Professor Robbie Sabel vertelde in Reformatorisch Dagblad dat in de Palestijnse Gebieden āgeen sprake is van bezetting in klassieke zinā (RD 9/7/2022). Ook de manualen van de IsraĆ«l-lobby adviseren de IsraĆ«l-supporters om iedereen te corrigeren dat de Westbank ābetwistā is, niet ābezetā. Hieronder zal ik aantonen dat de Westbank bezet is.
Waar vinden we volkenrecht?
Volgens ministerie van Buitenlandse Zaken:
āArtikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) noemt de belangrijkste rechtsbronnen:
- Internationale verdragen
- Internationale gewoonte
- Door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen
Daarnaast kunnen besluiten van internationale organisaties een rechtsbron zijn. Ook kunnen eenzijdige handelingen of verklaringen van staten onder omstandigheden worden aangemerkt als bron van internationaal recht.ā
BuZa vergeet paragraaf ādā van artikel 38: āRechterlijke beslissingen, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers der verschillende naties, als hulpmiddelen voor het bepalen van rechtsregels.ā Dus laten we al deze bronnen bekijken.
Wat is militaire bezetting?
De bezetting valt onder een deelgebied van volkenrecht genoemd oorlogsrecht of humanitair recht.
Een territorium is bezet wanneer het onder gezag van een vijandig leger staat, of een leger heeft effectieve controle over het gebied. Vaak leidt het leger zelf het gebied, bijvoorbeeld door een militair het opperhoofd te maken en de functies van een regering uit te oefenen.
De belangrijkste spelregels van oorlogsvoering staan in enkele verdragen: de Haagse Conventie van 1907 bevat een āReglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te landā (Hague Regulations) en de vier Geneefse Conventies. De 4e Geneefse conventie van 1949 (GC IV) gaat over de bescherming van burgers in oorlogstijd en is voor ons van belang.
Kan men alleen het territorium van een ander land bezetten?
Sommige IsraĆ«l-supporters beweren dat IsraĆ«l de Westbank niet bezet omdat er geen Palestijnse staat bestond. Echter, in modern volkenrecht, bestaan meer soorten bezetting. In zijn artikel āWhat Is a Military Occupation?ā inventariseert Adam Roberts 17 soorten bezettingen. Een daarvan is voor ons belangrijk: Bezetting van territoria waarvan de status onzeker is of betwist.
Hier zien we meteen de denkfout van de IsraĆ«l-supporters: zij corrigeren jou dat de Westbank niet ābezetā maar ābetwistā zou zijn. Echter een territorium kan wel degelijk tegelijkertijd bezet en betwist zijn. Veel oorlogen gaan over betwiste gebieden waarover meer landen (misschien oprecht) beweren dat ze de rechtmatige eigenaar zijn. En in sommige gevallen is het zelfs moeilijk de echte eigenaar te achterhalen.
Echter bezettingsrecht (onderdeel van oorlogsrecht) wil vooral burgers beschermen. Als het bezettingsrecht alleen zou gelden voor gevallen waar het 100% zeker is welk land de rechtmatige eigenaar is, dan zouden de burgers onbeschermd zijn in gevallen van betwiste gebieden. Daarom is de rechtmatige eigenaar irrelevant voor oorlogsrecht.
Dus zodra een vijandig leger effectieve controle over een gebied buiten de bestaande grenzen van een staat heeft, is er sprake van bezetting.
Enkele voorbeelden van bezette gebieden die geen staten zijn geweest
Na de eerste Wereldoorlog werden de voormalige Duitse en Ottomaanse kolonies mandaten van het Volkerenbond. De overwinnaars van de oorlog zouden deze gebieden tijdelijk administreren totdat de kolonies op eigen benen kunnen staan. Zo administreerde Groot Brittanniƫ Palestina.
Namibiƫ
Zuid-Afrika administreerde NamibiĆ« (onder de naam Zuidwest-Afrika). De VN beĆ«indigde het mandaat voor NamibiĆ«, maar Zuid-Afrika weigerde te vertrekken. De VN noemde deze weigering een āillegale bezettingā. (Bezetting is meestal legaal en kan illegaal worden).
Ook het ICJ gaf een adviesopinie daarover en verklaarde de situatie een illegale bezetting.
Oost-Timor
Na de revolutie abandonneerde Portugal haar kolonie Oost-Timor. Hier ontstond een burgeroorlog en de organisatie Fretilin verklaarde eenzijdig onafhankelijkheid, maar Oost-Timor was nog geen staat. Indonesiƫ viel Oost-Timor binnen en annexeerde haar. De wereldgemeenschap beschouwde ook deze toestand als een militaire bezetting.
