Skip to content

Bestaat het Palestijnse volk?

Op 16 mei ’24 debatteerde de Tweede Kamer over Gaza. PVV’er Raymond de Roon stelde dat er geen Palestijns volk bestaat: “‘Dé Palestijnen’, dat is een nepvolk. Dat heeft nooit bestaan en bestaat nu ook niet. Het is een samenraapsel van allerlei Arabieren uit andere landen, die dachten dat ze dat gebied eventjes konden overnemen toen de Joden eenmaal waren begonnen om de zaak te ontwikkelen. Dat is wat er is gebeurd. Het ís geen volk en het zal ook geen volk zijn.” Dit is tegelijkertijd onwaar en irrelevant, zelfs als het waar zou zijn.

Tijdens de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof van 2004 verklaarde het hof dat het bestaan van het Palestijnse volk niet ter discussie staat, ook omdat Israël herhaaldelijk heeft erkend dat het Palestijnse volk bestaat. Het hof voegde eraan toe dat de Palestijnen het recht op zelfbeschikking hebben. Israël heeft het bestaan van het Palestijnse volk ook erkend in 1998 voor het Human Rights Committee: “Een van de belangrijkste doelen van het vredesproces in het Midden-Oosten was het bereiken van zelfbeschikking voor alle volkeren in de regio, inclusief de Palestijnen.”

In het volkenrecht bestaat een regel dat als je eenmaal iets toegeeft, je eraan gebonden bent en het daarna niet meer kunt ontkennen. Het bestaan van de Palestijnen staat dus niet meer ter discussie.

Daarnaast is het irrelevant om een andere reden: als de Palestijnen geen Palestijns volk is, dan zijn ze nog steeds een ander volk, bijvoorbeeld Arabieren en hebben ze alsnog recht op zelfbeschikking. Dit omvat het recht op een onafhankelijke staat of aansluiting bij een andere staat. En geeft het volk recht op het territorium waar ze wonen. Dus de Palestijnen hebben recht op Gaza en de Westbank.

De Roon begrijpt niet wat een volk betekent. Hoewel het zelfbeschikkingsrecht een van de fundamentele normen in het volkenrecht is, bestaat er in het volkenrecht een debat over wat een volk precies is, omdat er geen enkel territorium met een homogene groep bestaat. Tijdens de dekolonisatie was men verplicht om alle koloniale volkeren onafhankelijkheid toe te kennen. Het territorium van een kolonie mocht tijdens de onafhankelijkheid niet in stukken gebroken worden (tenzij met onderling akkoord). De grenzen van de kolonies waren arbitrair getrokken, soms met vele etnische groepen en soms waren etnische groepen over meerdere kolonies verspreid. Daardoor is het begrip volk in het volkenrecht de volledige groep in het territorium, ongeacht hoeveel minderheden erin wonen. Neem bijvoorbeeld Mauritius, dat bewoond wordt door nakomelingen van slaven uit Afrika, Indiërs (de meerderheid), Chinezen en Fransen. Zij vormen samen het Mauritiaanse volk en hadden recht op onafhankelijkheid. Dus zelfs als het waar zou zijn dat de Palestijnen een samenraapsel is, vormen ze nog steeds een volk volgens het volkenrecht.

Daarnaast gelooft De Roon in de mythe dat Palestina leeg was en dat de Arabieren uit de omliggende landen daarnaartoe migreerden omdat de Joden de woestijn lieten bloeien. In werkelijkheid woonden er rond 1850, toen de Joodse migratie begon, ongeveer 350.000 mensen in Palestina, waarvan 3 tot 5% Joden. Tussen 1840 en 1880 steeg de Joodse bevolking van Palestina van 9.000 naar 23.000. De Palestijnse bevolking begon al voor de Joodse migratie te groeien. De reden was de stijgende levensstandaard door de integratie van Palestina in de wereldeconomie en industrialisatie. De grootste Joodse migratie vond plaats tijdens het Britse mandaat. Ook tijdens deze periode groeide de Arabische bevolking vooral door geboorten. De Arabische migratie uit de omliggende landen was klein.

In het conceptregeerakkoord krijgt Israël bijzondere aandacht, maar de deelnemende partijen baseren hun beleid op mythes en volkenrechtelijke ignorantie.


Geredigeerd door Pascale Esveld
Published inInternationaal Recht

3 Comments

Leave a Reply