In dit stuk deel ik mijn ervaring met censuur op social media, nadat ik de intelligentie van Nederlanders in twijfel trok. Dit roept vragen op over de inconsistenties in de handhaving van vrijheid van meningsuiting en de bescherming van minderheden.
Ik betoog dat minderheden vrij moeten zijn om kritiek te uiten om machtsverhoudingen te corrigeren, vooral in een politiek klimaat waarin extreemrechtse stemmen toenemen. Ik verwijs naar jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die aantoont dat bijdragen aan het democratische debat bescherming verdienen. Daarbij onderstreep ik het belang van rationele, drogreden-vrije discussies voor een gezonde democratie.