Westelijke-Sahara
Spanje vertrok uit haar kolonie in de Westelijke-Sahara en liet haar onder gedeelde administratie van Marokko en Mauritaniƫ achter. Ondanks dat de Westelijke-Sahara geen onafhankelijke staat was, beschouwt de wereldgemeenschap de Westelijke-Sahara als bezet.
De bezetting van de Westelijke Jordaanoever
Palestina was een Brits mandaat, na de invasie van 1917. GB stond toe dat Europese migranten koloniƫn in Palestina zouden stichten. Het percentage kolonisten groeide van rond 10% in 1917 tot 32% in 1948.
De Arabieren hebben het Palestina-mandaat nooit als legaal geaccepteerd en wilden een onafhankelijke staat worden. Het conflict tussen Arabieren en kolonisten en tussen kolonisten en GB groeide met de dag. GB gooide de handdoek in de ring en de VN nam resolutie 181 aan om het gebied te verdelen in een Joodse en een Arabische staat.
De verdeling zou de Joodse minderheid meer dan de helft en de beste economische gebieden geven. Jeruzalem zou onder internationale administratie vallen.
Het conflict ontaarde in een burgeroorlog en de kolonisten verklaarden onafhankelijkheid. De Arabieren wilden het ICJ laten beslissen of het mandaat legaal was en wie het recht had op Palestina, maar de kolonisten vonden dat geen goed plan. (1)John Quigley. (2021). The Legality of a Jewish State: A Century of Debate over Rights in Palestine. Cambridge University Press
Toen het aantal Palestijnse vluchtelingen groot werd, na de onafhankelijkheidsverklaring, mengden de legers van de buurlanden zich met het conflict. Egypte bezette Gaza. Jordaniƫ bezette de Westbank, in overeenkomst met de afspraak met de kolonisten om het territorium van de Palestijnen onderling te verdelen. Israƫl veroverde 78% van Palestina.
In 1967 riep IsraĆ«l dat Egypte haar had aangevallen en viel Egypte aan. JordaniĆ« en SyriĆ«, die een verdedigingsverdrag met Egypte hadden, zoals NAVO, schieten Egypte te hulp. IsraĆ«l veroverde Gaza, SinaĆÆ, de Westbank en de Golanhoogten (van SyriĆ«).
Waarom is de Westbank bezet?
De Golan is evident bezet, maar Israƫl ontkent dat de Westbank bezet is. Hoe weten we dat het bezet is?
Het Internationaal Gerechtshof
Zoals over Namibiƫ en de Westelijke Sahara mocht het Internationaal Gerechtshof een adviesopinie geven. De rechters zeiden dat de Westbank evident bezet is. De adviesopinie is niet bindend maar wel een gezaghebbende uitleg van het internationaal recht. Dus het beste juridische argument dat je kan vinden.
Landen maken volkenrecht op twee manieren: via verdragen en via gedrag (gewoonte). Verdragen zijn bindende contracten. Gewoonterecht berust op herhaling van gedrag. Hoe meer landen ādenkenā dat er een regel in volkenrecht bestaat en ze die regel volgen, hoe sterker de regel wordt. Ook als landen een verdrag massaal afsluiten, is dat een bewijs van hun gedrag, van hun juridische overtuiging (opinio juris). Dus ook verdragen kunnen bewijs van gewoonterecht zijn.
Zo verklaarde het ICJ dat artikel 42 van de Hague Regulations gewoonterecht is geworden. In dit artikel staat de bezettingsdefinitie: āterritory is considered occupied when it is actually placed under the authority of the hostile army.ā IsraĆ«l veroverde de Westbank in 1967, dus volgens gewoonterecht is de Westbank bezet, inclusief Oost-Jeruzalem.
De Vierde Geneefse Conventie (CG IV)
Dit verdrag gaat over de bescherming van burgers tijdens de oorlog en tijdens bezetting. Artikel 2 begint met:
āOnverminderd de bepalingen welke reeds in tijd van vrede in werking moeten treden, is dit Verdrag van toepassing ingeval een oorlog is verklaard of bij ieder ander gewapend conflict dat ontstaat tussen twee of meer der Hoge Verdragsluitende Partijen, zelfs indien de oorlogstoestand door Ć©Ć©n der Partijen niet wordt erkend.
Het Verdrag is eveneens van toepassing in alle gevallen van gehele of gedeeltelijke bezetting van het grondgebied van een Hoge Verdragsluitende Partij, zelfs indien deze bezetting geen gewapende tegenstand ontmoet.ā [mijn vet]
Israƫl en de Israƫl-supporters zeggen dat CG IV niet van toepassing is omdat de tweede paragraaf spreekt van het grondgebied van een andere staat, maar Jordaniƫ (menen de Israƫl-supporters) was zelf een bezetter, geen rechtmatige eigenaar.
