van de staat Israël juist in strijd ziet met de joodse wet. Als religie geen consensus biedt, hoe kan het dan de basis vormen voor een oplossing?

Het recht van de sterkste

Wanneer religieuze argumenten geen gemeenschappelijke basis bieden, komt de oplossing van een conflict vaak neer op brute macht. Een voorbeeld hiervan is de manier waarop Amerikaanse Evangelicals bomen planten op Palestijns privéland in de bezette gebieden. Ik las in de krant Haaretz dat Amerikaanse Evangelicals bossen in de Bezette Palestijnse Gebieden planten, op privéland van Palestijnen. De Palestijnen weten dat niet omdat ze niet bij hun land kunnen omdat het verboden is om in de buurt van nederzetting Har Brakha te komen, die ook gebouwd is op geconfisqueerd land van drie Palestijnse dorpen. Bovendien onteigent Israël Palestijnen die hun land langdurig niet bebouwen. Zo zorgen de Evangelicals dat de Palestijnen hun land kwijt raken. Dit laat zien hoe macht, in dit geval door samenwerking tussen Evangelicals en het Israëlische leger, het laatste woord krijgt.

Conclusie

Het kiezen van een kant in het Israëlisch-Palestijns conflict op basis van religie leidt onvermijdelijk tot het recht van de sterkste. Net zoals in nationale rechtssystemen, moet in internationale conflicten het internationaal recht leidend zijn. De illegale bezetting en schendingen van het oorlogsrecht vragen om een juridische oplossing, niet om een religieuze.


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inInternationaal Recht

2 Comments

  1. Neutrale opstelling verdient de voorkeur. Ik mis de oorlogsmisdaden van
    Hamas in jouw artikelen, itt het Int. Gerechtshof, dat deze naast de
    Israëlische wandaden vermeldt zoals bv tijdens de slachtpartij op 7 okt,
    maar ook het welbewust offeren van de eigen Palestijnse burgers, door
    militair domicilie te kiezen in ziekenhuizen en scholen e.d.
    Ook VN-baas hanteert neutraliteit in deze, hulde!

Leave a Reply