Echter het ICJ en de rest van de wereld beroept zich op de eerste paragraaf, die duidelijk zegt dat landen bij elk militair conflict het verdrag moeten respecteren. De tweede paragraaf zegt alleen dat het verdrag ook geldt wanneer een land geweldloos zonder verzet bezet wordt. Deze paragraaf was toegevoegd als extra veiligheid, zodat de burgers in alle mogelijke gevallen beschermd worden.
Sterker nog, het ICJ zegt dat IsraĆ«l zelf had toegegeven dat GC IV van toepassing was toen IsraĆ«l onmiddellijk na de zesdaagse oorlog een militaire oekaze nam waarin het stond: āthe Military Court… must apply the provisions of the Geneva Convention dated 12 August 1949 relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War with respect to judicial procedures. In case of conflict between this Order and the said Convention, the Convention shall prevail.ā
Protocol I GC IV
Landen veranderen verdragen door protocollen toe te voegen. Protocol I vult de Geneefse Conventies aan. Omdat IsraĆ«l GC IV fout interpreteert, hebben de landen de bezetting nog verder verduidelijkt in paragraaf 4 van artikel 1: de Geneefse Conventies zijn ook van toepassing tijdens āgewapende conflicten waarin volkeren vechten tegen koloniale overheersing en vreemde bezetting en tegen racistische regimes, in de uitoefening van hun recht op zelfbeschikking…ā
Deze paragraaf is bedoeld om de Israƫlische interpretatie te weerleggen. 174 andere landen hebben het protocol geratificeerd en 3 anderen hebben het ondertekend (behalve Israƫl). Het grote aantal landen geeft aan hoe staten daarover denken. De Palestijnen hebben zelfbeschikkingsrecht, dus ook zij worden met deze paragraaf bedoeld.
Het Israƫlische Hooggerechtshof
Ook dit hof verklaart aan de lopende band dat de Westbank bezet is (de rechters noemen het Judea en Samaria). Bijvoorbeeld:
āThe Judea and Samaria areas are held by the State of Israel in belligerent occupation. The long arm of the state in the area is the military commander. He is not the sovereign in the territory held in belligerent occupationā¦. His power is granted him by public international law regarding belligerent occupation. The legal meaning of this view is twofold: first, Israel law does not apply in these areas. They have not been āannexedā to Israel. Second, the legal regime which applies in these areas is determined by public international law regarding belligerent occupationā¦ In the center of this public international law stand the Regulations Concerning the Laws and Customs of War on Land, The Hague, 18 October 1907ā¦ These regulations are a reflection of customary international law. The law of belligerent occupation is also laid out in IV Geneva Convention Relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War 1949ā¦ā (2)Israel High Court HCJ 7957/04, Maraāabe v. The Prime Minister of IsraĆ«l, 21 juni, 2005
En in de rechtszaak Beit Sourik zei het hof: āThe military commanderās authority is also anchored in IV Geneva Convention Relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War 1949.ā Dit is een stiekeme toegeving dat GC IV van toepassing is.
Sterker nog, IsraĆ«l heeft het zelf voor het Hooggerechtshof beargumenteerd. In 2005 vertrok IsraĆ«l uit Gaza en de settlers stapten naar het Hooggerechtshof. De IsraĆ«lische regering beargumenteerde dat Gaza bezet was, dat de bezetting per definitie tijdelijk is en daardoor moest men de nederzettingen ontruimen.(3)David Kretzmer en YaĆ«l Ronen. (2021) The Occupation of Justice: The Supreme Court of Israel and the Occupied Territories. Oxford University Press. … Continue reading
De grappigste toegeving komt van de Israƫlische kolonisten. Om te voorkomen dat men een steengroeve in de buurt van hun nederzetting zou bouwen, stapten ze naar het Hooggerechtshof. Zij beargumenteerden ook dat de Westbank bezet is en dat de bezettende macht slechts een beheerder is van de natuurlijke bronnen en er niet aan mag komen.(4)Kretzmer en Ronen. Pag. 218.
De advocaat-generaal
In een juridisch advies namens de Israƫlische advocaat-generaal Meir Shamgar, die later de president van het Hooggerechtshof werd, stond dat volgens GC IV men geen burgers mag verdrijven om oefenterreinen voor het leger (IDF) te maken:
āThe civilian population may not be evicted from territories in order to create training areas for the IDF, both for political and humanitarian reasons and for reasons that violate international law. Article 49 of the Convention on the Protection of Civilian Persons by War, to which Israel is a party, expressly prohibits the forcible transfer of civilians in occupied territory, except where immediate combat needs require it. In our case, it cannot be said that combat needs necessitate the evacuation of the areas intended to be training areas, and therefore the forcible evacuation of the population from these areas would constitute a violation of the provisions of the aforementioned Convention.ā
Dus in de wandelgangen van de Israƫlische regering zijn ze wel overtuigd dat de Westbank bezet is en dat GC IV van toepassing is.
Israƫlisch gedrag
Het feit dat een militaire autoriteit de Westbank regeert, bewijst dat het bezet is, immers dat is de definitie van bezetting. Sterker nog, bezettingsrecht vereist dat de bezetter de reeds bestaande wetten zover mogelijk behoudt. Israƫl past op de Palestijnen de wetten van het Ottomaanse Rijk toe, de Britse wetten sinds het mandaat, de wetten van Jordaniƫ tijdens de bezetting en de vroegere Egyptische wetten in Gaza. Dus het Israƫlische gedrag bewijst dat de Westbank bezet is.
De VN
Er zijn veel VN-resoluties waarin staat dat de Westbank bezet is. Neem bijvoorbeeld het recentelijk Resolutie 2334 van de Veiligheidsraad, gestemd met 14-0 (de VS heeft zich onthouden). Daar staat dat de Westbank bezet is en daardoor de nederzettingen illegaal zijn.
De Opinio Juris
Alle staten hebben de Geneefse Conventies geratificeerd. Zij houden regelmatig conferenties en daar verklaren ze unaniem dat de Westbank bezet is. Dit toont twee dingen aan. Ten eerste de juridische opinie van de staten (en we hebben gezien dat staten gewoonterecht ook via hun opinie maken). Ten tweede, verdragen worden ook geĆÆnterpreteerd door het gedrag van de staten achteraf. Dus als staten achteraf unaniem zeggen dat GC IV van toepassing is, dan is dat de correcte interpretatie van GC IV.
Rechtsgeleerden
In elk studieboek voor volkenrechtstudenten staat heel stellig dat de Westbank bezet is. Neem elk vooraanstaand werk van volkenrecht. De overgrote meerderheid van de meest gerespecteerde juristen schrijven alsof het debat allang is beslecht. Twee voorbeelden.
James Crawford was een van de grootste juristen van de laatste 100 jaar en rechter bij het ICJ. Hij schreef in een advies voor de Britse vakbonden: āIt is undeniable that Israel occupies the territory of the West Bank.ā Een jurist van zijn statuur maakt zulke stellige uitspraken alleen als hij weet dat er geen relevante tegenargumenten bestaan, omdat zijn imago beschadigd zou raken. Hij verscheen als advocaat in 23 rechtszaken voor het ICJ en in een aantal adviesopinies. Palestijnen hebben hem ingehuurd voor de adviesopinie over de IsraĆ«lische muur. Hij heeft zich in deze materie heel goed verdiept. En het hof heeft zijn argumenten overgenomen, dus hij weet wat hij zegt.
Ook Theodor Meron is een van de grootste juristen, die rechter was bij verschillende oorlogstribunalen. Hij was in 1967 adviseur van de Israƫlische regering. In een geheim memo schreef hij een paar maanden na de oorlog dat de Westbank bezet is en dat het verboden zou zijn om nederzettingen te bouwen. In 2017 schreef Meron een artikel in het eminente blad American Journal of International Law dat dit debat allang beslecht zou moeten zijn. Immers, er zijn overweldigende argumenten voor de orthodoxie: de Veiligheidsraad heeft daarover resoluties aangenomen; het Rode Kruis noemt het bezetting en deze organisatie is een vooraanstaande duider van oorlogsrecht; de partijen van de Geneefse Conventies (dus alle landen), zijn het eens dat de Westbank bezet is; zelfs het Israƫlische Hooggerechtshof heeft toegegeven dat de Westbank bezet is en dat ideologische nederzettingen illegaal zijn; het Internationaal Gerechtshof heeft dit bevestigd in de adviesopinie. Dus, concludeert Meron, de waarheid staat rotsvast.
Is het dan even correct te zeggen dat de Westbank betwist is als bezet?
Nee. Zelfs als het oorlogsrecht niks zegt over wie de eigenaar is, voor gebieden die geen evidente eigenaar hebben, heeft de lokale bevolking onder bezetting het zelfbeschikkingsrecht en ook het recht op het territorium. Dus ook de Palestijnen.
Geredigeerd door Pascale Esveld
References
↑1 | John Quigley. (2021). The Legality of a Jewish State: A Century of Debate over Rights in Palestine. Cambridge University Press |
---|---|
↑2 | Israel High Court HCJ 7957/04, Maraāabe v. The Prime Minister of IsraĆ«l, 21 juni, 2005 |
↑3 | David Kretzmer en YaĆ«l Ronen. (2021) The Occupation of Justice: The Supreme Court of Israel and the Occupied Territories. Oxford University Press. Pag. 60. |
↑4 | Kretzmer en Ronen. Pag. 218. |
Be First to Comment